Vier vijfde werken wordt absoluut recht vanaf 55 jaar


Vanaf 1 juni mogen alle 55-plussers in een viervijfderegeling stappen, ook als al 5procent van de werknemers in hun bedrijf een beroep doet op tijdskrediet.


DAT er aanpassingen zouden komen in het systeem van tijdskrediet, was overeengekomen bij de onderhandelingen over het sociaal akkoord eind vorig jaar. Gisteren publiceerde de Nationale Arbeidsraad de aangepaste nationale cao.

Het specifieke systeem van tijdskrediet voor werknemers van ouder dan vijftig jaar werd ingevoerd om mensen aan te moedigen om langer te blijven werken. Als oudere werknemers vier vijfde of halftijds kunnen gaan werken zonder al te veel inkomen te moeten inleveren, zullen velen van hen langer aan de slag blijven, was de redenering. Vijftigplussers die tijdskrediet opnemen, krijgen van de RVA een hogere uitkering dan jongere werknemers die een beroep doen op tijdskrediet.

Bovendien is het tijdskrediet voor vijftigplussers niet beperkt in de tijd: ze kunnen ervan genieten tot aan hun (brug)pensioen.

Het systeem is een groot succes. In de particuliere sector alleen deden vorig jaar meer dan 50.000 vijftigplussers er een beroep op (zie tabel).

Hoewel ook deze vorm van tijdskrediet in principe een recht is van de werknemer, gelden er bepaalde voorwaarden. Eén daarvan is de zogenaamde ,,5procentdrempel'', die geldt voor alle vormen van tijdskrediet: de werkgever kan het tijdskrediet weigeren - of, de facto, uitstellen - indien al 5procent van het aantal personeelsleden een beroep doet op loopbaanvermindering.

Die voorwaarde vervalt vanaf 1juni voor de 55-plussers die een vijfde loopbaanvermindering hebben aangevraagd. Zij worden met andere woorden niet meer meegeteld bij de berekening van het aantal rechthebbenden op tijdskrediet, zodat er voldoende ruimte blijft voor andere werknemers om loopbaanvermindering te vragen. Dat wil zeggen dat de werkgever een 55-plusser niet meer kan tegenhouden wanneer die vier vijfde wil gaan werken. Met één nuancering: als de werknemer een zogenaamde ,,sleutelfunctie'' vervult binnen het bedrijf, kan de werkgever het tijdskrediet uitstellen met hoogstens één jaar. Wat juist een ,,sleutelfunctie'' is, moet blijken uit de (bedrijfs)-cao of het arbeidsreglement.

Een tweede voorwaarde betrof de anciënniteit van de vijftigplusser die tijdskrediet wil opnemen. Hij of zij moet een loopbaan van minstens twintig jaar hebben - een voorwaarde die blijft bestaan - en minstens vijf jaar anciënniteit in de huidige onderneming. Die laatste voorwaarde wordt versoepeld: voortaan volstaat een anciënniteit van drie jaar in de onderneming. Als de werkgever ermee instemt, kan de termijn verder worden ingekort tot twee jaar voor wie na zijn 50ste in dienst is gekomen, en tot één jaar voor wie na zijn 55ste werd aangenomen.

Ten slotte maakt de cao het ook (voor alle werknemers) mogelijk de loopbaanvermindering met een vijfde flexibeler uit te oefenen. Nu geldt dat de loopbaanvermindering moet opgenomen worden arato van één hele of twee halve dagen per week. Vanaf juni kunnen er, op sector- of bedrijfsniveau, soepeler regelingen worden afgesproken, zoals bijvoorbeeld vier weken werken en een week thuisblijven. (kdr)


DS, 06-04-2007 (kdr)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB