Brussel versus straat
Brussel: School versus straat
Moderator: Tessa Steurs
Verslaggever: Nathalie Mariën
1) Wat is het verschil tussen een straatcultuur en een school-/werkcultuur?
Volgens ons is het grootste verschil tussen een straat- en een school-/werkcultuur gesitueerd in de graad van veranderlijkheid. De straatcultuur is onderhevig aan trends, hypes,…. Bij een schoolcultuur is dit niet onmiddellijk indenkbaar. Als een school zou moeten meedoen met alle modetrends en hypes, zou dat aan de opvoeding van de leerlingen niet ten goede komen. De school zou dan te vaak wisselen en omkeren met de wind, zoals trends dat doen. Zo kan de school geen duidelijke houvast voor haar leerlingen creëren. Wat is dan het grote verschil? In een schoolcultuur heersen strakke en heldere regels, net zoals er in een straatcultuur heldere, algemeen geldende regels zijn. Maar in een schoolcultuur is de vrijheid beperkter. In de school heb je meestal, om niet te zeggen altijd, een vast patroon, waar niet veel van af te wijken valt. Verder is het ook moeilijk om vernieuwing binnen een schoolcultuur te brengen. Eens deze cultuur ontstaan is, verandert er praktisch niets meer. Op de straat gaat het er dus helemaal anders aan toe. Jongeren krijgen in dit geval veel meer vrijheid. Er zijn veel regels en normen die ze zelf kunnen bepalen en mogen naleven. Op school wordt er gezegd ‘dit zijn de regels en je moet ze volgen’. Jongeren nemen die regels niet zo graag aan, omdat ze zelf zéér weinig inspraak in de regels en de echte schoolcultuur krijgen. In onze groep waren we het erover eens dat de schoolcultuur deze jongeren, samen met hun ouders, terug in de maatschappij moet proberen te brengen. Vaak missen allochtone ouders deze integratie ook al, zo blijkt uit de tekst. Jongeren hebben wel regels nodig, maar ook een gezonde portie vrijheid, zodat ze ook leren met vallen en opstaan. Daarom is de afwisseling tussen verschillende culturen ook zeker niet slecht!
2) Wat is de positie van een leerkracht in de school?
(opvoeder, lesgever, politieagent, bezorgde vader/moeder)
Onze groep vond dat de leerkracht al deze posities eigenlijk moet innemen. Daarom hebben we eens nagedacht welke posities je het meeste inneemt. Het zou te radicaal zijn te denken dat een leerkracht enkel als politieagent fungeert. Waarom zouden er dan nog leerkrachten moeten zijn trouwens? Onmiddellijk dachten wij allemaal aan de basiscompetenties, die wij al drie jaren proberen na te streven. Uit deze competenties blijkt wel dat jouw rol als leerkracht zeker niet beperkt is tot de functie van lesgever, ook al neemt deze functie (misschien) het meeste tijd in beslag. Onze groep kwam tot een consensus over de belangrijkste functie, namelijk de positie als opvoeder. Het is belangrijk dat leerlingen zich goed en gewaardeerd voelen, weten wat hen te wachten staat in het verdere leven,…. Als opvoeder kan je leerlingen helpen hun eigen weg te zoeken, wat meestal niet makkelijk is. Er zullen zeker botsingen zijn, maar ook heel wat momenten dat je blij bent, dat je een leerling het goede pad op hebt kunnen helpen. De taak van opvoeder wordt alsmaar belangrijker in de schoolomgeving, maar de ouders mogen de opvoedende taak ook niet helemaal van zich afschuiven. Daarom is de letterlijke positie van bezorgde vader/moeder moeilijker in het leerkrachtengegeven te plaatsen. Toch is een vader-/moedergevoel niet slecht in de school als leerkracht. Als je bezorgt bent om je leerlingen, ben je meestal ook erg oplettend. Je zal bijvoorbeeld sneller problemen opmerken, kleine ruzies,...; zodat er tijdig ingegrepen kan worden. Ook de leerkrachten in deze school in Brussel zorgen voor een gezonde en afgewisselde maaltijd van de leerlingen, van wie ouders dit niet kunnen betalen. Zo kunnen ze de ouders bijschieten in hun taak. Natuurlijk ben je als leerkracht ook politieagent. Je moet laten weten wat kan en niet kan. Als er iets gebeurd is wat niet kan, moet je ook een gepaste strafmaat daarvoor geven, zoals een politie dat ook doet. In de tekst komt deze positie in de school aan bod bij de bewakingsagenten, maar zo letterlijk hoef je deze positie in een gewone school meestal niet op te nemen.
