Waarom het soms verstandiger is niet tussenbeide te komen bij geweldincidenten
Waarom het soms verstandiger is niet tussenbeide te komen bij geweldincidenten
,,Waar waren de wakers en de wachters'', vroeg kardinaal Danneels na de roofmoord op Joe Van Holsbeeck (17) in het Centraal Station. ,,Waar waren wij'', luidde de retorische vraag van de kerkleider, die een oproep deed aan de Belgen niet langer onverschillig te blijven bij geweldincidenten.
Is België, net als Nederland, in de ban van een algemeen heersende onverschilligheid? Waarom was niemand van de omstanders in het Centraal Station bereid tussenbeide te komen, toen Joe door messteken om het leven werd gebracht? Of ligt het allemaal niet zo eenvoudig?
In Nederland hebben ze ervaring met zinloos geweld. In 1997 werd in Leeuwarden Meindert Tjoelker doodgetrapt, nadat hij vier mannen had aangesproken die een fiets in een gracht gooiden. ,,Moet dat nou, stelletje klootzakken'', had hij de daders toegeroepen. Hij bekocht het met zijn leven.
Nederland reageerde geschokt op het incident, dat symbool staat voor alle soortgelijke geweldplegingen die erop volgden. Sinds vorige week kent ook België dat gevoel van verontwaardiging en terzelfder tijd machteloosheid. Waarom heeft niemand een vinger uitgestoken om Joe Van Holsbeeck te helpen?
De videobeelden over het steekincident zelf zijn (nog) niet vrijgegeven, maar het laat zich voorspellen dat de roofmoord nauwelijks een minuut heeft geduurd. Gesteld dat iemand het allemaal heeft zien gebeuren, het blijft gemakkelijk gezegd dat hij zich tussen de twee daders en het slachtoffer had moet gooien.
We vinden allemaal dat we mensen in nood moeten helpen, maar de wet zegt niet dat we dat op gevaar van eigen leven moeten doen. ,,Voor het misdrijf is vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of anderen'', staat in het Belgische strafwetboek.
Er is volgens de wet sprake van ,,schuldig verzuim'' als iemand weigert hulp te bieden aan ,,een persoon in groot gevaar''. Het klassieke voorbeeld is de bestuurder die een verkeersongeval veroorzaakt en het slachtoffer dat ernstig is gewond, achterlaat.
De straf voor schuldig verzuim kan tot een jaar gevangenisstraf oplopen, zelfs tot twee jaar als het slachtoffer minderjarig is. Minderjarigen worden minder weerbaar geacht dan volwassenen. Ook als de geweldpleging bijvoorbeeld door racisme is ingegeven, verhoogt de celstraf tot twee jaar.
Elk geweldincident vereist een inschatting van het gevaar door de omstander, en dat in enkele seconden. Breng ik bijvoorbeeld de veiligheid van de personen die mij vergezellen - partner, kinderen, vrienden - niet in gevaar, als ik een geweldenaar tot de orde roep?
In het geval van Tjoelker is bijvoorbeeld gebleken dat zowel de daders als het slachtoffer te veel gedronken hadden. Misschien heeft het slachtoffer daardoor het gevaar niet goed ingeschat?
Bij een vechtpartij mag een toeschouwer de dader aanhouden. Omstanders moeten niet wachten tot de politie opdaagt, om tot actie over te gaan. De politie beschikt wel over het geweldsmonopolie, zoals dat met een duur woord heet. Dat belet niet dat toeschouwers van een geweldmisdrijf lijdzaam moeten toekijken.
Toch blijken we steeds meer de andere kant op te kijken als zich geweldincidenten voor onze neus voordoen. Sociologen hebben daar een verklaring voor: in onze geïndividualiseerde samenleving is de norm dat we ons niet te veel met elkaar bemoeien. We zijn geprogrammeerd om niet in te grijpen. Dat hebben we gedelegeerd aan de politie.
Ingrijpen is niet alleen vaak gevaarlijk. We hebben het klaarblijkelijk ook verleerd. Het zouden eenvoudige excuses kunnen zijn om bij straatgeweld vlug door te stappen.
Toch kunnen omstanders meer ondernemen dan ze denken, zonder meteen de grote held te spelen. Het Nederlandse ministerie van Justitie voert al enkele jaren een campagne tegen ,,de cultuur van afzijdigheid'' die bij onze noorderburen heerst. Samengevat komt het erop neer dat elk incident een reactie waard is, maar dat dit niet noodzakelijk betekent dat je fysiek tussenbeide komt. ,,Help een ander, zonder uw eigen leven in gevaar te brengen'', luidt de slogan.
De Nederlandse justitie heeft diverse tips opgesteld voor mensen die getuige zijn van straatgeweld. De tips lijken voor de hand te liggen, maar de meeste getuigen zijn vaak te geschokt en denken niet helder.
Een van de belangrijkste tips is het slachtoffer te helpen. Het lijkt de evidentie zelf, maar slachtoffers van geweld melden vaak dat ze een groter trauma overhouden aan de onverschilligheid van de omstanders dan aan het geweld zelf.
Een andere aanbeveling zou ook het onderzoek naar de roofmoord op Joe Van Holsbeeck helpen: onthou kenmerken van de dader. Probeer het gezicht van de dader en de kleding die hij draagt, in uw geheugen te prenten. Heb aandacht voor speciale kenmerken, zoals littekens, bijzondere haardracht of bril. Met een moderne gsm kan je ook een foto van de dader maken.
De dader(s) proberen te overmeesteren, brengt risico's mee, zeker als er wapens in het spel zijn. Maar omstanders mobiliseren kan het geweld doen ophouden of afremmen. 'Brand' roepen blijkt hiervoor het meest efficiënt te zijn.
Verwittig ten slotte de politie (op 101) en meld je als getuige. Voor de slachtoffers kan het een groot verschil maken.
Filip Verhoest is redacteur binnenland. Elke dag beantwoordt de redactie een actuele vraag.
DS, 20-04-2006 (Filip Verhoest)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|