De onstuitbare opmars van de hufter
De onstuitbare opmars van de hufter
Hufterigheid is levend en wel, en alomtegenwoordig. Of hoe het vrije woord van de jaren 60 uitgroeide tot een wedstrijd waarbij je het woord afneemt van anderen.
Ze brachten een paar meiden naar huis, eentje had zich bewusteloos gedronken, Johan Derksen stak als afscheidsgeintje een kaars in haar vagina. Lachen! Toch in Vandaag inside, het programma waarin de voetbalanalist de anekdote vertelde. Veel kijkers lachten niet mee: zij vroegen zich luidop af wat iemand bezielt om zoiets op tv te vertellen. En of Derksen misschien niet ‘op het randje’ was, maar een echte hufter – zoals zijn critici al jaren beweren.
Derksen twijfelde misschien zelf. Hij begon zijn anekdote met de woorden ‘Als ik eraan terugdenk, je schaamt je kapot’. Maar de mannen aan tafel grinnikten op automatische piloot, en daarna ging het weer over voetbal. Vandaag inside is daarop twee weken geschorst. Niet gecanceld door een handvol boze vrouwen, maar het medianetwerk Talpa, dat zijn kijkcijferkanon niet zomaar wilde opgeven, moest een signaal geven – als sponsors afhaken, heeft de verontwaardiging een kritische massa bereikt.
Toch start Derksen vanaf maandag weer met Vandaag inside op SBS6 (zie inzet) en vanaf morgenavond is hij te zien op NPO 2 in de vierdelige serie Inclusief Rutger, over inclusiviteit. Misschien is dat een betere plek om dieper in te gaan op de ‘jeugdzonde’. Of misschien worden het vier afleveringen vol zelfbeklag, want de centrale vraag is of inclusiviteit niet te ver is doorgedraaid. De reeks wordt gemaakt door PowNed, waarvoor in Nederland de term ‘hufterjournalistiek’ werd gelanceerd. Er is nu eenmaal een kleine, luide groep die net zomin als Derksen had verwacht dat een groot deel van de kijkers, nou ja, in het kruis zou zijn getast.
Britse lad culture
Gebrek aan respect voor anderen voorstellen als rebels en authentiek, is opnieuw mode sinds de Britse lad culture uit de jaren 90. De stijl was anti-intellectueel, zelfs als hij door universiteitsstudenten werd uitgedragen. Lijfbladen van de lads als Loaded en FHM zijn verdwenen, maar ze hebben sites als Reddit geïnspireerd, bloggers als Geen Stijl, en uiteraard ook Twitter, waar het een sport is om elkaar met provocerende meningen de loef af te steken. Het gedrag is intussen uitgedijd naar beide geslachten en alle leeftijden. Je ziet het op festivals als Kamping Kitsch, waar welgestelde jongelui zich gedragen zoals een marginaal – of toch zoals zij denken dat iemand die in de marge leeft zich gedraagt. En bij een Amerikaanse president die geloofde dat rijke mannen alle vrouwen in de pussy mogen grabbelen.
Je ziet het ook op straat, waar de verkeersagressie elk jaar toeneemt. KLM heeft een zwarte lijst van passagiers die gemeenzaam ‘vlieghufters’ worden genoemd. Stewardessen kunnen natuurlijk een boekje opendoen over klanten die menen hen te mogen afblaffen en zelfs te bedreigen. Net als buschauffeurs en kaartjesknippers, of leraars, en veel andere beroepen die vroeger vanzelfsprekend op een zekere autoriteit konden rekenen.
Filosoof en socioloog Bas van Stokkom peilt al jaren de boosheid in de maatschappij; het leidde onder meer tot het boek Wat een hufter! Ergernis, lichtgeraaktheid en maatschappelijke verruwing. Hij ziet een lijn naar de antiautoritaire beweging van de jaren 60 en 70. ‘Dat was een grote minderheid die zich afzette tegen macht en gezag, maar behoorlijk van zich af beet en weerklank vond in de media. Die subcultuur is steeds groter geworden. In een democratische cultuur waarin iedereen zich gelijkwaardig acht, is het veel moeilijker geworden om vrijwillige instemming te krijgen met waar jij als leraar, agent of ouder voor staat.’
Maar de antiautoritaire beweging kantte zich tegen instellingen of individuen die veel machtiger waren dan zijzelf. Als dat repercussies kan hebben voor de roeper of klokkenluider, kun je daar zelfs respect voor opbrengen. Voor aanvallen op piepkleine gezagdragers of mensen zonder macht ligt dat anders. ‘Er is inderdaad weinig rebels aan, het is zelfs laaghartig. Het heeft niets te maken met vrije meningsuiting, waar vaak mee wordt geschermd. De parrhesia uit het antieke Griekenland, de deugd van het vrijmoedig spreken, vertrok vanuit het idee dat de machtigen onomwonden de waarheid moest worden gezegd.’
