Ouderwetse recepten voor Franse jeugd?
Kan Macron de Franse jeugd met ouderwetse recepten weer trots maken?
Met plannen om schooluniformen en burgerplicht in te voeren, lijkt de Franse president Macron – de grote vernieuwer – conservatiever dan ooit. Maar is dat wel zo? “Orde gaat hand in hand met vooruitgang.”
Hij zal er alles aan doen “pour que la France reste la France”, belooft de Franse president Emmanuel Macron. Dat Frankrijk Frankrijk blijft. Het is een slogan die eerder op verkiezingsposters van Eric Zemmour en de conservatieve Les Républicains (LR) stond. Een dag na de grote persconferentie van Macron koppen kranten dat hij inderdaad rechtser geworden is. Met een nadruk op orde, hard werken, respect, familie en burgerzin klonk de Franse president zo nu en dan als een grootvader die mijmert over de goeie oude tijd. “De wereld van gisteren vervaagt”, klonk het.
Maar ondanks crisissen, oorlogen en de klimaatopwarming is hij ervan overtuigd dat “onze kinderen morgen beter zullen leven dan wij vandaag”, want “we zijn nog niet klaar met de vooruitgang”. Daar onderscheidt Macron zich van de conservatieven van LR of van Zemmour, die zich al te vaak laten gaan in doemdenken over de ondergang van Frankrijk. Een ziekte die ook vele Fransen besmet heeft. Zeven op tien geloven dat hun land achteruitgaat en dat die achteruitgang onomkeerbaar is. In dat land, verteerd door ‘déclinisme’, is Macron een optimist.
Met zijn nieuwe rechtsere regering leek de “en même temps”-balans die hij sinds het begin van zijn presidentschap probeerde te bewaren dood en begraven. Het zijn de steeds terugkerende woorden van Macron waarmee hij twee ogenschijnlijk tegengestelde dingen verenigt om tot een pragmatische oplossing te komen. Zo zei hij “op hetzelfde moment” links én rechts te zijn.
Gele hesjes
Maar tijdens de persconferentie hield Macron het evenwicht tussen conservatief en progressief: “gezag gaat hand in hand met emancipatie” en “orde gaat hand in hand met vooruitgang”, benadrukte hij. Je kunt ook vooruitrijden terwijl je in de achteruitkijkspiegel kijkt.
Macron belooft het land te “herbewapenen”. Dat begint op school. Uniformen, beperkte schermtijd voor kinderen, lessen burgerschap, de terugkeer van rituelen zoals diploma-uitreikingen, de Marseillaise leren, een verplichte burgerstage voor tieners … Het zijn voorstellen die passen in partijprogramma’s van rechtsere partijen. Tegelijkertijd (en même temps) streven ze naar gelijkheid, de égalité uit de Franse Revolutie.
Die gelijkheid is zoek in het Franse onderwijs. Het land is verscheurd, dat hebben de gele hesjes duidelijk gemaakt. Wie naar school gaat op het platteland heeft niet dezelfde start als wie school loopt in hartje Parijs. Een kind dat opgroeit in een cité moet hard lopen om een kind uit de grootstad bij te benen. Er zijn in Frankrijk heel wat ouders die twee keer nadenken over waar ze gaan wonen, en dus waar hun kinderen school zullen lopen. Naar de “juiste” school gaan opent immers deuren.
Cultuur op school moet helpen om die kloven te dichten. Macron wil dat jongeren zich op school verdiepen in kunstgeschiedenis en hij wil theater op school verplichten. Wie weleens praat met Franse jongeren merkt hoe eloquent die kunnen zijn. Ze praten over Baudelaire en Balzac alsof ze ermee opgroeiden en debatteren beter dan de doorsnee politicus. Maar ook in Frankrijk gaan de Pisa-scores erop achteruit en groeit de groep jongeren die met moeite een foutloze zin kan vormen. Kort door de bocht zit ook daar een verschil tussen jongeren uit de grote steden en die van het platteland en de cités.
Theater “bouwt zelfvertrouwen op”, zegt Macron. Het maakt kinderen “welbespraakt” en brengt hen in contact “met de grote teksten”. Hij had de verplichte theaterlessen amper uitgesproken of op het internet verschenen filmpjes van een jonge Macron die verkleed als vogelverschrikker op het podium stond in een toneelstuk van Jean Tardieu: La comédie du langage, een komedie over woorden en over wat het betekent om te spreken.
Opgroeien in het Louvre
In 2019 onderzochten de denktank Jean-Jaures, peilingbureau Ifop en Chemins d’avenir (een organisatie die plattelandsjongeren begeleidt in hun schoolparcours) hoe geografische afkomst de ambities en het zelfvertrouwen van Franse jongeren beïnvloedt. Volgens die rondvraag wilden zeven op tien jongeren uit regio Parijs “ambitieuze” studies gaan volgen. Op het platteland was dat iets minder dan de helft. Macron wil het Frankrijk dat denkt “dit is niet voor mij weggelegd” op andere gedachten brengen. Ook toegang tot cultuur is niet voor iedereen gelijk. Een kind dat opgroeit tussen het Louvre en Centre Pompidou heeft meer kans om in contact te komen met kunst dan eentje uit pakweg Pelouse in de Lozère. De rijke Franse cultuur leren kennen, moet bijdragen tot een zekere fierté.
Of uniformen, theaterlessen en de Marseillaise ervoor kunnen zorgen dat de Franse jeugd zelfvertrouwen krijgt en trots wordt om Fransman te zijn, moet de toekomst uitwijzen. Maar dat is wel waar veel Fransen naar snakken. Terwijl bij ons het beeld van de ietwat arrogante, chauvinistische Fransen nog leeft, is Frankrijk zijn zelfvertrouwen kwijtgespeeld. In 2017 werd Macron verkozen omdat hij hoop uitstraalde. Franse kranten waren haast euforisch. “De verkiezingen zijn gewonnen door een jongeman die een campagne voerde naar zijn eigen beeld – briljant”, schreef zakenblad Challenges. Macron was “de moderniteit en vernieuwing die ons land, notoir geplaagd door pessimisme, hard nodig had”. Nu geeft Macron toe dat er de voorbije zeven jaar ondanks “verbeteringen” geen “radicale verandering” gekomen is. Mea culpa.
DS, 17-01-2024 (Jolien De Bouw)
|