Cafébazen zitten met zware kater
Cafébazen zitten met zware kater
Zijn wapenhandelaars mee verantwoordelijk voor een moord gepleegd met een van hun wapens? Hoe moeten cafébazen omgaan met de rechterlijke uitspraak in Brugge? Er moet een meer objectief criterium komen om dronkenschap vast te stellen.
Luc De Bauw van Horeca Vlaanderen gaat een gedurfde vergelijking niet uit de weg. ,,Als wapenhandelaars mee verantwoordelijk worden gesteld voor elke moord die wordt gepleegd met een van hun wapens, dan blijft er geen enkele wapenhandelaar nog over.''
De Bauw doet zijn uitspraak na de veroordeling, door de strafrechter in Brugge, van een cafébaas die ,,uit winstbejag'' alcohol aan een klant bleef schenken. De man reed na zijn cafébezoek een zestienjarig meisje op de Brugse ring aan. De scholiere schoot er het leven bij in.
De dronken chauffeur krijgt naast een gevangenisstraf en zware boete, een levenslang rijverbod.
De cafébaas mag dan weer een jaar lang geen bier mee schenken. Hij heeft zijn zaak inmiddels van de hand gedaan. Toch blijft de uitspraak van de Brugse strafrechter deze dagen het gespreksonderwerp aan de toog.
Wat staat een café-uitbater nu te doen, na deze toch uitzonderlijke uitspraak? Moet hij het drankverbruik van elke klant voortaan beperken tot, laten we zeggen, drie pintjes? Daar ligt ongeveer de grens van 0,5 promille, die in het verkeer wordt gehanteerd. Of mag hij wachten tot een stamgast waggelend van het toilet terugkeert, terwijl hij met dubbele tong het voorlaatste glas bestelt? Zou het geen idee zijn iedere chauffeur die een herberg binnenstapt, vragen zijn autosleutels af te geven, en ze pas terug te geven als hij negatief scoort bij een zelfopgelegde alcoholtest?
Het lijken overtrokken reacties op de rechterlijke uitspraak, maar de cafébazen zitten volgens De Bauw duidelijk verveeld met de zaak. ,,Ze hebben zich, als ik het zo mag zeggen, een pint getapt en ze zijn erbij gaan zitten. Niemand weet nog hoe het verder moet. Uitspraken zoals die in Brugge komen natuurlijk niet alle dagen voor. Maar wat doe je met een criterium als 'kennelijke staat van dronkenschap'?''
De omschrijving komt uit de wet van november 1939 'betreffende de beteugeling van de dronkenschap'. U weet wel, die vergeelde tekst die vroeger in elk café verplicht ophing aan de muur. Volgens artikel 4 van die wet ,,wordt gestraft hij die dronkenmakende dranken opdient aan een persoon die kennelijk dronken is''. Het is op grond van deze strafbepaling dat een cafébaas uit het Brugse een schenkverbod van een jaar opliep.
De federale minister van Mobiliteit, Renaat Landuyt, wees onmiddellijk op het positieve signaal dat rechters hiermee geven. ,,Ze plaatsen de cafébazen voor hun verantwoordelijkheid.''
De vraag die overblijft, is: hoe gaan cafébazen met dat signaal nu om?
Een kennelijke staat van dronkenschap is, voor alle duidelijkheid, niet hetzelfde als een alcoholintoxicatie. Dronkenschap is een subjectief begrip. Van strafbare intoxicatie daarentegen is in ons land sprake vanaf 0,5 gram alcohol per liter bloed.
Dronkenschap wijst naar een bewustzijnstoestand waarin men niet meer in staat is een voertuig te besturen. Zo'n staat van dronkenschap kan niet alleen door alcohol, maar ook door geneesmiddelen worden veroorzaakt.
Aan een caféklant die kennelijk dronken is, mag een uitbater dus geen bier of andere ,,dronkenmakende dranken'' meer schenken. Maar waar legt hij de grens?
,,Niet op drie glazen per klant'', zegt De Bauw van Horeca Vlaanderen. ,,Dat kun je als cafébaas niet maken. Hij moet daarentegen ook niet wachten tot iemand nog enkel waggelend kan lopen. Dan is die klant al duidelijk boven zijn theewater.
,,De kern van de zaak is dat die wet van 1939 verouderd is. Je moet rekening houden met de sociaal-economische situatie waarin die strafbepalingen tot stand zijn gekomen. De wet is aan opfrissing toe.''
In dezelfde wet staat bijvoorbeeld ,,dat het verboden is spijzen of dranken te verkoopen (sic) in de ontuchthuizen''. Het laat zich raden dat dit vandaag nog louter enkel een papieren verbod is, dat niet gecontroleerd wordt.
Ook de omschrijving in de wet van ,,den openbaren weg'' is aan updating toe. In de tekst is sprake van ,,drankslijterijen, hotels, herbergen, spijshuizen, vermaakgelegenheden, magazijnen, kramen, schepen, treinen, trams, stations, werkhuizen of werven.''
De horecasector dringt al langer aan op een modernisering van de wet op de beteugeling van de dronkenschap, zegt De Bauw.
,,We willen dat de medeaansprakelijkheid van een cafébaas op zijn minst duidelijker omschreven wordt.
,,Vandaag is het een loterij. Het is onvoorspelbaar of een uitbater al dan niet een veroordeling oploopt, bijvoorbeeld bij een dodelijk verkeersongeval zoals in Brugge. Ik vraag me ook af of de familie van het slachtoffer veel heeft aan het schenkverbod dat aan de cafébaas is opgelegd.''
Hoever de verantwoordelijkheid van een cafébaas moet reiken, daar heeft De Bauw geen pasklaar antwoord op.
,,We moeten de gulden middenweg bewandelen. Eén ding weet ik zeker: heel wat cafébazen treden vandaag op een verantwoorde manier op. Velen zeggen bijvoorbeeld tegen een cliënt die te veel op heeft: 'Geef me je sleutels, wij zullen je wel thuisbrengen'. Er zitten natuurlijk ook cowboys in ons beroep. Moeten we om die enkelingen een sector van 34.000 zaken de das omdoen?''
DS, 05-10-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|