Niet alles is te koop, toch wordt het onderwijs verkocht
Niet alles is te koop, toch wordt het onderwijs verkocht
Niet alles is te koop, zo luidt ook de titel van een boek van politiek filosoof Michael Sandel, waarin hij laat zien dat in Amerika werkelijk alles te koop is, tot een plek in een rij wachtenden aan toe. Of, minder opzienbarend, een huisarts die zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar is, tegen extra betaling. Of toegang tot een betere universiteit, met een hoger collegegeld. Of een roerende bruiloftstoespraak, kant-en-klaar online te bestellen.
Dit boek verscheen in 2012 en misschien kon je toen nog proberen Sandels voorbeelden af te doen als Amerikaanse toestanden. Maar inmiddels moeten we vaststellen dat de uitverkoop van wat ooit publieke voorzieningen waren, grote delen van de wereld treft, inclusief Nederland. Wat Trouw indertijd over Sandels boek schreef, klinkt akelig actueel: “De vrije markt is steeds verder binnengedrongen in maatschappelijke domeinen waar zij vroeger buiten stond: de gezondheidszorg, het onderwijs, de veiligheid, zelfs het gezinsleven. Daardoor is de hele samenleving van karakter veranderd: van een samenleving die een markteconomie hád, is zij zelf een ‘marktsamenleving’ geworden, waarin marktwaarden vrijwel het hele leven zijn gaan beheersen.”
Een bescheiden bijdrage
Twee weken geleden riep ik hier dat de zorg gered moest worden van de markt, nu wil ik hetzelfde bepleiten voor het onderwijs. Ik doe dat in de wetenschap dat ik zelf een bescheiden bijdrage heb geleverd aan de corrumpering van het publieke systeem. Voor de zoon die deze week zijn universitaire master haalde (hoera!), kochten we ooit bijlessen wiskunde, de dochter die bleef haken in haar scriptie kreeg een betaalde private begeleider. Bij die wiskundelessen was het nog zo dat de middelbare school tegensputterde: wij zien het als onze taak om álle leerlingen er doorheen te slepen, zei men, en dat leek me juist. Maar waarmaken konden ze het niet en dus gingen we de markt maar op.
In die tijd was dat nog gerommel in de marge, maar nu is het vette business. In 2017 waren er 3396 bijles- en huiswerkbedrijven, in 2022 waren het er 5462, zo beschrijft De Groene Amsterdammer in een artikel over ‘de sluipende vercommercialisering’ van het onderwijs. De bijles-sector heeft een vaste plek veroverd, ook binnen scholen zelf. “De boodschap is al gauw dat het inkopen van extra onderwijs erbij hoort, want de school zegt het”, aldus de voorzitter van de Onderwijsraad. Zij spreekt van ‘een heel rare vermenging van publiek en privaat’.
Van de samenleving naar de markt
Soms moet je de zaken op een rij zien, om te beseffen wat er gebeurt. Het Groene-stuk noemt zeven ‘insluipers’ die miljoenen verdienen aan de privatisering van het onderwijs. Daarbij gaat het om de grote uitgevers van lesmateriaal en wetenschappelijke publicaties, het al genoemde schaduwonderwijs, waar ook de examentrainingen bij horen, de ‘cowboybureaus’ die leerkrachten stimuleren om zzp’er te worden, commerciële bureaus die onderwijsplannen leveren, academisch onderzoek dat wordt gefinancierd door Shell, de Zuidas of de Chinese overheid, hoogleraren die dubbele petten dragen; academisch en commercieel.
De toegang tot onderwijs en wetenschap, en ook de inhoud ervan, verschuift van de samenleving naar de markt. Wat niet te koop was, wordt verkocht, we raken iets kostbaars kwijt.
Trouw, 01-09-2023 (Stevo Akkerman)
|