Oliedollars houden van een harde islam
Soefisme / ’Binnen de islam zélf woedt strijd’
Soefi-islam is meer dan volksgeloof en dansende derwisjen. Het bevat een beproefd medicijn tegen fanatisme en geweld. Maar oliedollars houden van een hardere islam. Daarom heeft die in de moderne tijd het hoogste woord.
Schijn kan bedriegen. Soms is het alsof een prachtige boodschap van verdraagzaamheid en liefde goed is overgekomen. Maar dan ineens blijkt dat een pijnlijk misverstand. Dat overkwam de Amerikaanse moslimgeleerde sjeik Muhammad Hisham Kabbani in Indonesië.
Hij hield daar lezingen over zijn mystieke soefi-islam. Kabbani is geestelijk leider van de Naqshabandi soefi-orde.
Geregeld geeft hij adviezen aan regeringsleiders. Onlangs was hij gastspreker op een conferentie van prominente Amerikaanse en Europese moslims over burgerrechten, in Noordwijk, op uitnodiging van Diversity Dialogues.
Al vele jaren, ook ver voor 11 september 2001, waarschuwt hij tegen ’haatislam’ en dat deed hij ook in Indonesië. Hij stelde daar in zijn voordrachten het soefi-denken tegenover hardere vormen van islam. Zijn boodschap leek aan te slaan, want hij trok duizenden toehoorders.
Er volgde een koude douche. Kabbani: „Er was een groep van ongeveer honderd jongeren, die bij alle lezingen kwam luisteren. Ze waren enthousiast. En toen vroegen ze me plotseling: ’Meester, waarheen stuurt u ons voor de heilige oorlog?’.”
Welke duivelse kracht, sterker dan de mooiste woorden, drijft jonge moslims in de armen van het geweld?
Een aantal veel gehoorde theorieën sabelt Kabani genadeloos neer.
Hij is opgegroeid in Libanon maar woont sinds 1990 in de VS. Over zijn nieuwe vaderland wil hij geen kwaad word horen. Hij gelooft daarom ook niet dat moslimterrorisme voortkomt uit woede over Amerika’s pro-Israëlische Midden-Oostenpolitiek. Hoewel je die kwaadheid in de Arabische wereld als het ware van de straat kunt opscheppen.
Maar volgens Kabbani reageren Midden-Oosterlingen hun frustraties over de eigen, dictatoriale regimes af op de VS, omdat die de sleutel voor alle problemen in handen zou hebben, zonder voor een oplossing te zorgen.
Kabbani twijfelt aan die Amerikaanse almacht: „Als wij moslims onze eigen problemen niet kunnen oplossen, hoe moeten de VS dat dan doen? In Irak deed Amerika zijn best. Toen het Saddam aanpakte waren ook de Irakezen blij. Maar Amerika is niet Jezus of Mozes of Mohammed, het kan geen wonderen verrichten.”
Kabbani is president van ISCA, the Islamic Supreme Council of America, een overkoepelende organisatie van traditionele en gematigde moslims.
Andere Amerikaanse moslimkoepels zijn groter. Muhammad Hisham Kabbani ligt er geregeld mee overhoop. Hij beschrijft ze als verlengstukken van Midden Oosterse regimes of radicale organisaties, zoals Hamas of de Moslimbroederschap.
Hij constateert een tegenstrijdigheid. Veruit de meeste moslims in Amerika willen, denkt hij, een normaal bestaan opbouwen en zijn niet extremistisch. Maar de koepels, die zich opwerpen als hun woordvoerders, praten Midden-Oosterse geldschieters naar de mond, die hen volproppen met oliedollars.
In ruil daarvoor verbreiden zij de gedachten van de fundamentalistische, Saoedische wahabieten. De wahabieten, ook sterk aanwezig op internet, zijn de tegenpolen van de soefi’s.
Door geldgebrek hebben gematigde moslims geen krachtig podium. Er is nog een reden waarom ze vaak zwijgen: doodsbedreigingen. Kabbani: „Ook ik heb die gekregen. Per e-mail, telefoon en in de vorm van ophitsende preken in moskeeën.”
Wat hij over de VS zegt klopt, denkt hij, ook redelijk voor Nederland. Hij vermoedt dat ook de Nederlandse overheid nog steeds onvoldoende zicht heeft op organisatiestructuren, hun achtergronden en financiers. Zijn advies: „Kijk goed wie wie is en wie met wie verbonden is.”
Blijft de vraag waar het geweld vandaan komt. Wahabitische oliedollars en koepelorganisaties spelen misschien een stimulerende rol maar zijn niet de echte oorzaak.
Ook bij Samuel Huntington ziet Kabbani weinig aanknopingspunten. Huntington is de man die sinds begin jaren negentig aan de weg timmert met zijn theorie van de ’slag tussen de beschavingen’. In zijn ogen is een botsing tussen de westerse en de moslimbeschaving onvermijdelijk.
Kabbani: „Maar volgens mij woedt er vooral een slag binnen de islamitische wereld zelf.”
