Enkele post bekijken
  #1  
Oud 27th May 2024, 02:45
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,821
Post China bouwt accufabrieken in Hongarije

China bouwt accufabrieken in Hongarije: “Wie hier straks werkt, is een slaaf van de auto-industrie”


De EU wil een vuist maken tegen Chinese bedrijven, zeker tegen producenten van elektrische auto’s. Maar hoe haalbaar is dat als Hongarije zwicht voor Chinees geld? “China krijgt hier dingen gedaan die elders niet mogelijk zouden zijn.”



In Mikepércs, een buitenwijk van de Oost-Hongaarse stad Debrecen, baden de bungalows in het groen, her en der spuit een fontein. Eva Kozma, oprichter van de actiegroep Moeders van Mikepércs, weet dat deze idylle niet lang meer zal blijven duren. Op een minuut rijden van hier bouwt CATL, de grootste batterijenproducent van China, een nieuwe megasite. CATL plant drie fabrieken, ruimte voor toeleveranciers en gebouwen voor afvalopslag. Het project zal zich uitstrekken over een lengte van 8 kilometer en kan elk jaar batterijen produceren voor naar schatting twee miljoen elektrische wagens.


De keuzes van Europa

Ons leven wordt steeds meer bepaald door Europese beslissingen. De inzet van de Europese verkiezingen op 9 juni, als bijna 450 miljoen Europeanen naar de stembus trekken, is dus hoog. Krijgen we de grote doorbraak van uiterst rechtse partijen? Welke keuzes moet Europa maken rond landbouw, asielzoekers, klimaat? En hoe worden die straks gestuurd door onze stem?

“Ik ben intussen expert in batterijenproductie”, zegt Kozma met een zure lach. Ze wijst naar de metershoge tanks voor chemicaliën die verrijzen op het veld. “Na anderhalf jaar opzoekwerk over deze site ben ik zwaar ontgoocheld in de manier waarop de overheid dit doordrukt. Rechters hebben vergunningen vernietigd, en toch gingen de werken door. Plannen waren vaag of onjuist – de ambtenaren gebruikten zelfs ‘magnesium’ waar ‘mangaan’ moest staan. De basis van dit project is wankel, zowel juridisch als technisch. Maar Fidesz (de partij van premier Viktor Orban, red.) geeft er niet om. Toen ik anderen begon te waarschuwen voor de fabriek, haalde het stadsbestuur me door het slijk. Al wie onze actiegroep steunt, wordt afgedreigd.”

Met een investering van 7,6 miljard euro is Debrecen het paradepaardje van het grote Hongaarse batterijenplan: het land wil de op twee na grootste fabrikant van batterijen ter wereld worden. Dat kan alleen door de Chinese marktleiders aan boord te hijsen. “Een geslaagde samenwerking tussen het Westen en het Oosten”, noemde Orban dat vorig jaar tijdens een top in Peking.

Maar Orban was de enige leider uit de Europese Unie die dat Chinese feestje bijwoonde. Binnen de EU groeit het wantrouwen tegenover Chinese investeringen. De Commissie raadt lidstaten aan om een strategie van de-risking te hanteren, en zich zeker niet afhankelijk te laten maken. In de door Chinese concurrentie geplaagde autosector botst dat advies op zijn limieten.

In 2035 wil Europa de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor verbieden. De overstap op elektrisch rijden lijkt weinig realistisch zonder goedkopere modellen, en Chinese e-auto’s zijn gemiddeld een kwart goedkoper dan Europese. Maar de Commissie claimt dat Peking die auto’s te veel subsidieert. Ze overweegt importtarieven van 15 tot 30 procent op Chinese e-auto’s. Velen vrezen immers het einde van de Europese auto-industrie, die goed is voor naar schatting 13 miljoen jobs.


Maffiastaat

Als de-risking al een Europese tactiek is, dan lijkt Hongarije niet mee te doen. Boedapest pronkt met CATL, maar ook met de eerste Europese fabriek van de Chinese autobouwer en prijsbreker BYD. Die zal de deuren openen in de zuidelijke stad Szeged. De auto’s die daar geproduceerd worden, ontsnappen aan importtarieven, wat slim gezien is van BYD.

Hongarije investeert daarnaast in een nieuwe ‘zijderoute’, een Chinese hogesnelheidstrein die Hongarije, Servië en de Griekse havens met elkaar verbindt. In Boedapest, Debrecen, Szeged en twee andere steden houdt Peking bovendien Confucius-instituten open. In andere Europese landen kwamen die in opspraak omdat ze de vrijheid van academisch onderzoek en van meningsuiting niet respecteerden. Het Confucius-instituut bij de Brusselse VUB huisvestte zelfs een spion. In het politieke hart van Boedapest, bij het parlement en op het aan Amerikaanse presidenten gewijde Vrijheidsplein filmen camera’s van het Chinese Hikvision ons op elke straathoek. Dat controversiële bedrijf is volgens analisten een veiligheidsrisico en in het ergste geval een loergat voor de Chinese partijstaat.

