Het is niet voorbij, het begint pas
Het is niet voorbij, het begint pas
De oorzaken van het misbruik in de kerk moeten ten gronde aangepakt worden, schrijft Emmanuel Van Lierde. Wat bestreden moet worden, zijn de netwerken van clerici die elkaar beschermen.
Karel Verhoeven en Wim Van de Voorde wezen er eergisteren in deze krant al op: het gaat bij het misbruik in de kerk niet alleen om enkele rotte appels en er valt niet één oorzaak aan te wijzen. Het gaat om een systemisch probleem dat voortkomt uit een giftige cocktail van oorzaken. Zolang die toxische klerikale cultuur niet wordt ontmijnd, zal de bom van het misbruik telkens weer in het gezicht van de kerk – niet alleen van de rooms-katholieke trouwens – ontploffen. Dat ontmijningswerk staat nog maar in de kinderschoenen.
Als redacteur van het christelijke opinieweekblad Tertio berichtte ik vanaf 2008 – nog vóór de bom rond *Roger Vangheluwe ontplofte – over de misbruikschandalen in de kerk en verdiepte ik me jarenlang in dat onderwerp – met de nodige tegenzin en walging bij het lezen van allerlei internationale rapporten. Bij herhaling heb ik er in standpunten en artikels op gewezen dat er grondiger werk verricht moet worden om de structurele oorzaken aan te pakken. De ergste fout die kerkleiders kunnen maken, is te denken dat het bij hen niet voorkomt of dat het een zaak uit het verleden is. Die illusie moet doorgeprikt worden en dat kan alleen maar door de getuigenissen in een breder verband te plaatsen en door de pijnpunten te blijven herhalen. Tot in den treure moeten we dat collectief blijven toen, tot de kerk wereldwijd en in Rome bereid is bij te sturen en de omslag te maken van een klerikale en hiërarchische kerk naar wat ze zelf een ‘synodale’, dienende, nederige en luisterende kerk noemt. Ook dat synodale proces staat nog in de kinderschoenen en de weerstand ertegen is groot.
De blinde vlekken van de paus
Bij elk nieuw schandaal of rapport – deze week is de Zwitserse kerk aan de beurt – wordt opgeroepen om transparanter en kordater op te treden tegen misbruikers en tegen wie zaken in de doofpot stopte, en om de structurele oorzaken ten gronde aan te pakken. Maar gebeurt het ook? Er is wereldwijd nog een lange weg af te leggen inzake opheldering van het verleden, heling, preventie en nul*tolerantie tegenover daders. Zolang de zaken niet tot op het bot zijn aangepakt, zullen de wonden blijven etteren.
In Amerika kwamen de misbruikschandalen al vanaf 2001 aan het licht, dankzij de onderzoeksjournalistiek van het Spotlight-team van The Boston Globe – herinner u de gelijknamige film uit 2015. Maar nog altijd komen nieuwe dossiers naar boven. Zo was er in 2018 de zaak rond ex-kardinaal Theodore McCarrick. Hoe was het ‘in godsnaam’ mogelijk dat McCarrick zo’n steile carrière kon maken– van hulpbisschop in 1977 tot kardinaal in 2001 – hoewel hij zich vanaf de jaren 70 voortdurend bezondigde aan seksueel misbruik? Het Vaticaan onderzocht dat zelf en publiceerde er in 2020 een uitvoerig rapport over. Eind jaren 80 waren er al anonieme klachten en geruchten. Het was een publiek geheim dat ‘Uncle Ted’ het bed deelde met seminaristen en jonge priesters. Toch duurde het nog tot 2017 voor een eerste slachtoffer uit de anonimiteit trad en werd geloofd.
Vooral paus Johannes Paulus II wordt met de vinger gewezen. Niet voor het eerst komen zijn blinde vlekken inzake seksueel misbruik en zijn betwistbare benoemingspolitiek ter sprake. Ondanks waarschuwingen in 1999 van de New Yorkse kardinaal John O’Conner (1920-2000) en tegen de adviezen in benoemde Johannes Paulus II McCarrick in 2000 tot aartsbisschop van Washington. De Poolse paus kende de gedreven bisschop en succesrijke fondsenwerver persoonlijk en die zwoer onschuldig te zijn. Hij geloofde hem, mede door zijn ervaring met regimes die zulke laster inzetten om de kerk te beschadigen.