Zit het probleem soms in het wezen van de islam, in de godsdienst? Heeft de islam een hervormer nodig, een Luther?
Kabbani ziet er niets in: „Volgens mij is er niet eens een echte hervorming in het christendom geweest. De reformatie had te maken met de organisatie van de kerk en niet met het christendom zelf.”
Ondanks alle uitwassen is volgens Kabbani de overheersende teneur in de islamitische traditie toch verdraagzaamheid: „Toen Mohammed zijn nachtelijke reis naar de hemel maakte praatte hij daar met Mozes en Jezus. Als karavaanhandelaar sprak hij met joden, christenen en hindoes. Dat zijn voorbeelden van interreligieuze dialoog.”
Maar de biografie van de profeet beschrijft ook een slachting onder Joden in de oase Khaibar.
Kabbani: „Dat was een heel speciale situatie. Nee, echt, Jezus, Mozes en Mohammed hadden een vreedzame boodschap. Het waren tolerante mensen, die geestelijke verlichting brachten.”
Aan het einde van zijn speurtocht naar de wortels van het geweld komt Kabbani te spreken over zijn soefisme. Die vaak als primitief volksgeloof afgedane vorm van islam bevat een veiligheidsmechanisme tegen extremisme, dat volgens Kabbani bij andere moslims ontbreekt.
Het is een mentaliteit, een geestelijke, psychologische rijpheid, die een mens nodig heeft om op de juiste wijze met godsdienst om te gaan, zonder gruwelijk te ontsporen.
Die toestand heet in het Arabisch maqaam al-ihsaan.
Kabbani: „De profeet heeft de religie in drie niveaus verdeeld: godsdienstige geboden (dagelijkse gebeden, vasten etc), het geloof (iman) en de ’staat van perfectie’ (maqam al ihsan).
Godsdienstige geboden liggen aan de oppervlakte, zonder geestelijke verdieping heb je er weinig aan want je kunt vijfmaal op een dag bidden en toch een moordenaar worden. Daarom is er meer nodig, zoals geloof.
Geloof in God, in alle engelen, profeten, heilige boeken, de dag des oordeels. Een nog verdere verdieping is de maqaam al-ihsan. Dat is het summum, een energie, die de kosmos omvat, die het mogelijk maakt om vriendschappen op te bouwen, een maatschappij, sociale banden.”
De soefi’s hebben het tij niet mee. De wahabieten hebben hen in Saoedi-Arabië hard onderdrukt en hun heiligdommen verwoest. Ze verwijten soefi’s dat ze, met de verering van heiligen, een terugval naar het heidendom hebben gemaakt.
Kabbani: „En dat terwijl juist soefi’s de islam hebben verbreid in Indonesië en Afrika.”
Ook Kabbani is overigens kritisch over de hedendaagse soefi-islam, vindt dat die vaak verworden is tot zuiver folklore, die nauwelijks nog met geestelijke zelfreiniging heeft te maken: „Het is een naam zonder inhoud geworden.”
Maar hij staat pal voor de kern van het soefigeloof, samengevat in die maqaam al-ihsan, toestand van perfectie.
In 27 boeken verdedigt hij de soefi-mystiek en valt hij de wahabieten aan. Toch voorkwam ook hij niet dat de soefi-islam in de verdediging werd gedrukt.
In de Al-Azhar Universiteit in Cairo bijvoorbeeld, het belangrijkste theologische instituut van de soennitische islam, is soefisme nu een keuzevak, waarvoor nauwelijks belangstelling is. Vroeger was afstuderen aan de Al-Azhar zonder gedegen kennis van de soefi-islam onmogelijk.
Toch is Kabbani optimistisch: „De soefi-islam is verankerd in de harten van gewone moslims.”
De kern van het soefisme is dat er behalve de geopenbaarde waarheid van de Koran nog een andere bron van kennis is over de goddelijke werkelijkheid. De mens kan, bijvoorbeeld via ascese, een soort extra zintuig ontwikkelen, dat in het Arabisch ’marifa’ heet. Het is een mystiek gevoel, dat het ook mogelijk maakt om verantwoord om te gaan met geopenbaarde waarheden.
Vanaf de begintijd van de islam heeft er een spanning bestaan tussen soefi’s en mensen die uitgaan van een letterlijke interpretatie van de Koran en de traditie.
Mogelijk gaat het soefisme terug op mystieke bewegingen die al bestonden vóór de islam. Er is wel een verband gelegd tussen de Oud-Perzische godsdienst van Zaratoestra en het hindoeïsme. Maar het soefisme biedt een te gevarieerd beeld om het op één oorsprong vast te pinnen.
Soefi’s zijn aangesloten bij een ’tariqa’, dat is een ’weg naar de waarheid’. Er bestraan talrijke tariqa’s, zowel binnen de soennitische als de sjiitische islam. Begin twintigste eeuw ontstond het universele soefisme, een mystieke stroming waarbij aanhangers van alle religies zich kunnen aansluiten.
Trouw, 04-12-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|