Het poloniumcomplot
Het poloniumcomplot
Op 23 november overleed Aleksandr Litvinenko in een Londens ziekenhuis door wat later bleek een vergiftiging met het sterk radioactieve polonium-210. Wie vermoordde deze ex-KGB’er? Hoe gebeurde het? Wie had of hadden belang bij zijn dood? Vragen waarop nog geen antwoord te geven is – en misschien nooit komt. Wat weten we wel? Een reconstructie van de gebeurtenissen.
7 oktober: De kritische journaliste Anna Politkovskaja wordt in Moskou vermoord. Litvinenko, die haar persoonlijk kent, begint kort daarna vanuit zijn woonplaats Londen een onderzoek.
16 oktober: Andrej Loegovoj, een Russische zakenman met een KGB-achtergrond, vliegt met compagnon Dmitri Kovtoen in een toestel van luchtvaartmaatschappij Transaero van Moskou naar Londen. Ze ontmoeten Litvinenko in Bond Street, zegt Loegovoj achteraf. Ze bezoeken het Britse beveiligingsbedrijf Erynis, waar Litvinenko Loegovoj introduceert. Erynis heeft belangstelling voor werk in Rusland. Vervolgens lunchen ze in de sushibar Itsu aan Piccadilly, waar Litvinenko graag komt. Loegovoj en Kovtoen overnachten in het Parkes Hotel in Knightsbridge. Daar, zo blijkt deze week, zijn sporen van polonium-210 gevonden, de radioactieve stof waarmee Litvinenko vermoedelijk is vergiftigd. Loegovoj en Kovtoen ontkennen de daders te zijn: ze zijn in een val gelopen.
17 oktober: Loegovoj ontmoet ’s middags opnieuw Litvinenko. Na een gesprek met een andere beveiligingsfirma vergezelt Litvinenko Loegovoj naar het Parkes Hotel, die daar een zakelijke ontmoeting heeft. Litvinenko wacht beneden. Vervolgens dineren ze samen in een restaurant in China Town.
18 oktober: Loegovoj en Kovtoen vliegen terug naar Moskou met Transaero. In die toestellen worden kennelijk geen sporen van polonium aangetroffen.
25 oktober: Loegovoj vliegt weer naar Londen, ditmaal met een toestel van British Airways. Daarin worden later sporen van polonium-210 aangetroffen. Hij verblijft in het hotel Sheraton Park Lane, waar de politie inmiddels eveneens polonium-210 heeft gevonden.
26 oktober: Loegovoj ontmoet Litvinenko ’s avonds in de lobby van het Sheraton-hotel; ze drinken iets in de bar.
27 oktober: Weer ontmoeten de twee elkaar ’s avonds in de hotelbar.
28 oktober: Loegovoj keert met British Airways terug naar Moskou.
31 oktober: Loegovoj vliegt wederom naar Londen, naar zijn zeggen ditmaal met zijn gezin om de volgende avond de Europacup-wedstrijd Arsenal-CSKA Moskou bij te wonen.
1 november: De volgorde van de gebeurtenissen op deze cruciale dag staat nog niet vast. Litvinenko zou rond twaalf uur ’s middags in het centrum van Londen zijn gearriveerd met een auto, waarin geen poloniumsporen zijn gevonden. Aanvankelijk circuleren er echter berichten dat Litvinenko reeds ’s ochtends een ontmoeting heeft in het Millennium Hotel aan Grosvenor Square met Loegovoj en Kovtoen.
Vaststaat dat Litvinenko in de sushibar Itsu luncht met de Italiaan Mario Scaramella, een man die zich uitgeeft voor veiligheidsdeskundige. Scaramella toont Litvinenko een recente e-mail met een dodenlijst, waarop onder meer de namen van Politkovskaja, Litvinenko en hemzelf voorkomen. Een doodseskader zou zijn opgericht door KGB-veteranen van de groep ‘Eer en Waardigheid’ van kolonel Velitsjko, in Nederland bekend als bevrijder van de in Dagestan ontvoerde hulpverlener Arjan Erkel in 2004.
Scaramella, die volgens een vriend van Litvinenko nerveus zou zijn overgekomen, zegt dat alleen Litvinenko at – hijzelf had bij Pizza Hut gegeten. Bij Litvinenko, Scaramella en in het restaurant (maar niet bij de staf) worden enkele weken later sporen van polonium aangetroffen, zij het bij Litvinenko oneindig veel meer.