Toen in 2005 nieuwe beschuldigingen opdoken, verkoos Benedictus XVI McCarrick aan te moedigen met pensioen te gaan en zich low profile op te stellen – dat laatste deed hij niet. Tot een canoniek proces of officiële sancties kwam het niet. Daarvoor was het wachten op paus Franciscus, die hem in 2018 zijn kardinaalstitel ontnam en in 2019 terugbracht tot de lekenstaat.
Eerder had Franciscus gehoord over roddels in de tijd van McCarricks benoeming in Washington, maar hij vertrouwde erop dat zijn voorgangers correct hadden gehandeld. Het rapport van 2020 toont dat er geen makkelijke verklaringen of een paar schuldigen zijn. Ja, McCarrick was een rotte appel, maar zovelen hadden kunnen ingrijpen en deden dat niet. Vier bisschoppen uit New Jersey waren op de hoogte, drie van hen hielden informatie achter.
Mannennetwerk
Waarom greep niemand in? Om de reputatie van het instituut te beschermen, in de eerste plaats, maar we moeten het antwoord ook zoeken in het samenspel van macht en een gesloten, hiërarchisch mannennetwerk met een hoog aantal homoseksuelen.
In zijn boek Sodoma zoekt de Franse auteur Frédéric Martel naar de wetmatigheden van dat klerikale kastesysteem in het Vaticaan, maar als het er aan de top zo aan toegaat, hoe is het dan elders in de kerk gesteld? Doet hetzelfde zich dan niet voor in bisdommen en kloosters: clerici die elkaar indekken en denken aan niemand verantwoording verschuldigd te zijn, die seminaristen, novicen of confraters aanzetten tot dubbellevens en hypocrisie, die vriendjes belonen met promotie en andere roepingen fnuiken?
McCarrick is maar één sprekend voorbeeld. We hoeven niet ver te zoeken naar andere gevallen. Ook in Vlaanderen bleek een populaire bisschop – in de wandelgangen werd ook gesproken over ‘nonkel Roger’ – een misbruiker te zijn en tot nu toe is er maar weinig transparantie over zijn dossier en de hem opgelegde sancties. Het zou de kerk sieren mocht ze die eindelijk eens allemaal publiek maken.
Toch zijn zulke cases maar het topje van de ijsberg. We moeten verder durven te kijken, naar waar het klerikale kastesysteem uitwassen kent en slachtoffers eist. Er moeten dringend lessen getrokken worden uit het verleden, vooral inzake de opleiding en vorming van toekomstige kerkelijke ambtsdragers en inzake het benoemingsbeleid. Het is cruciaal dat iedereen die onraad ruikt, dat meldt. Alarmsignalen en klachten moeten ernstiger worden genomen. Regels volstaan niet, het komt aan op de eerlijkheid van mensen. Maar is er in de kerk een cultuur van vertrouwen zodat niemand zich geremd hoeft te voelen om vrijmoedig te spreken? Ook veel leken missen daartoe de moed.
921 slachtoffers, 510 daders
Het misbruik in de kerk behoort niet tot het verleden. Er blijven nieuwe dossiers en pijnlijke analyses opduiken, zoals het ‘pilootproject’ dat de Universiteit van Zürich deze week voorstelde – bij een eerste analyse komen ze tot 921 slachtoffers van 510 daders in de periode van 1950 tot 2022 –, het Pennsylvania grand jury report uit november 2018 en het Franse rapport van de Commission indépendante sur les abus sexuels dans l’église (CIASE) in oktober 2021.
In de nasleep van dat CIASE-rapport kwam in november 2022 aan het licht dat elf Franse bisschoppen, onder wie kardinaal Jean-Pierre Ricard (1944) van Bordeaux, zich bezondigden aan misbruik of schuldig verzuim. Ricard staat nog steeds vermeld op de website van het Vaticaan bij de stemgerechtigde kardinalen. Waarom is zijn titel nog niet ingetrokken? Hoever staat het met zijn dossier? De transparantie ontbreekt andermaal.
