De moed van zijn overtuiging
De moed van zijn overtuiging
Als Vlaams Belang echt van plan is om zijn toon te milderen, om op congressen voortaan zelfs ,,samen na te denken", dan is dat goed nieuws. Het zal de politieke zeden verzachten en de maatschappelijke dialoog vergemakkelijken. En als de leden van de partij nu ook mogen meedenken, krijgen ze voor het eerst echt een stem in deze tot nu erg centralistische partij, waarin amper interne democratie bestaat.
Natuurlijk heeft die aangekondigde koerswending ook praktische redenen. Het gebral op de congressen keert zich wel vaker tegen de partij, als het eenmaal de buitenwereld bereikt. Zo wordt Filip Dewinter nog altijd achtervolgd door zijn uitspraken op een ,,veiligheidsmeeting" in april, toen hij onder meer suggereerde dat burgers het recht best in eigen handen mogen nemen.
Maar het inzicht in dat opportunisme mag het besef van de consequenties ervan niet in de weg staan. Op een tamelijk subtiele manier erkent Vlaams Belang nu dat het wel degelijk mee verantwoordelijkheid draagt voor het algemene politieke klimaat. Ironisch genoeg krijgt zelfs Karel De Gucht daarmee gelijk, die laatst ook de kiezers in die verantwoordelijkheid betrok.
Het is wat gek dat De Gucht met die mening zoveel tegenwind ving. Nochtans aanvaardt iedereen dat naast rechten ook plichten bestaan. Tot die plichten behoort het opnemen van verantwoordelijkheid voor de eigen woorden en daden, zoals het uitbrengen van een stem.
Het is naast de kwestie om Vlaams Belang en zijn kiezers daarom schuldig te achten aan de racistische moorden van 11 mei in Antwerpen. Maar iedereen - en zeker een partij die spreekt uit naam van een kwart van het electoraat - draagt wel degelijk bij tot het mentale klimaat en bepaalt mee wat en hoe er wordt gedacht en welke normen er gelden. Daarvan moet zeker niemand Filip Dewinter overtuigen, die tenslotte een adept is van Antonio Gramsci's hegemonietheorie, die uitgerekend dat beweert.
De Gucht had om een nog fundamentelere reden gelijk. Wat hij zei, behoort kortweg tot de kern van de politieke democratie. Er is toch niets stuitends aan om te stellen dat het uitsluitend dankzij zijn kiezers is dat Vlaams Belang vandaag tot de grootste Vlaamse partijen behoort? Net daarom wordt de partij ook zo royaal gefinancierd met geld van iedereen.
Veel van De Guchts critici hebben zich uitgeput in flauwe, haast exegetische discussies, bijvoorbeeld of die Belangkiezers dan ook allemaal racisten zouden zijn. De feiten zijn wat ze zijn. Het is net beledigend om de Belangkiezer als een onverantwoordelijke af te schilderen, om ervan uit te gaan dat die maar lichtzinnig of in het wilde weg zijn stem zou uitbrengen, zonder precies te weten waarom.
Wat opgaat voor elke partij, geldt ook voor Vlaams Belang: wie ervoor kiest, stemt in met het aangeboden programma. Net aan die electorale bijval ontleent de partij de legitimering om dat programma verder uit te dragen en om dat zelfs, in de woorden van Gerolf Annemans, ,,vuil genoeg" te houden. En als die kiezers dan toch de wenkbrauwen zouden fronsen bij het xenofobe en autoritaire ,,vuil" in dat programma, dan tillen ze er toch niet erg zwaar aan.
Deze democratische verantwoordelijkheid ligt zozeer voor de hand, dat in de afkeuring die Karel De Gucht over zijn hoofd kreeg, vast nog een andere factor moet meegespeeld hebben. En ja, die bestaat. De Gentse politicoloog Carl Devos verwoordde die vorige zaterdag in De Morgen : het is ,,tactisch niet slim" om dat te zeggen.
Maar misschien is dat net het probleem, al die tactiek, al die berekeningen, al dat gespeculeer. Al jaren putten alle partijen zich uit in zogeheten tactiek, wat meestal niet meer is dan een sjiek woord voor angsthazerij. Daardoor beoordelen ze politieke initiatieven niet langer op hun intrinsieke waarde, maar alleen (en vaak dan nog op zeer twijfelachtige gronden) op het effect die ze eventueel zouden kunnen hebben op de score van Vlaams Belang.
In naam van de tactiek laat het brede Wetstraatbedrijf zich door Vlaams Belang biologeren als een konijn door de lichtbak. Het resultaat daarvan is dat extreem-rechts de agenda wel degelijk mee gaat bepalen, dat de kiezer als een te paaien domoor en niet als een geldige gesprekspartner wordt behandeld en dat alle moed is weggesijpeld uit de politiek. Amper nog een politicus durft het leiderschap aan om te zeggen waar het op staat. Want dat zou ,,tactisch niet slim" zijn.
Het perverse gevolg daarvan is dat de democratische partijen alleen bij drama's als dat van 11 mei nog eens de moed bijeen kunnen schrapen om een principieel standpunt in te innemen. En dan nog is het too little en too late .
DS, 30-05-2006 (Marc Reynebeau)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|