Deze week blijkt uit in Italië gepubliceerde, afgeluisterde telefoongesprekken dat Scaramella in opdracht van een senator van Forza Italia, de partij van Silvio Berlusconi, al sinds januari heeft geprobeerd (zonder succes) om materiaal te verzamelen waaruit moet blijken dat Romano Prodi een ex-KGB-spion zou zijn.
In de middag van 1 november bezoekt Litvinenko het kantoor van de schatrijke zakenman Boris Berezovski aan Down Street, een zijstraat van Piccadilly. Berezovski helpt ballingen die het aan de stok hebben met het Russische regime aan geld en huisvesting. Op een crèmekleurige sofa in Berezovksi’s kantoor wordt later polonium gevonden. Zowel Litvinenko als Loegovoj stond in de jaren negentig, toen Berezovski de bijnaam ‘Godfather van het Kremlin’ had, bekend als zijn medewerker. Maar wanneer bezoekt wie zijn kantoor? Volgens verschillende bronnen is ook Loegovoj daar geweest, ofwel op zijn bezoek aan Londen van 25 tot 28 oktober, ofwel op 31 oktober of 1 november.
Volgens Loegovoj en Kovtoen ontmoeten zij Litvinenko pas daarna, aan het einde van de middag, in de Pine Bar van het Millennium Hotel. Zij drinken naar eigen zeggen groene thee en gin, Litvinenko alleen water. De echtgenote en achtjarige zoon van Loegovoj zouden ook in de bar aanwezig zijn.
Deze chronologie wordt twijfelachtig nu blijkt dat zeven medewerkers van de hotelbar licht zijn besmet met polonium, terwijl er ook sporen van de stof in het herentoilet zijn gevonden. Hiermee wordt het waarschijnlijker dat de Pine Bar de plaats van het misdrijf is geweest.
Logoevoj en Kovtoen bezoeken daarna de wedstrijd Arsenal-CSKA Moskou. Litvinenko, tot dan volkomen fit, krijgt een lift van zijn vriend, de Tsjetsjeense rebellenwoordvoerder Achmed Zakajev. Ook diens auto blijkt naderhand besmet met polonium-210. Thuis in Muswell Hill, in het noorden van Londen, begint Litvinenko zich een paar uur later onwel te voelen. Hij moet heftig overgeven. Hij en zijn vrouw Marina denken in eerste instantie aan een voedselvergiftiging. Litvinenko wordt opgenomen in het naburige Barnet General Hospital.
11 november: Litvinenko verklaart zelf in een gesprek met de Russische dienst van de BBC dat hij er slecht aan toe is als gevolg van „een ernstige vergiftiging”.
17 november: Litvinenko’s toestand blijft achteruit gaan en hij wordt onder bewaking overgebracht naar University College Hospital, een van de best geoutilleerde ziekenhuizen in Londen. Ook in het ziekenhuis blijven gewapende agenten in zijn buurt.
20 november: De hevig verzwakte Litvinenko wordt naar de afdeling intensive care overgebracht. Voor het eerst worden foto’s van hem op zijn ziekbed vrijgegeven. Artsen zeggen er rekening mee te houden dat hij is vergiftigd met het zware metaal thallium.
21 november: Toxicologen spreken elkaar tegen over de aard van de vergiftiging. Ze noemen thallium of radioactief thallium, twee oude KGB-wapens. Voor het eerst wordt de mogelijkheid geopperd van een vergiftiging met een radioactieve stof.
22 november: De toestand van Litvinenko is kritiek. De Russische binnenlandse veiligheidsdienst FSB, een opvolger van de KGB, ontkent elke betrokkenheid. ’s Avonds laat heeft Litvinenko een hartaanval.
23 november: Om 21.21 uur overlijdt Litvinenko. Scotland Yard spreekt van een „niet opgehelderde dood”.
24 november: Medische deskundigen maken bekend dat Litvinenko is vergiftigd met een radioactieve stof, naar wordt aangenomen polonium-210. Ze kunnen dit vaststellen met hulp van Britse militaire specialisten.
De politie maakt bekend dat er sporen van polonium-210 zijn aangetroffen in de woning van Litvinenko, in de Itsu-sushibar en in het Millennium Hotel. Andrej Nekrasov, een vriend van Litvinenko, verklaart dat Litvinenko hem kort voor zijn overlijden zei: „De klootzakken hebben me te pakken gekregen”, vermoedelijk doelend op de FSB en/of het Kremlin. Even later maken zijn vrienden een laatste anti-Poetin verklaring van Litvinenko openbaar, die volgens critici door tycoon Berezovski is gedicteerd.