Een goede mix van al deze posities is dus wel nodig om als leerkracht je leerlingen goed te kunnen bijstaan.
3) Wie draagt de verantwoordelijkheid voor een kind dat belandt in het Institut Arts et Métiers?
Wij denken dat de leerkrachten van deze school de leerlingen hier een nieuwe kans proberen te geven. Ze proberen het kind zelf heel wat meer verantwoordelijkheid te laten opnemen, zodat ze zelf het belang van een aantal regels en waarden leren kennen.
Jongeren die belanden in het instituut komen daar niet ineens. Ze vinden meestal hun draai niet in de maatschappij. Vaak hebben de jongeren te weinig kennis en vooral besef van wat reilt en zeilt in de maatschappij, wat belangrijk is,…. Verder staat de maatschappij ook nog altijd erg kritisch ten opzichte van de allochtone jongeren. Veel mensen geven deze allochtonen niet de kansen die ze verdienen. Denk maar aan het bedrijf, dat laatst nog een migrant een job weigerde.
Zoals reeds in de vorige vraag is aangehaald, moeten de ouders ook zeker hun taak op zich nemen. Zij maken zich soms te snel van hun veelomvattende taak af. Ze moeten hun kinderen zeker ook stimuleren en achter hen staan, zodat ze hen kunnen opvangen als er iets misgaat bijvoorbeeld. Ouders moeten samen met hun kinderen vaak mee de maatschappij ontdekken en leren kennen in de allochtone gezinnen. Pas als ouders ook kennis en wetenschap van de maatschappij krijgen, dan kunnen ze zich stilaan integreren en hun zoon/dochter hierbij helpen.
Verder kan misschien ook de eerder vernoemde straatcultuur de positie van de allochtone jongeren bemoeilijken. Jongeren dagen elkaar vaak uit, om regeltjes, die vooral in de scholen gesteld worden, te overtreden en proberen vaak om het verst te gaan en komen zo op het slechte pad terecht. Als ze dan hier komen, krijgen de jongeren een tweede kans aangeboden en probeert de school een sterke houvast te bieden.
4) “Hier sta je aan een nieuw begin” Waarom denkt men dit? Is een nieuw begin mogelijk?
Hier spreekt men van een nieuw begin om de jongeren opnieuw een kans te geven. Men wil de jongeren hier stilaan meer verantwoordelijkheden meegeven. Ze worden hier ook echt op gedrukt en men spreekt hier klare taal, die ook duidelijk in de tekst aan bod komt. Met een nieuw begin kan de directrice de leerlingen stimuleren. Je begint terug van nul, dus bewijs jezelf, want een derde kans is er niet. Natuurlijk kan je niet echt helemaal opnieuw beginnen. Je draagt altijd wel dingen mee die je eerder hebt meegemaakt. De leerling krijgt hier een nieuwe kans en moet niet eerst zijn oude daden rechtzetten voor de school zelf. Hier begint hij/zij met een schone lei en wordt aanvaard, maar men drukt er wel goed op dat deze leerling de regels, waarden en normen van de schoolcultuur zeker moet volgen! De school moet wel opletten, dat zij ook na een tijdje de leerlingen niet terug ‘gepakt’ wordt op zaken die hij vroeger heeft uitgestoken. Want de schone lei is volgens ons een relatief ‘zwak’ begrip, dat snel omkeerbaar is in negatieve situaties en voorgewend kan worden in nieuwe situaties.
Hierbij kwamen we ook tot een discussie. Scholen mogen leerlingen niet te snel doorsturen. Waarom niet? De leerling verliest zijn houvast en vaak wordt hij al op vooraf veroordeeld voor zijn vroegere daden, dat kwam ook tijdens mijn reflectiesessie aan bod. Scholen moeten proberen goed in te spelen op de leerlingen en proberen op een positieve manier om te gaan met problemen die zich stellen. Als je moeilijkere leerlingen constant verder stuurt, dan raken ze verward, vinden geen houvast en kan een school de leerling ook niet leren kennen. Deze verkenning neemt tijd in beslag, maar er zijn altijd externe hulpmiddelen die kunnen ingeschakeld worden.
Nathalie Mariën
3 Baso a
|