Enkele post bekijken
  #1  
Oud 24th May 2024, 02:05
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,808
Question We voeden onze kinderen niet meer op

We voeden onze kinderen niet meer op


We hebben het niet meer over opvoeden, schrijven drie pedagogen. Wel over afgelijnde educatieve kwesties, waar we dan het advies van zelfverklaarde coaches voor inroepen. Dat moet weer anders.



De titel van dit stuk klinkt wellicht wat vreemd. We verwijzen er alleszins niet mee naar de recente tragedie waarbij jongeren een rioolrooster van een brug boven de E42 gooiden en een trucker om het leven kwam, of naar de afschuwelijke feiten met minderjarigen in een bosje in Kortrijk. Dan had onze stelling een foutieve lading gekregen: een te makkelijke vingerwijzing naar de opvoedingsverantwoordelijkheid van ouders en een invulling van opvoeden als kinderen ‘mores leren’.

Daarenboven heeft een opvoedkundige kwestie – wat er zoal gebeurt tijdens de eerste duizend dagen in een kinderleven en wat dat betekent voor de ouders – de afgelopen dagen best veel aandacht gekregen. Aan de aandacht voor opvoeden ligt het dus ook niet. Er verschijnen voortdurend artikels over hoe we het best met onze kinderen omgaan. Iedereen leest die ook, omdat opvoeden een door en door menselijke activiteit is. Iedereen brengt voor een stukje het kind dat voor hem staat mee groot: van de (groot)ouder tot de kindbegeleider, van de leerkracht tot de sportcoach, van de buur(t) tot de influencer.

Opvoeden is mensenwerk. Dat maakt wie opvoedt ook kwetsbaar. Omdat opvoeden voor veel mensen zo’n belangrijke, persoonlijke, maar ook ongrijpbare aangelegenheid is, hebben we het er niet zo vaak over. We focussen liever op afgelijnde educatieve kwesties zoals schooluitval of schermgebruik. Maar zulke discussies leiden zelden tot een goed gesprek over wat echt belangrijk is: waartoe en waarom brengen we kinderen groot, wat willen we voor onze kinderen? Veelal bespreken we die afgelijnde kwesties algoritmisch, met achterliggende oorzaken, een stand van zaken en mogelijke oplossingen.


Een kind is geen bloem

We proberen het vage concept dat opvoeden is ook behapbaarder te maken in onze taal. Steeds vaker wordt het woord ‘opvoeden’ op websites zoals die van het agentschap Opgroeien en in campagnes (rond opvoedingsstress, bijvoorbeeld) ingeruild voor het woord ‘(op)groeien’. Dat versterkt het idee dat opvoeden in essentie neerkomt op de ‘groei’, de ‘ontwikkeling’ van je kind ondersteunen.

Zo lijkt het alsof kinderen zich ontwikkelen als bloemen, waarvan alle kenmerken al in de kiem aanwezig zijn. Maar kinderen grootbrengen is niet terug te brengen tot het ‘ont-wikkelen’ van een vooraf bepaald ‘ingewikkeld’ schema. Een kind moet niet ontwikkeld worden, maar moet groeien in (mede)menselijkheid.

We begrijpen ook wel dat het wat wringt om het concept van opvoeden als ‘menswording’ op te nemen in overheidsdocumenten zoals decreten over gezins- en jeugdhulpbeleid of buitenschoolse kinderopvang. Decreten zijn opgesteld in een zakelijke bestuurstaal. De vraag hoe we dat doen, “mensen maken”, is daarvoor wat te vaag. Maar nu gebeurt opmerkelijk genoeg het omgekeerde: in het zopas goedgekeurde decreet dat de gezinsondersteuning en jeugdhulpverlening van de nabije toekomst vastlegt, komt het woord ‘opvoeden’ maar één keer voor.

