Milieuvriendelijke wagens economisch steeds interessanter
Milieuvriendelijke voertuigen, zoals elektrische of hybride wagens, vormen een steeds aantrekkelijker alternatief voor benzine- en vooral dieselvoertuigen. De eventuele hogere aankoopprijs wordt gecompenseerd door lagere kosten voor het gebruik van de wagen, zeker bij hoge olieprijzen. Dat blijkt uit verschillende studies die zijn opgenomen in het programma van het 27ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, dat woensdag werd voorgesteld.
Wie met de wagen rijdt, moet niet alleen de wagen zelf en brandstof betalen, maar ook onder meer verzekeringen, belastingen, onderhoud en technische controles. Naargelang het type voertuig schommelt de jaarlijkse kostprijs hiervan tussen 3.500 en 7.000 euro per jaar.
Opvallend is dat bij de kleine en grote gezinswagens de hybride voertuigen duidelijk minder kosten dan hun diesel- of benzinebroertjes. Zo kost een kleine gezinswagen, waarmee jaarlijks 15.000 kilometer gereden wordt, gemiddeld 5.629 euro per jaar als het een bezine-hybride wagen is, 5.987 euro bij lpg, 6.653 euro voor een diesel en 6.637 euro bij een benzinevoertuig. Bij een grote gezinswagen gaat dit van 5.458 euro (hybride) tot 7.350 euro (diesel), zo blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel.
Dat betekent dat een duurdere aankoopprijs op termijn wordt gecompenseerd door lagere vaste kosten. Onder meer het fiscale voordeel voor voertuigen met een lagere CO2-uitstoot spelen in het voordeel van hybride wagens en kleine lpg- en aardgas-voertuigen, aldus onderzoeker Joeri Van Mierlo. Voor biobrandstoffen zullen de opgelegde accijnzen bepalen of ze al dan niet een aantrekkelijk alternatief vormen.
Daarbovenop zijn de milieuvriendelijkere alternatieven ook voordeliger inzake zogenaamde externe kosten. "Dat zijn die kosten waar je als bestuurder niet aan denkt wanneer je de auto neemt, zoals de kosten verbonden aan milieu en gezondheid en aan de files", legt onderzoeker Luc Int Panis van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) uit.
Die externe kosten liggen stukken hoger dan tot nu toe gedacht. In 2001 waren die geëvalueerd op 0,8 euro per honderd voertuigkilometer bij benzinewagens en op 3,3 euro bij dieselwagens, bij gebruik in de stad. Nu blijkt dat die kosten veel hoger liggen: op respectievelijk 1,6 euro en 8,3 euro. Bij een dieselwagen met roetfilter verminderen de externe kosten tot 2,5 euro en bij hybride wagens zakken ze tot net geen 1 euro.
"De toename van de externe kosten heeft vooral te maken met de toegenomen kennis van wetenschappers, want voertuigen zijn nu aanzienlijk minder vervuilend dankzij de Europese emissienormen", stelt Int Panis. "Tot nu toe werden de externe kosten altijd te voorzichtig ingeschat."
In alle omstandigheden hebben hybride wagens de laagste externe kosten voor luchtverontreiniging en klimaat. Het verschil met gewone benzinewagens is vooral duidelijk in de stad, maar de milieuwinst is duidelijk veel kleiner op het platteland, zo besluit de studie.
Berekeningen van externe kosten zijn echter zeer complex en daarom vaak onzeker, zo benadrukt Int Panis nog. Beleidsmakers kunnen dankzij een betere kennis van die onzekerheid een beleid uitstippelen dat meer kans op slagen biedt.
(Belga 17:20)
Bron:
www.demorgen.be