Groepsleden: Wim Leenaerts (verslaggever), Liesbeth Lauwers (mod), Lieselot Heylen, Lotte Lambaerts
1. Gedicht: waar zit de eindigheid in het gedicht, confronteer met de tekst.
We hebben niet enkel naar eindigheid gezocht, maar eigenlijk ook andere aspecten van de tekst proberen te linken met het gedicht.
Citaat:
Waar het op aankomt
de trein die niet
voortijdig stopt
|
Dit vinden we terug in de tekst als de auteur stelt dat mensen tegenwoordig al vanaf hun 50-55 tot de ouderen worden gerekend en daardoor niet meer ten volle aan het leven mogen deelnemen. Dat kan je vergelijken met de trein des levens die wél voortijdig stopt, terwijl de rit op 55 nog lang niet is afgelopen. De auteur, en wij ook, vinden dat de trein ten volle moet kunnen blijven rijden tot zijn brandstof op is en dus niet voortijdig mag stoppen.
Citaat:
Een vraagstuk opgelost
zonder vermogen
en zonder verlies
|
Hier vonden we in terug dat je na het oplossen van het vraagstuk van het leven niets verloren hebt. Je hebt enkel dingen bijgekregen (wijsheid, levenservaring). Doordat ze niets verloren hebben na het oplossen van het vraagstuk blijven ouderen evenwaardig aan jongeren en zijn ze eigenlijk zelfs nog wat meer doordat ze wat hebben bijgekregen.
Citaat:
Waar het op aankomt
gerijpt in een eiken
vat reisvaardig
voor de overtocht
zonder overkant
als het moet
|
Hier vonden we de eindigheid terug.
Vooral de laatste 3 regels duiden op het feit dat het leven wanneer het eindigt ook echt gedaan is, het zou kunnen dat er nog een overkant is, maar evengoed is die er niet. Het leven is dus wel degelijk eindig. Anderzijds, ben je niet helemaal 'weg'. Het rijpen in het eiken vat is volgens ons een metafoor voor het opdoen van levenswijsheid/ervaring en ook het doorgeven hiervan. Je bent gerijpt in een eiken vat, dat laat een indruk na.
2. De auteur houdt een pleidooi voor zingeving die sterker wordt met de toenemende leeftijd. Een oudere zou erin slagen zijn leven meer betekenis te geven. Is dat zo?
Ja, meer levenswijsheid en levenservaring geven een diepere kijk op het leven. Ouderen zijn zich meer bewust van hun eindigheid en zijn dus ook meer bezig met hun leven betekenis te geven. Ze beseffen dat het voorbij is voordat je het beseft. Doordat ze al langer in het leven staan zijn ze ook beter in staat om het leven te begrijpen en kunnen ze er dus ook meer betekenis aan geven.
'Jongeren' denken wel vaak dat ze betekenis geven aan het leven, maar vaak zijn dat maar 'oppervlakkige' dingen zoals carrière maken enz en dat vaak nog ten koste van een leuke job.
3. De auteur beweert dat jong zijn gelijk is aan onkwetsbaarheid. Wat betekent dit volgens jullie? Is dit ook zo?
Jongeren zijn in zekere zin onkwetsbaar (volgens de auteur) omdat ze lichamelijk nog helemaal in orde zijn en ook economisch hebben ze nog veel te betekenen (ze krijgen bijv. vaker de kans op bijscholingen omdat die dan ten minste renderen...).
Ze voelen zich ook onkwetsbaar omdat ze nog een lang leven voor zich hebben en zich dus wel enkele mislukkingen kunnen permitteren. Is er iets mislukt? Geen probleem, dan proberen we toch gewoon opnieuw, we hebben nog tijd genoeg...
Wij vinden niet dat jongeren onkwetsbaar zijn.
Kijk maar naar de arbeidsmarkt. Er wordt steeds gevraagd naar mensen met ervaring. Dat hebben jongeren nog niet, daarom zijn ze - ondanks hun economisch rendement - erg kwetsbaar op de arbeidsmarkt. Ze hebben ook een gebrek aan levenswijsheid en levenservaring wat hen ook kwetsbaar maakt op sommige gebieden.
4. Beleidsmakers kijken naar de chronologische ouderdom bij het uitvaardigen van initiatieven. Op welke manier gaaan de ouderen zelf om met hun leeftijd volgens de auteur?
Ze willen zo lang mogelijk jong blijven door actieven dingen te doen en bezig te blijven. Doordat ouderen het eerste moeten afvloeien in bedrijven met de gedachte dat ze aftakelen en minder goed functioneren waardoor ze negatief komen te staan tegenover hun eigen gezondheid.