Tijdens een bezoek aan Ierland wordt de Russische ex-premier Jegor Gaidar plotseling ernstig ziek. Hij herstelt maar verklaart later dat het volgens hem om een poging tot vergiftiging ging.
25 november: de Britse overheid kondigt een onderzoek aan naar poloniumbesmetting onder mensen die dezelfde plekken bezochten als Litvinenko.
26 november: Honderden mensen melden zich aan voor onderzoek.
27 november: Minister van Binnenlandse Zaken John Reid licht het Lagerhuis in dat de Russische ambassadeur een paar dagen eerder is ontboden om de Russische autoriteiten te manen alle medewerking te verlenen bij het onderzoek naar de zaak. Woordvoerders van zowel het Kremlin als de FSB ontkennen elke betrokkenheid. Naderhand lekt uit dat de Russen geklaagd hebben dat Litvinenko vanaf zijn ziekbed ongehinderd Poetin kon beschuldigen. Poloniumsporen worden gevonden bij beveiligingsfirma Erynis aan Grosvenor Street en in Berezovski’s kantoor in Down Street.
28 november: Artsen roepen acht mensen op zich nader te laten onderzoeken omdat er aanwijzingen zijn dat ze licht met polonium-210 zijn besmet. Scaramella is al in Londen om zich te laten testen.
29 november: Poloniumsporen worden ontdekt in twee toestellen van British Airways. BA waarschuwt 33.000 passagiers dat ze wellicht risico lopen en adviseert contact met artsen op te nemen. Er komt een onderzoek naar poloniumsporen onder de staf van de ziekenhuizen, waar Litvinenko is verpleegd.
1 december: Mario Scaramella blijkt besmet met polonium-210 in een „substantiële hoeveelheid”, zij het veel minder dan Litvinenko. Hetzelfde geldt voor Litvinenko’s vrouw Marina.
2 december: Britse politiemensen blijken in aanwezigheid van medewerkers van de FBI te hebben gesproken in Washington met de uitgeweken KGB-spion Joeri Sjevets. Deze verklaart dat Litvinenko is vermoord omdat hij hooggeplaatste Russen wilde chanteren: „Ik ken de daders.”
4 december: Britse politiefunctionarissen reizen naar Moskou in de hoop onder anderen Loegovoj te ondervragen. Deze is volgens de Russische autoriteiten echter met zijn hele gezin in het ziekenhuis en derhalve mogelijk niet beschikbaar.
5 december: De Russische procureur-generaal Joeri Tsjaika verklaart dat Rusland geen verdachten in de zaak zal uitleveren aan Groot-Brittannië. Evenmin wil Rusland meewerken met het Britse onderzoek naar de herkomst van het in Londen gevonden polonium.
Scaramella zegt in Londen dat hij niet eerder bekendgemaakt belastend materiaal bezit over relaties tussen de KGB en Italiaanse politici en journalisten. Over de vergiftiging van hemzelf en Litvinenko zegt hij dat deze te maken kan hebben „met de inlichtingen die Litvinenko maandenlang aan mij heeft gegeven”.
6 december: Ook de Britse ambassade in Moskou vertoont sporen van polonium-210, vermoedelijk daterend van een bezoek dat Loegovoi enkele weken daarvoor bracht aan de ambassade. De Britse politie maakt bekend dat ze de kwestie als een moordzaak behandelt.
7 december: Alle zeven medewerkers van de bar in het Millennium Hotel blijken besmet met polonium-210: het levert geen acuut gevaar, wel een verhoogde kans op kanker op. Ook in het Parkes Hotel blijken sporen van polonium-210 aangetroffen.
Litvinenko wordt in Highgate in het noorden van Londen begraven, met islamitische gebeden omdat hij zich op zijn sterfbed onder invloed van Tsjetsjeense vrienden zou hebben bekeerd tot de islam. Zijn echtgenote Marina en anderen twijfelen aan die bekering.
Het Russische openbaar ministerie maakt bekend zelf een onderzoek naar de affaire-Litvinenko in te stellen. In Moskou circuleren berichten dat Loegovojs compagnon Kovtoen in coma ligt met „stralingsziekte”. Diens advocaat ontkent dat.
8 december: Zo’n 200 bezoekers van de bar in het Millennium Hotel worden in de gelegenheid gesteld zich te laten testen op poloniumbesmetting.
Kovtoen blijkt inderdaad te lijden aan acute stralingsziekte.
Reconstructie gemaakt door onze correspondenten Floris van Straaten, Coen van Zwol en Bas Mesters op basis van Britse, Russische en Italiaanse media.
NRC, 09-12-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|