De bizarste vorm van Chinees-Hongaarse samenwerking kondigde Orban zopas aan. Deze zomer zullen Chinese politieagenten patrouilleren op straat, “vooral om Chinese toeristen met taalproblemen” te helpen. Dat is deel van een nieuw ‘veiligheidsakkoord’ tussen beide regeringen. Net als bij de hogesnelheidstrein, de vergunning voor CATL en de aankoop van veiligheidscamera’s hangt ook rond dat akkoord een dikke mist. “In Hongarije bestaat er geen open overheidscommunicatie of transparantie”, zegt socioloog Mark Kekesi. “De overheid houdt de prijs van projecten geheim, of maakt regels in naam van het strategische nationale belang. Het heeft veel weg van een maffiastaat.”

Sinds de EU Hongarije bekritiseerde vanwege inbreuken op de rechtsstaat, is veel Europees geld geblokkeerd. “De politiek zoekt dus nieuw geld”, zegt Kekesi. “China is een welgekomen partner. Peking zal de regering van Fidesz nooit bekritiseren. In ruil krijgt China dingen gedaan die in andere landen niet mogelijk zouden zijn.”


Stort

Dat Hongarije grote investeerders tegemoetkomt, ontgaat ook Gergely Simon van Greenpeace niet. “De productie van lithiumionaccu’s (in plaats van klassieke accu’s met loodzuur, red.) is een vrij nieuwe technologie voor Europa”, zegt hij. “Ze is mogelijk heel gevaarlijk vanwege alle gebruikte chemicaliën. En niet alle normen liggen vast. Hongaarse ambtenaren interpreteren die lacunes als een excuus om gelijk wat toe te staan.”
De Chinese president Xi Jinping in gesprek met de Hongaarse premier Viktor Orban, eerder deze maand.

Simon werkt samen met journalisten en wetenschappers rond de milieuproblemen in de boomende accusector. “We krijgen de ene melding na de andere over lozingen van giftig afval. Er belanden gevaarlijke stoffen in het grondwater en de lucht, er zijn explosies in fabrieken of recyclagesites waarover amper gecommuniceerd wordt. Ik durf gerust te zeggen dat Hongarije vol rommel ligt van de batterijenindustrie.”

In de opstartfase maakt elke batterijenfabriek 20 tot 30 procent ‘mislukte’ batterijen, die vernietigd moeten worden. Zo zit een land dat in die sector stapt snel opgescheept met zware metalen. Sommige ‘afvalverwerkende’ bedrijven in Hongarije zijn eigendom van familieleden van Orban. Een onafhankelijk of sterk milieuagentschap is er niet: Simon weet zelfs van testputten die door de overheid zelf zijn gedempt.

Mocht de fabriek van CATL een voorbeeld nemen aan de Zuid-Koreaanse batterijenfabrieken in Hongarije, dan vreest Simon het ergste. “Producenten als Samsung (dat een kleinere site heeft in Göd, bij Boedapest, red.) zijn hier al herhaaldelijk bestraft. Hun arbeiders worden ziek. Maar het is goedkoper om een boete van 1.000 euro te betalen dan om te investeren in veiligheidsmaatregelen. Onze boetes zijn veel te laag in vergelijking met andere landen. In Duitsland heeft CATL ook een fabriek en daar zijn de eisen strenger.”


Kleuterklas

De komst van CATL brengt de Fidesz-burgemeester van Debrecen miljoenen aan industriebelasting op. Ook de rijkste landeigenaars winnen. Volgens Kozma hangt daarom een omerta rond het project.

Eenmaal buiten zijn kantoor aan de universiteit van Debrecen neemt professor Istvan Fabian, chemicus en voormalig rector, geen blad voor de mond. “Er is behoorlijk wat bullshitting”, zegt hij. “De overheidsdocumenten over de batte*rijenstrategie lezen als het werk van amateurs. Ik zou graag een feitelijk debat met hen voeren. Helaas verloopt het gesprek op het niveau van een kleuterklas.”

Volgens Fabian vergen de geplande productievolumes meer water en energie dan beschikbaar is. “Debrecen is geen goede locatie, omdat we te afhankelijk zijn van grondwater en ver van een rivier zitten”, zegt hij. “De stad zinkt nu al elk jaar. De klimaatopwarming maakt de droogte nog erger, en het microklimaat kan hier verstoord worden.”

CATL zou het waterverbruik van de stad minstens verdubbelen. Om batterijen te maken moet de fabriek grote hoeveelheden water laten verdampen. “98 procent daarvan is onherroepelijk verloren”, knikt Fabian. “Daarnaast maakt de sector ons nog afhankelijker van geïmporteerd Russisch gas, of van nog door China te bouwen kerncentrales. Er is in dit stadje geen capaciteit voor zo’n gigantische fabriek. We bouwen aan een groene toekomst, maar niet voor onszelf.”

