Interview met Michael Sandel
Filosoof Michael Sandel: ‘Succesvolle mensen doen alsof achterblijvers hun lot aan zichzelf te wijten hebben’
De academische ‘rocksterren’ Michael Sandel en Thomas Piketty trekken samen ten strijde tegen de armoedekloof in hun nieuwe boek Gelijkheid. Michael Sandel legt uit wat hen drijft.
De kloof tussen rijk en arm is langzamerhand verworden tot een gapend gat. In Europa strijkt de rijkste tien procent van de bevolking meer dan een derde van al het inkomen op en bezit meer dan vijftig procent van het totale vermogen. Ook in Nederland bezit de rijkste tien procent de helft van het Nederlandse vermogen. In de Verenigde Staten zijn de verschillen zelfs nog groter.
De Franse econoom Thomas Piketty (1971) zette die toenemende economische ongelijkheid al in 2013 op de agenda. Zijn vuistdikke boek Kapitaal in de 21ste eeuw werd een wereldwijde bestseller en katapulteerde hem tot ‘rockster-econoom’.
De Amerikaanse politiek filosoof Michael Sandel (1953) hekelt de morele schade die ongelijkheid veroorzaakt. De Harvard-hoogleraar geniet een vergelijkbare populariteit. Met zijn online colleges en boeken trekt de ‘rockster-filosoof’ een miljoenenpubliek.
Het verderf dat ongelijkheid zaait
In Gelijkheid slaan ze de handen ineen. Het boek dat deze maand in veertien talen verschijnt, is een uitgewerkte dialoog tussen de twee intellectuelen aan de Paris School of Economics. Ze integreren inzichten uit eerder werk tot een alomvattend betoog over het verderf dat ongelijkheid zaait.
Piketty (links) in gesprek met Sandel.
“Als we de kloof tussen arm en rijk niet verkleinen, zal de woede die grote groepen mensen voelen alleen maar toenemen en de samenleving verder splijten”, zegt Sandel tijdens een Zoom-gesprek vanuit zijn werkkamer in Brookline, Massachusetts.
Een echte rockster is hij natuurlijk niet. De vriendelijke, bescheiden Harvard-intellectueel is gestoken in een donkerblauwe gebreide trui, op de achtergrond prijkt een goedgevulde eikenhouten boekenkast.
Piketty is optimistisch. Hij zegt: de ongelijkheid groeit wereldwijd, maar op de lange termijn bewegen we naar meer gelijkheid. Kijkend naar Trumps plannen en “zijn” techmiljardairs, lijkt de weg naar meer gelijkheid nog lang.
Deelt u zijn optimisme?
“Ik zou willen dat ik het deelde. Maar kijk naar Elon Musk, die investeerde een kwart miljard dollar in Trumps campagne! En die donatie staat nog los van zijn invloed als eigenaar van platform X. Trump claimt een populist te zijn, maar hij is een plutocratisch populist; de rijksten hebben alle macht in handen. Techmiljardairs en rechts-radicale wereldleiders waren eregasten bij zijn inauguratie.
“Het laat zien hoe de politiek veranderd is en hoe groot de rol is die geld speelt. Zo bezien is het moeilijk om optimistisch te zijn over gelijkheid. Daarbovenop zijn ook sociale erkenning en respect ongelijk verdeeld.”
Wat bedoelt u daarmee?
“Het begínt met economische ongelijkheid. Maar onze kijk op succes heeft die kloof verdiept. Het adagium ‘You can make it if you try’ heeft geleid tot een samenleving van ‘winnaars’ en ‘verliezers’. Mensen die het zogenaamd gemaakt hebben, met topbanen, menen dat ze hun succes zelf verdiend hebben. Achterblijvers hebben hun lot aan zichzelf te wijten. Hadden ze maar beter hun best moeten doen en ook naar de universiteit moeten gaan.
“Het voegt schuld toe aan economische ongelijkheid. Veel gewone werkende mensen zonder universiteitsdiploma hebben het gevoel dat de culturele elite op hen neerkijkt en geen waarde hecht aan het werk dat ze doen. De economische kloof is verdiept tot een culturele kloof. Economische ongelijkheid leidt tot een gevoel van onrechtvaardigheid. Gebrek aan erkenning en respect leidt tot een diepere krenking, zelfs tot woede.”
Maar hoe zorg je voor meer erkenning en waardering voor lager opgeleiden, anders dan met geld?
“Meer betalen is een belangrijke eerste stap. Er is een verband, zeker in markteconomieën als de onze, tussen inkomen en respect. We zijn gaan denken dat inkomen een maatstaf is voor de bijdrage die mensen leveren aan de economie en de publieke zaak.
“Dat is een misvatting. Dan zou een hedgefondsmanager die vijfduizend keer zoveel verdient als een leraar, ook vijfduizend keer zoveel maatschappelijke waarde hebben. Dat is natuurlijk niet zo. De markt kan niet de waarde van werk bepalen.