Ook in Zwitserland vallen meerdere bisschoppen nu van hun voetstuk. Telkens opnieuw halen die mokerslagen de geloofwaardigheid van de kerk onderuit. Zolang klerikalisme en carrièrisme bestaan, zal er machtsmisbruik en seksueel misbruik in de kerk zijn. Donderpreken en visioenen over een nederige en nabije kerk volstaan niet om de dodelijke kwalen uit te roeien. Zonder een grondige ‘tempelreiniging’ (Mattheüs 21, 12-13) met onverbiddelijke ontslagen en sancties komt er geen herstel. Dan blijft Gods ‘huis van gebed’ een ‘rovershol’ waarbij we ons moeten hoeden voor wolven, niet in schaaps-, maar in herderskleren.
Clerici hoeven niet perfect te zijn. Dat waren de apostelen ook niet. Maar wie zware misdaden beging of toedekte, hoort niet achter het altaar. Het valt niet langer vol te houden dat het maar om enkele rotte appels gaat, of dat het allemaal zaken uit het verleden zijn. Als het seksuele, fysieke en geestelijke misbruik – van minderjarigen, maar ook van seminaristen, jonge confraters, nonnen, huishoudsters … – op zo’n wereldwijde schaal voorkomt, ligt het dan niet aan systeemfouten? Moet er niet gezocht worden naar structurele oorzaken?
Alleen het celibaat als boosdoener aanwijzen, is te simplistisch, want ook binnen gezinnen komt veel misbruik voor. Maar met klerikalisme, macht, psychische onvolwassenheid en een gesloten, hiërarchisch mannennetwerk erbij ontstaat een giftige cocktail. Commentatoren zoals Frédéric Martel, Robert Mickens, Rod Dreher en James Alison wijzen voorts op het buitengewoon hoge aantal homoseksuele geestelijken dat door de kerkelijke leer ter zake zijn geaardheid verborgen houdt – vaak door zich net homofoob te gedragen – met hypocrisie en psycho-seksuele immaturiteit tot gevolg.
Hetero’s haken af
Kenneth L. Woodward publiceerde ten tijde van het Pennsylvania grand jury report een opmerkelijk artikel in Commonweal Magazine, onder de titel ‘Double lives: the peril of clerical hypocrisy’. In acht op de tien gevallen van misbruik door priesters betreft het slachtoffers van hetzelfde geslacht. Daaruit concludeert de religiejournalist dat je niet kunt ontkennen dat homoseksualiteit een rol speelt. Hij wijst wel op het verschil tussen pedofielen die kinderen vóór de puberteit misbruiken en zogenoemde efebofielen als ex-kardinaal McCarrick, die zich richten op adolescenten en jongvolwassenen. Woodward vraagt zich af wat er geworden is van diens slachtoffers. Leiden ze nu als priester ook een dubbelleven?
‘Niemand in de katholieke hiërarchie staat te springen om na te gaan wat de reikwijdte is van de gay networks binnen de clerus, in de seminaries en bij de bisdomleiding, of in het Vaticaan’, schrijft Woodward, die geen heksenjacht op homoseksuele priesters en bisschoppen wil. ‘We kennen er allemaal die in kuisheid leven, net zoals we er heteroseksuele kennen die hun celibaatsgelofte niet houden.’
Wat bestreden moet worden, zijn de netwerken van clerici die elkaar beschermen, die jongere seminaristen en priesters aanzetten tot een dubbelleven, die volgelingen belonen met promoties en die maken dat hetero’s afhaken en hun roeping niet meer volgen. Wat de kerk nodig heeft, is een echte scheiding der machten en onafhankelijke controle op wie macht uitoefent. Beide ontbreken nu. Met onderlinge broederlijke vermaningen alleen lukt het niet. Ja, er is nog een lange weg te gaan. Het is niet voorbij en opgekuist, het werk is pas begonnen.
Emmanuel Van Lierde, gewezen hoofdredacteur van het christelijke opinieweekblad Tertio
DS, 15-09-2023
|