Europa en de VS / ’Ze worden steeds bozer’
Europa en de VS / ’Ze worden steeds bozer’
Ruzies tussen Europa en de Verenigde Staten zijn van alle tijden, niks om je zorgen over te maken. Maar momenteel is er sprake van een wel heel diepe crisis, zegt politicoloog Peter van Ham, verbonden aan het Instituut Clingendael.
’Ik heb hier een hele boekenkast over trans-Atlantische conflicten sinds de Tweede Wereldoorlog, elk jaar is er wel wat. Maar er is altijd ook wel weer een oplossing. Wat nu gaande is, is ernstiger. Het is niet zo maar even slecht weer, nee, we zijn getuige van een structurele klimaatsverandering. Het is echt heel zorgelijk.”
Van Ham legde zijn zorgen vast in een artikel voor het kwartaalblad Europe’s World. Het dagblad International Herald Tribune (in Parijs uitgegeven, maar zeer Amerikaans) vond het zo belangwekkend dat het een flink uittreksel op zijn opiniepagina plaatste. Kop: ’Trans-Atlantische spanningen: hoe een relatie verzuurt’.
De Leidse politicoloog constateert dat de Verenigde Staten schoon genoeg hebben van de kritiek op hun beleid en optreden in de wereld, zegt hij ter toelichting: ,,De Amerikanen worden steeds bozer over het gebrek aan begrip vanuit Europa, het gebrek ook aan solidariteit. Ze hebben ons uit twee wereldoorlogen geholpen, ze hebben het probleem-Joegoslavië opgeknapt, en wat kregen ze ervoor terug toen zij, bij de inval in Irak bijvoorbeeld, om steun vroegen? Stank voor dank, zo voelen ze dat. Europeanen worden gezien als lui en decadent, die zich heel makkelijk achter de brede rug van de Amerikanen verschuilen maar die, als puntje bij paaltje komt, niet thuis geven. Ze zijn geen loyaal bondgenoot in de oorlog tegen het terrorisme. Sterker, ze steken een spaak in het wiel.”
De kritiek komt niet langer alleen uit de neoconservatieve hoek. Van Ham: ,,Het wordt steeds breder, het komt van ministers uit de regering-Bush –dat kun je verwachten– maar ook van congresleden, politieke analisten, commentatoren, en niet uitsluitend uit het rechtse kamp. Ze signaleren dat Europa wat betreft ideeën vijandig jegens de VS komt te staan. Het oude continent is niet meer de vanzelfsprekende bondgenoot.”
De kloof wordt dieper, waarschuwt Van Ham. ,,Er zijn de traditionele geschilpunten, op handelsgebied bijvoorbeeld, of over de vraag of genetisch gemodificeerde producten toelaatbaar zijn. Daar komt nu het veiligheidsbeleid bij, de strijd tegen het terrorisme, de rol die de Navo kan spelen –op die punten staan de VS en Europa soms haaks tegenover elkaar. Er speelt ook een verschil in mentaliteit: de Europeanen zijn gewend te praten tot je erbij neervalt; Amerikanen gaan er gelijk op af als zij ergens in de wereld een misstand ontdekken. Dan trekken zij zich niets aan van internationaal recht of instituties.”
Ook op militair en technologisch terrein lopen de VS en Europa steeds verder uiteen. Van Ham: ,,Wij kunnen ze gewoon niet bijbenen. De Amerikanen krijgen met de dag geavanceerder wapentuig en verfijndere spullen, wij Europeanen zijn het equivalent van de mannen te paard. We hebben genoeg manschappen, daar niet van, maar wat kunnen we er mee? De VS vinden dat ze op dit gebied weinig aan ons hebben, ze zien ons niet als volwaardige partners.”
Washington neemt Europa steeds minder serieus: ,,De trend is dat we niet langer relevant zijn. Amerikanen kijken op de wereldkaart en zeggen: ’Wat is Europa nou helemaal? Een schiereiland van Rusland, meer niet. En ze zijn ook nog eens lastig. Daar hoeven we ons niks van aan te trekken.’ En dat is een gevaarlijke ontwikkeling.”
Want de Europeanen zouden eens hun knopen moeten tellen, dan zouden ze behoorlijk schrikken. Als ze goed om zich heen keken, zouden ze ontdekken dat ze in de wereld nauwelijks vrienden hebben, vindt Van Ham: ,,Het is tamelijk dramatisch. Welke strategische bondgenoot hebben wij nu nog? We hebben niemand in Rusland, niemand in Azië, Afrika, Zuid-Amerika, ga de continenten maar na. De enige echte strategische bondgenoot zijn de Verenigde Staten.” ”We deelden altijd dezelfde normen en waarden, dezelfde inzichten over hoe de wereldorde eruit moet zien, maar dat is dus niet meer zo vanzelfsprekend. We zitten nog in hetzelfde bondgenootschap, maar we hebben totaal verschillende opvattingen over wat die Navo zou moeten doen. De VS willen er een soort militaire supermarkt van maken waar ook Pakistanen, Russen, Oezbeken, aan mee kunnen doen. Als het maar onder Amerikaans gezag en op Amerikaans initiatief is. Voor hen zijn de Europeanen partners als het zo uitkomt, maar niet noodzakelijk. We zijn langzaam maar zeker uiteen aan het drijven.”