“Tijdens de coronapandemie zagen we opeens hoe afhankelijk we zijn van vuilnisophalers, supermarktmedewerkers en zorgmedewerkers. We applaudisseerden zelfs voor ze. Toen hadden we een breder publiek debat kunnen voeren over hoe we hun salaris én erkenning beter in lijn brengen met de bijdrage die ze leveren. Die kans hebben we niet gegrepen.
“Behalve een goed salaris en sociale erkenning willen mensen ook een stem hebben. Grote groepen voelen zich nu niet gehoord door hun overheden.
“Dat is begonnen met Clinton, Obama, Blair en Schröder, de tijd van neoliberale globalisering in de jaren 90. Zij zagen globalisering als een soort natuurfenomeen en verkondigden: ‘dit is hoe onze nieuwe economie werkt’, zonder democratisch debat. Ondertussen profiteerde alleen de hoogopgeleide bovenste tien procent. Dat verklaart de populistische negatieve reactie tegen de elite die we nu zien.”
Mensen hebben toch al een stem in onze parlementaire democratie?
“Dat is maar hoe je het bekijkt. In Europa bijvoorbeeld heeft ruim tweederde van de bevolking geen universitaire opleiding. Toch is maar tussen de vijf en tien procent van de parlementsleden niet hoogopgeleid. Dat moet veranderen.
“Daarnaast moeten we experimenteren met vormen van grassroots democracy zoals een burgerberaad, bijvoorbeeld in de aanpak van klimaatverandering en de omwenteling naar een groene economie. Mensen moeten daarover kunnen meepraten.”
Progressieve belastingheffing en salarisplafonds, waar Piketty voor pleit, moeten samengaan met versterking van het gemeenschapsgevoel, zegt u. Hoe bereik je dat?
“Het gat tussen arm en rijk zorgt ook voor sociale segregatie. Dat noemt ik de ‘skyboxificatie’ van de samenleving. De rijken hebben een aparte entree en eigen skybox, ver weg van de ‘gewone’ mens. We leiden gescheiden levens, sturen onze kinderen naar aparte scholen, we werken, winkelen en wonen op andere plekken.
“Dat is niet goed voor de democratie. We moeten meer publieke ruimten creëren waar mensen uit verschillende sociale lagen samenkomen. Denk aan publieke parken, publieke zwembaden, openbaar vervoer, openbare scholen en bibliotheken.”
Maar we hebben al bibliotheken, parken, recreatieplekken en stadions. Toch ontmoeten we de andere klasse niet.
“Jullie doen het beter in Nederland. Hier in Amerika kopen rijken zich uit, zelfs uit de publieke plekken die je noemt. En ook publieke scholen hebben niet meer de functie van klassenmenging die ze zouden moeten hebben. Die financieren we met lokale eigendomsbelastingen. Zo versterken we de ongelijkheid en klasse-segregatie.
“De VS zijn extreem geprivatiseerd. Kijk naar de afschuwelijke bosbranden in Los Angeles. Terwijl de Californische brandweer er alles aan doet om deze verwoestende branden te bestrijden, zijn er rijke Amerikanen die – midden in deze gemeenschappelijke crisis – voor duizenden dollars zelf een brandweerbestrijdingsbedrijf inhuren om hun eigen huis of bedrijf te beschermen. Het laat zien hoe extreme privatisering de onderlinge verbondenheid en verantwoordelijkheid aantast.”
De Nederlandse regering bezuinigt op onderwijs en wetenschap. Is dat een probleem met het oog op gelijkheid?
“Absoluut. En een voorspelbaar probleem bovendien. De woede van mensen zonder universiteitsdiploma zal toenemen en zich ook richten tegen onderwijs en wetenschap. Trump jaagt dit mede aan. Hij wil de ‘bastions van de elite’ met hun ‘woke-ideologie’ aanpakken en meer belasting op donaties heffen.
“Het hoger onderwijs zal een parallelle crisis doormaken als de democratie, tenzij we een nieuwe politiek van de ‘common good’ weten te ontwikkelen. Hoger onderwijs krijgt alleen publieke steun als het de publieke zaak dient en niet als sorteerteermachine fungeert die de carrières van elites bevordert.”
Zegt een hoogleraar van Harvard…
(Lacht). ”Ik ben ook kritisch op mijn eigen universiteit. Harvard geeft – net als andere Amerikaanse elite-universiteiten – voorrang aan kinderen van ouders die daar zelf gestudeerd hebben en vaak veel geld doneren. Los daarvan hebben kinderen van rijke ouders sowieso veel meer kans om aangenomen te worden aan zo’n universiteit.”
Wat helpt daartegen?
“Selectie van kandidaten door loting bijvoorbeeld. Dat vergroot de sociaaleconomische diversiteit. Maar belangrijker: het doorbreekt de obsessie met winnen en verliezen die het huidige overspannen toelatingssysteem juist aanmoedigt.”
Trouw, 27-01-2025 (Inge Mutsaers)
|