Ook het economische plaatje baart Fabian zorgen. “In de waardeketen van elektrische wagens heeft batterijenproductie de minste toegevoegde waarde, en de verkoop van elektrische wagens loopt niet zo vlot als verwacht. Toch heeft onze regering hier massaal geld in gepompt: ze betaalt nieuwe wegen voor CATL en arbeidershuisvesting.”

Het is gemakkelijk Hongarije af te schilderen als zwakste schakel in een eengemaakt Europees front tegenover een Chinese veroveraar. “De-risking houdt net zo lang stand tot een Franse minister naar China reist op zoek naar investeringen”, zegt Nagy Sandor, viceburgemeester van Szeged en lid van oppositiepartij Momentum.

Ook de regeringsgezinde analist Agoston Samuel Mraz wijst gefrustreerd naar de rijkere landen in de regio, en de slechtere startpositie van Hongarije. “Het Duitse zakenleven heeft de banden met China ook niet doorgeknipt. Moeten wij kritiek accepteren en eeuwig afhankelijk blijven van Duitse investeringen, zoals de afgelopen decennia? Sommigen in West-Europa zien ons maar al te graag falen”, zegt hij fors.

De autoproducent BYD speelde, via het Amerikaanse consultancybedrijf EY, overigens meerdere locaties in Europa tegen elkaar uit voor het naar Szeged trok. Chinese autobouwers scouten in Spanje. In die wereldwijde wedren probeert Hongarije te winnen met een van de laagste bedrijfsbelastingen in de EU: 9 procent tegenover een Europees gemiddelde van 21 procent.


Racisme

In Mikepércs is Kozma stellig: als de fabriek er komt, wil ze naar het buitenland. “Er zijn al minstens veertig plaatsen in dit land waar de accu-industrie sporen achterlaat”, zegt ze. Ze is bang voor de gezondheid van haar kinderen, en voor een Chinese invasie. Omdat er weinig werkzoekenden in Hongarije zijn, wil CATL minstens 9.000 arbeiders importeren. “Je moet nu al heel lang wachten voor een doktersafspraak”, zegt Kozma. “En waar gaan die mensen wonen, waar zullen ze uitgaan?” Ze toont een familiewoning in Mikepércs waar tot voor kort zestig Chinezen woonden. Op enkele huizen zien we Chinese aanplakbiljetten, er staan rijen slippers. In landelijk Hongarije is achteloos racisme een constante.

“Hoogtechnologische bedrijven brengen altijd eigen ingenieurs mee, dat is bij Chinezen niet anders dan bij Duitsers”, zegt professor Fabian. “Maar dan heb je de vele lageropgeleiden die de chemicaliën verplaatsen en machines bedienen. Naar verluidt worden dat Vietnamezen.” Andere Hongaren zagen al Oezbeken en Kirgiezen rond de batterijenfabrieken.

Arbeiders van overal ter wereld invliegen is volgens Fabian een risico in een complexe chemische industrie. “In de Zuid-Koreaanse batterijenfabrieken communiceert het middenkader moeizaam met anderstalige arbeiders, ze gebruiken pictogrammen. In de brochures van CATL staat dat die mensen shifts van twaalf uur moeten draaien, zes dagen per week. Onze overheid zweert dat ze die nieuwkomers zal scheiden van de Hongaarse samenleving: geen permanente verblijfsvergunning, afgescheiden woonzones. Voeg daarbij die Chinese ordehandhavers, die hier god weet wat zullen ‘bewaken’.” Hij trekt veelbetekenend een wenkbrauw op. “Maak je geen illusies. Dit worden de slaven van de auto-industrie.”


Undercoveragenten

Orban belooft dat de Chinese politie volgens het nieuwe veiligheidsakkoord “niets te zeggen krijgt over Hongaren”. Alvast één man getuigt over het tegendeel. Hendrey Tibor ontvangt ons in een krap kantoortje vol bontgekleurde vlaggen en boeddhistische beeldjes. Dertig jaar geleden richtte hij de Hongaars-Tibetaanse vriendschapsvereniging op. Begin mei, tijdens het bezoek van de Chinese president Xi Jinping in Boedapest, kwam dat hem op een gekneusde arm te staan.

“We wilden solidariteit met Tibet (een onderdrukte Chinese regio, red.) tonen met een vlag”, vertelt hij. “Een groep Chinese mannen kwam op me af en sloeg me met stokken. Ze gedroegen zich als ordehandhavers. Toen de Hongaarse politie eindelijk ingreep, viseerden ze mij, ze vroegen mijn papieren en lieten de Chinezen vrijuit gaan.”

Volgens oppositiepolitici zijn er al jaren honderden, zo niet duizenden Chinese ordehandhavers in burgerkledij actief. We zien Youtubefilmpjes en foto’s van zulke undercoveragenten. “Wat mij overkomen is, dreigt morgen te gebeuren met Hongaren uit Debrecen of Szeged die hun onvrede over Chinese fabrieken uiten”, vreest Tibor. “Ik heb niets tegen betere economische relaties tussen China en Hongarije. Maar ik ben tegen de export van hun autoritaire model naar hier.”


DS, 25-05-2024 (Giselle Nath)
Met citaat antwoorden