'Robert Zoellick is een kloon van Paul Wolfowitz'
'Robert Zoellick is een kloon van Paul Wolfowitz'
Twee Amerikaanse topeconomen hebben felle kritiek op de manier waarop Robert Zoellick werd voorgedragen als kandidaat-voorzitter van de Wereldbank. 'Een pure politieke benoeming.'
'Een wolf in schaapskleren', zo wordt Robert Zoellick, kandidaat-voorzitter van de Wereldbank, gekarakteriseerd door Nancy Barry. 'Hij is een kloon van Wolfowitz', voegt ze er nog aan toe. Barry is een voormalige topvrouw van de Wereldbank die het instituut in 1990 verliet omdat ze teleurgesteld was over de resultaten die de bank bereikte. Ze stapte over naar Women's World Banking, een pionier in microfinanciering. 'Ik was kandidaat om Wolfowitz op te volgen', zegt ze half lachend, 'maar ik had niet voldoende politieke steun'.
Ze hekelt de manier waarop de Wereldbank-voorzitters worden geselecteerd. 'Deze regering heeft haar macht misbruikt', zegt ze. Het voorzitterschap van Wolfowitz was volgens haar een pure politieke benoeming, en dat dreigt met Zoellick opnieuw te gebeuren. Geen van beiden werd geselecteerd wegens zijn expertise op het vlak van armoedebestrijding, maar uitsluitend op basis van politieke affiniteit.
Ook Nobelprijswinnaar en voormalig Wereldbank-hoofdeconoom Joseph Stiglitz is een fel tegenstander van deze vorm van vriendjespolitiek. Net als Barry was hij te gast op een seminarie dat Citigroup en Columbia University in New York organiseren voor een groep internationale journalisten. Stiglitz noemt het zelfs 'misdadig' om iemand zonder enige kennis van de ontwikkelingslanden (de klanten van de Wereldbank) aan het hoofd te zetten. 'De keuze van de voorzitter gebeurt op basis van een old boys-afspraak', zegt hij. 'Europa benoemt de voorzitter van het IMF, de VS die van de Wereldbank'.
Europa lijkt vast te houden aan die ongeschreven overeenkomst, die volgens Stiglitz echter verre van symmetrisch is. 'De ondervoorzitter van het IMF is een Amerikaan, maar de ondervoorzitter van de Wereldbank is geen Europeaan. Tijdens de Aziatische crisis praatte de Amerikaanse regering rechtstreeks met de ondervoorzitter van het IMF'.
Dankzij het ongeschreven akkoord kunnen de VS, die minder dan 20 procent van de stemrechten in de bank hebben, hun disproportioneel grote macht handhaven. En op die manier ook hun visie op economische ontwikkeling aan de derde wereld opleggen. Een opstand van de Europese landen en Japan zou een einde kunnen maken aan de overeenkomst, zodat een niet-Amerikaan aan het hoofd van de Wereldbank kan komen. Stiglitz heeft voor zichzelf een shortlist opgemaakt van vier kandidaten. Het gaat om Ngozi Okonjo-Iweala, minister van Financiën van Nigeria en ex-Wereldbank-directeur, Arminio Fraga van de Braziliaanse Centrale Bank, de Turkse econoom Kemal Dervis, eveneens ex-Wereldbank en voormalig docent in Princeton, en de zeer succesvolle Zuid-Afrikaanse minister van Financiën Trevor Manuel. 'Allemaal geschikter voor de job dan een Amerikaan', vindt Stiglitz.
Nancy Barry denkt dat het huidige systeem voor de voorzitterskeuze op termijn zal verdwijnen onder druk van de opkomende economieën. Landen als China, Brazilië en India zullen meer macht eisen. 'Als hun economische macht toeneemt, zal de politieke macht vanzelf volgen', denkt ze. Met name Brazilië heeft al aangedrongen op een andere benoemingsprocedure.
Stiglitz sluit niet uit dat het IMF op termijn vanzelf overbodig zal worden omdat steeds meer landen zich van het instituut afkeren. Met name het Chiang Mai-initiatief noemt hij veelbelovend. Dat houdt in dat acht Zuidoost-Aziatische landen, waaronder Japan en China, een eigen reservefonds hebben opgezet dat in tijden van monetaire crises kan bijspringen.
DS, 01-06-2007 (Ruben Mooijman)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|