Franse intifada?
De Franse intifada
Er zijn vergelijkingen die Franse politici en journalisten deze dagen angstvallig vermijden. Parallellen die de huidige explosie van geweld in de banlieues in een perspectief plaatsen dat niemand wil ontwaren.
Zolang het vandalisme van jonge allochtonen voornamelijk auto’s en gebouwen als doelwit had, kon men nog spreken van een mix van woede en baldadigheid die op goederen en materiaal was gericht. Toen duidelijk werd dat politieagenten, brandweermannen of ambulancepersoneel stelselmatig slachtoffers werden van die stedelijke guerrillero’s, werden er sociologische oorzaken gevonden die met een revolutionaire terminologie werden overgoten. De opstandelingen gaven blijk van hun frustratie omtrent hun menselijk lot, zei men, door alles te verwerpen wat de autoriteit van de overheid symboliseerde. Met de aanvallen op acht bussen vol passagiers in minder dan een week wordt de lezing ingewikkelder. De gemaskerde commando’s opereren koelbloedig en vastberaden, zijn duidelijk georganiseerd en maken geen onderscheid meer tussen vreedzame burgers en de geüniformeerde overheid. Hun vernietigingsdrang en verwoestende haat zijn allesomvattend: de bus die in Marseille door drie of vier aanvallers in lichterlaaie werd gezet, vervoerde meer allochtonen dan autochtonen. Mama Galledou, de 26-jarige studente die ernstige brandwonden opliep en voor wiens leven wordt gevreesd, is een Afro-Française uit Senegal. ’Naarmate haar verbrande zwarte huid afbladderde, werd ze witter’ rapporteerde een geschokte getuige. De enige vergelijking, hoe onvolmaakt ook, die voor de hand ligt en die niemand wil treffen, komt uit het Midden-Oosten. Tot voor kort was het voornamelijk in Israël dat bussen doelwit werden van aanslagen. Zeker, niemand heeft zich nog in het Franse Grigny, Nanterre of Marseille met behulp van een bommengordel in een bus laten ontploffen. Het gaat nog steeds om al dan niet met revolvers of messen gewapende ’jongeren’ die hun jerrycans te midden van buspassagiers legen. Soms laten ze ook die reizigers uitstappen. Maar uit diverse onderzoeken is eerder gebleken dat heel wat ’opstandelingen’ zich nauw verbonden voelen met de strijd van hun Palestijnse ’broeders’. Ze associëren iedere poging van de Franse politie om hun territorium te betreden als een bezettingsoperatie. Toen de onlusten een jaar geleden in de Parijse voorsteden begonnen, sprongen sommige jongeren voor de tv-lenzen en schreeuwden dat ze aan hun ’intifada’ waren begonnen. Door te aanvaarden dat iets van een kopieergedrag in die busaanvallen zou kunnen bestaan, plaats je dus de banlieue-revolte in een ander daglicht. Het geweld is niet meer bedoeld om te protesteren tegen je sociaal-economische achterstand of de discriminatie op de arbeidsmarkt, maar om de instituties te destabiliseren en de burgers te terroriseren. En wie koelbloedig terroriseert, is geen achtergestelde boze jongeman meer maar een terrorist. Voor een dergelijke lezing van de barbaarse acties die hun land in angst en woede dompelen, zijn Franse politici en journalisten nog niet rijp.
Trouw, 31-10-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|