De verwijdering is begonnen vlak na de aanslagen van 11 september 2001, al liepen onder de regering-Clinton de wederzijdse irritaties ook al op. Van Ham: ,,Sindsdien is alles gepolariseerd. De Amerikanen waren teleurgesteld in de reactie van Europa en voelden zich ook in de steek gelaten. Mensen die altijd al vonden dat de Europeanen niet te vertrouwen zijn, kregen een enorme stok om de hond te slaan. Kritiek uit Europa werd niet meer gezien als welwillend of opbouwend, maar als onderuithalen van de VS.”
Dat er al ruim vijf jaar een Republikeinse regering zit onder leiding van president Bush, heeft ook sterk bijgedragen tot de bekoeling, zegt Van Ham: ,,Het klinkt arrogant, maar die regering begrijpt Europa totaal niet. Ze snapt de nieuwe politieke dynamiek van de Europese integratie niet. Bush en zijn ministers hebben geen oog voor de veranderingen die wij de afgelopen jaren met de uitbreiding van de EU hebben doorgemaakt. Condoleezza Rice heeft heel veel kennis van Europa, van de Koude Oorlog, de Sovjet-Unie, daar is zij expert in. Maar ook bij haar is nog steeds niet doorgedrongen dat die uitbreiding van de EU de politieke context waarin de internationale politiek wordt gevormd compleet heeft veranderd, dat wij eigen prioriteiten hebben, dat wij anders aankijken tegen problemen als Iran en Irak, dat bij ons het gebruik van militair geweld of de relevantie van internationaal recht of internationale instellingen heel anders wordt gezien, daar heeft ze allemaal geen begrip voor. Als Kerry de verkiezingen had gewonnen, dan was het toch allemaal anders gelopen, denk ik. Democraten hebben over het algemeen meer oog voor de complexiteit van Europa.”
Europa kan nu niet veel doen om de betrekkingen te verbeteren, het moet de regeringsperiode van Bush uitzitten en hopen dat er over zo’n drie jaar een Democratische president aantreedt. Van Ham: ,,Dan is er een kans om op trans-Atlantisch gebied met een enigszins schone lei te beginnen en de problemen en vijandigheid achter ons te laten. Zelfs een Republikeinse opvolger van Bush zou meer ruimte kunnen geven voor samenwerking omdat hij misschien niet die persoonlijke animositeit van de huidige regering heeft. Mensen als Cheney en Rumsfeld en Bush, dat zijn geen beleidsmakers die veel liefde over hebben voor de Europese Unie. Dat is toch, denk ik, het grote probleem.”
Intussen moeten Europese leiders afzien van provocerende opmerkingen of gedrag. Wat bondskanselier Schröder met Irak deed, moeten we niet meer doen, zegt Van Ham. ,,Je kunt hem niet kwalijk nemen dat hij de mening volgde van twee op de drie Duitsers: geen militair optreden. Maar hij had Bush beloofd dat hij er geen verkiezingsthema van zou maken, en dat deed hij dus wél. Dat heeft in Washington kwaad bloed gezet. Wat hier in Europa gezegd wordt, wordt daar aan de andere kant van de plas enorm uitvergroot. Daar moeten we mee oppassen. We moeten niet voor eigen publiek goedkope succesjes willen boeken, daar is die trans-Atlantische band veel te belangrijk voor. Die is gewoon cruciaal: economisch, politiek en militair-strategisch.”
,,Wachten op een volgende regering, en voorlopig je gedeisd houden, ik geef toe, dat is een heel wankele basis. Het is weinig overtuigend, het geeft niet veel vertrouwen voor de toekomst. Maar ik heb ook geen toverstaf.”
’Ich bin ein Berliner’ en andere verbroedering
Twee gebeurtenissen zijn het symbool van de warme betrekkingen die de Verenigde Staten en Europa naast alle handels- en andere conflicten door de decennia heen veelal hebben gehad. Legendarisch zijn de woorden van president John F. Kennedy bij zijn bezoek aan West-Berlijn in juni 1963. ,,Ich bin ein Berliner”, zei hij, tot groot enthousiasme van de West-Berlijners. Kennedy wilde met deze in het Duits uitgesproken woorden de solidariteit van de Verenigde Staten met het westen van Berlijn uitdrukken, dat midden in de toenmalige DDR lag maar dat deel uitmaakte van West-Duitsland. Anders dan vaak wordt gedacht hield de president zijn toespraak niet bij de Berlijnse Muur, die twee jaar eerder was opgetrokken, maar honderden meters verderop op het balkon van het stadhuis van Schöneberg, één van de deelgemeen- ten van de stad. Naast hem stond de burgemeester van West-Berlijn, de latere bondskanselier Willy Brandt.
Een verre opvolger van Kennedy, Ronald Reagan, bevond zich wél bij de Muur toen hij zich –juni 1987– via bijna even beroemde woorden rechtstreeks tot sovjet-leider Michael Gorbatsjov richtte: ,,Mister Gorbatsjov, tear down this wall” (Meneer Gorbatsjov, haal deze muur omver), zei hij ter hoogte van de Brandenburger Tor. Reagan had een vooruitziende blik: een kleine tweeënhalf jaar later konden Oost-Berlijners met hun Trabantjes naar West-Berlijn rijden. De val van de Muur luidde het einde van het Warschaupact en van de Sovjet- Unie in en leidde tot de hereniging van de twee Duitslanden. De Koude Oorlog was voorbij, de Navo kreeg een andere taak en breidde zich uit met Oost-Europese landen. Ook de trans-Atlantische relaties veranderden van karakter. Met de inval van de Amerikanen en Britten in Irak drie jaar geleden, die door de bondgenoten Frankrijk en Duitsland werd veroordeeld, kwamen deze betrekkingen zwaar onder druk te staan.
Trouw, 01-03-2006
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|