Verkrachtingscultuur
Al in 2012 noemde NUS, de koepel van Britse studentenverenigingen, de opmars van lad culture aan de universiteiten zorgwekkend. De NUS zag homofobie, racisme en antifeminisme opduiken in steeds agressievere studentendopen, en groeiende seksuele intimidatie op de campussen. Een op zeven studenten was zelfs aangerand, maar slechts een op tien van hen had aangifte gedaan. ‘Dit is een cultureel probleem, het gevolg van een omgeving waar verkrachting de punchline is van honderden bescheten grappen’, besloot het NUS-rapport, in stijl.
In de jaren 90 begon ook de opmars van het neoliberalisme, waarbij werknemers worden ‘geoptimaliseerd’, het je eigen schuld is als je niet bereikt wat je wil, en alles wordt gecommercialiseerd. ‘Dat competitieve mensbeeld, ieder voor zich, brengt een verharding van de communicatie mee’, zegt van Stokkom. ‘Tegelijk hebben organisaties te maken met een vervrouwelijking in de omgang: de roep om consensus, brede en open communicatie en redelijkheid is groot. Als de twee botsen, gaat het erom te winnen, desnoods door iemand de mond te snoeren.’
‘Dat competitieve mensbeeld noemt zich gek genoeg ook liberaal en libertair, wat dan de grote overeenkomst is met de jaren 60. Maar jonge generaties keren zich tegen hun libertaire ouders en nemen weer een zekere preutsheid in acht. Of ze hetzelfde verstaan onder preutsheid als hun ouders, is overigens nog maar de vraag. Jongeren komen via sociale media jonger met porno in contact dan vroeger, en de popcultuur is gepornificeerd.’ De generatie van mei 68 had ook nooit voorspeld dat seks en bloot, onder meer dankzij nieuwe technologie, zou uitgroeien tot koopwaar met een enorme winstmarge. En je slip na de training aanhouden bij het douchen, kan net zo goed een voorzorgsmaatregel zijn om te vermijden dat je blote zelf online wordt gegooid.
Hoezeer generaties naast elkaar praten over seks, bleek toen Bennie Jolink van de rockgroep Normaal de verdediging van Derksen opnam. ‘Wij hebben vrouwen meegemaakt die voorstellen deden waar de duivel een kleur van zou krijgen’, schreef de zanger op Facebook. Waarop tieners antwoordden dat je best gore dingen met elkaar mag uitvreten, zolang het met onderlinge toestemming is. Overigens moesten jonge vrouwen in de vroege jaren 70 van Jolink voortdurend uitleggen dat een feministe het niet met iedereen doet, maar met wie zij uitkiest.
Van Stokkom herkent het fenomeen. ‘Het feminisme kwam in de jaren 60 op, maar je ziet toch dat vrouwen zich veel lieten aanleunen door de mannen van hun generatie. Mannen waren beter in de assertiviteit van toen. Hun privileges stonden voorop, en bleven ook overeind.’
De bedreigde man
‘De vrijgevochtenheid van de jaren 60 wordt tegenwoordig veel masculiener ingevuld’, stipt van Stokkom aan. ‘Het is een mannelijkheidsbeeld dat ik de Krijger noem, heel anders dan de Patriarch van vroeger. Het zijn mannen die zich bedreigd voelen door de inhaalbeweging die vrouwen hebben gemaakt, door “elites” en soms door migranten, als die plekken innemen waar zij recht op denken te hebben. Ze zoeken een nieuwe identiteit in een zekere straatcultuur, eerder dan in een goede maatschappelijke positie, zoals vroeger. Hun cultuur is die van populaire media, actiefilms, sommige vormen van hiphop, sport, bodybuilding en tattoos. Alles wat het macho-ideaal verheerlijkt en stoerheid uitstraalt.’
Op tv heersen de competitiviteit van kook-, zang- en spelwedstrijden, en de provocerende toon van sommige talkshows. ‘Het verdienmodel speelt daar een grote rol bij’, zegt van Stokkom. ‘Mensen die ruziemaken, dat brengt op. Op sociale media loont het om veel volgers te krijgen, die krijg je sneller met stoere opinies die snel worden gedeeld dan met nuance.’
Dat klinkt alsof we de hufter nog niet kwijt zijn. ‘Ik maak me wel zorgen. Het is meer dan onschuldig vermaak waarbij niets op het spel staat. Natuurlijk willen we niet terug naar de jaren 50, met zijn armoedige cultuur. Je kon er niet in praten over je geestelijke toestand of gevoelens. De maatschappij werd geregeerd door schaamte, homo’s moesten in de kast blijven. Ik verwacht ook niet dat dit soort openheid verdwijnt. Maar de spektakelindustrie heeft van het vrije woord een verdienmodel gemaakt. Daar zijn we nog lang niet van af, vrees ik. Je wil niet dat in de publieke ruimte straks weer het recht van de sterkste geldt.’
DS, 22-05-2022 (Inge Schelstraete)
|