Hij rookt! Hij moet ontslagen worden!
Hij rookt! Hij moet ontslagen worden!
’Rokers behoeven niet te reflecteren.’ Deze zin is toegestaan in personeelsadvertenties. Althans, volgens eurocommissaris Spidia (werkgelegenheid en sociale zaken). Een Ierse onderneming die zo personeel werft, geeft hij gelijk. Selecteren op rookgedrag valt volgens hem niet onder het verbod op discriminatie. Dat betreft alleen zaken als ras, leeftijd, sekse en seksuele geaardheid. Roken wordt niet genoemd. Daarom is het toegestaan. De WHO (wereldgezondheidsorganisatie) voert al zo’n antirookbeleid. Rokers zijn daar niet welkom.
Dit is een kwalijke ontwikkeling. Dat mensen op de werkplek niet mogen roken, is te begrijpen. Anderen kunnen daar last van hebben. Een verbod op roken buiten werktijd, thuis op de eigen sofa, gaat veel te ver. Werkgevers hebben niets te maken met het privé-leven van hun werknemers. Behalve als het om strafbare feiten gaat. Roken is echter toegestaan.
Zo’n rookverbod leidt onvermijdelijk tot onfrisse situaties. Een verstokte roker, die de baan dolgraag wil hebben, gaat misschien toch solliciteren. Een ochtend niet paffen, een rolletje Stimorol en wat pufjes mondverfrisser doen wonderen bij het sollicitatiegesprek. Zelfs als het besnuffelen van de adem een vast onderdeel zou zijn van de sollicitatieprocedure. Stel nu eens dat hij wordt aangenomen. De werkgever denkt dat hij niet rookt. Dan is hij kwetsbaar. Jaloerse collega’s, die azen op zijn baan, kunnen hem ’aangeven’. Misschien maken ze stiekem een foto, als hij ergens tevreden aan zijn sigaret lurkt. Het bewijs is dan geleverd. Hij rookt! Hij heeft ons bedrogen! Hij moet ontslagen worden! Uiteraard zonder uitkering, want het is volledig zijn eigen schuld. Dergelijke taferelen horen bij een verbod op privé roken.
Het rookverbod is irrationeel, want het geldt voor alle rokers. Het maakt niet uit of ze twee sigaren roken per week, of een pakje shag per dag. Bovendien is het oneerlijk dat juist rokers tot paria worden verklaard. Er zijn talloze andere schadelijke gewoonten die vooralsnog op minder weerstand stuiten, bijvoorbeeld alcohol gebruiken. Of een dagelijks dieet van vette friet op een bedje van mayonaise. Gevaarlijke sporten beoefenen. Niet sporten. Te veel eten. Slecht eten. Veel te weinig eten. Onveilige seks. Door veel verre vliegvakanties de energie opmaken en het broeikaseffect stimuleren. De lijst is bijna onuitputtelijk. Allemaal slechte doch menselijke gewoonten. Onuitroeibaar. De mens is nu eenmaal zwak.
Neem nu alcohol. Voor de werkgever nog schadelijker dan de sigaret. Wie een kater heeft, presteert niet veel. De roker werkt tenminste noest door. Toch zijn er geen bedrijven die werknemers weren omdat zij alcohol tot zich nemen. Dat zou onverstandig zijn, want dan krijgen ze te weinig sollicitanten. Drinken is immers nog populairder dan roken. De lobby tegen het drinken is daarom minder machtig. Het uitsluiten van drinkers maakt, op getalsmatige gronden, minder kans.
Bij dikkerds ligt het weer anders. Die groep is kleiner en kwetsbaarder dan de rokers. Bovendien is een verbod op te veel eten gemakkelijker te controleren. Een stiekeme foto van de dikkerd achter een reusachtige beker chocolade-ijs met slagroom is niet eens noodzakelijk. Zijn omvang bewijst de intensiteit van zijn uitspattingen. Dus waarom zouden werkgevers geen eisen stellen aan het gewicht van de werknemer? Dik zijn is toch ongezond? Het is toch ook geen verboden discriminatie?
Dat de macht van het getal geldt, maakt het rookverbod extra naar. Een activistische groepering kan voorschrijven hoe de minderheid zich moet gedragen. Ook thuis. Dit alles onder het schijnheilige mom „We hebben het beste met u voor”. Zo gaan we terug naar de benauwde jaren. Toen mensen achter hun gordijntje iedereen in de gaten hielden en de buurman, die zich niet conformeerde, uitsloten en aan de schandpaal nagelden.
Trouw, 08-08-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|