Als het in dat nieuwe decreet al over ‘opvoeding’ gaat, dan in het woord ‘opvoedingsverantwoordelijke’. Veel aandacht dus voor wie finaal verantwoordelijkheid draagt, en weinig aandacht voor wat in veel gezinnen dagelijks gebeurt: samen eten, praten, werken, leren, aanraken, verzorgen, eropuit trekken, spelen, rituelen en tradities onderhouden. Opvoeden, dus. Dat vinden we zo vanzelfsprekend dat het niet meer ter sprake komt.


Hoezo, zelfzorg?

Het woord ‘opvoeden’ is uit de gratie gevallen. Wanneer dat precies is gebeurd, valt niet te achterhalen. Maar het heeft vermoedelijk te maken met de opkomst van het begrip ‘parenting’ in het Angelsaksische taalgebied en ‘parentalité’ in het Frans, in de jaren 70. Parenting en parentalité zeggen iets over de ‘parents’, de ouders, over de vaardigheden die nodig zijn om te kunnen of te mogen opvoeden. Het gaat daarbij veel minder over wie we als ouder zijn voor onze kinderen, over de aspiraties vanwaaruit we onze kinderen willen opvoeden. Het gaat in de eerste plaats om wat we als ‘parent’ (kunnen) doen voor onze kinderen.

In een tijdgeest waarin we opvoeden vooral begrijpen als voorzien in de (psychologische) behoeftes en noden van onze kinderen, hoeft het niet te verbazen dat we overal opvoedcoaches zien opduiken: slaapcoaches, eetcoaches, zindelijkheidscoaches of motorische coaches die – niet zelden zonder enige wetenschappelijke basis – beweren ouders het juiste gedrag te kunnen aanleren om dat allemaal goed te laten verlopen. De ene na de andere (zelfverklaarde) expert passeert de revue en raadt een ‘stijl van opvoeden’ aan: mild, bewust, mindful, autoritatief, goed genoeg, ontspannen, imperfect, aanwezig, enzovoort. Aan keuze geen gebrek.

Het lijkt ons niet toevallig dat in die context dé bestseller van de (Vlaamse) adviesboeken voor ouders als titel Zelfzorg heeft. Het is opvallend dat als ouders beginnen te puffen van het gewicht dat op hun schouders gelegd wordt, het advies luidt dat ze voor zichzelf moeten zorgen. Nog opvallender is dat we ook daarvoor nu een coach blijken nodig te hebben.

Het is maar de vraag of het motief van al die coaches werkelijk het welzijn van ouders en kinderen is, dan wel het inkomen dat ze er zelf aan overhouden. Te veel opvoedwebinars, onlinecursussen, zelfhulpboeken en ‘inspirerende’ spreekbeurten zijn hun dure prijskaartje niet waard. Wie gezinnen werkelijk wil bijstaan, doet dat zonder dollartekens in de ogen.

Het is goed dat er elk jaar tijdens de Week van de Opvoeding wordt stilgestaan bij opvoeden en opvoeders. Maar laat die week niet dichtslibben met commerciële activiteiten van bekende opvoedstemmen. Laten we de Week van de Opvoeding daarom elk jaar aangrijpen om het over het ‘gewone’ opvoeden te hebben. Niet vanuit een handleiding door coaches, maar door de hand te reiken aan dagelijkse opvoeders: ouders, kindbegeleiders, leerkrachten, ondersteuners en hulpverleners.

De fundamentele pedagogische vraag is niet hoe we kinderen opvoeden, maar wel waartoe we hen opvoeden. En laten we het de 51 andere weken van het jaar niet alleen hebben over hoe we ieder voor onszelf moeten zorgen, maar over hoe we de zorg voor onze kinderen opnieuw samen kunnen delen.

Michel Vandenbroeck, Stefan Ramaekers, Philippe NoensPedagogen verbonden aan UGent, KU Leuven en Hogeschool Odisee


DS, 23-05-2024
Met citaat antwoorden