18th August 2023, 05:35
|
|
Administrator
|
|
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,805
|
|
Top 1 procent bezit in België waarschijnlijk meer dan 13,5 procent
Top 1 procent bezit in België waarschijnlijk meer dan 13,5 procent
België zou een van de minst ongelijke landen ter wereld zijn. Arthur Apostel stelt zich grote vragen bij die mythe.
Volgens het recente Global Wealth Report van de Zwitserse bank UBS, waarover ook De Standaard berichtte, zou de top 1 procent in België 13,5 procent van het totale nettovermogen in handen hebben. Daarmee zou België een van de meest gelijke landen ter wereld zijn. Om verschillende redenen lijkt deze schatting twijfelachtig.
Over de vermogensongelijkheid in België is helaas nog (te) weinig geweten. Er is in België geen vermogenskadaster. Daarom kan de verdeling van de Belgische vermogens alleen geschat worden. De meest betrouwbare bron hiervoor is de Household Finance and Consumption Survey (HFCS), een driejaarlijkse enquête van de Nationale Bank van België. Daar zijn twee problemen mee. Zeer rijke huishoudens zijn minder dan gemiddeld bereid om deel te nemen aan vermogensenquêtes. Deelnemers zijn bovendien geneigd hun nettovermogen lager voor te stellen dan het werkelijk is. Beide problemen leiden tot een onderschatting van de vermogensongelijkheid.
Sommige economische onderzoeken proberen dat te corrigeren. Het eerste probleem – de afwezigheid van superrijken – wordt gewoonlijk opgelost door de HFCS-data uit te breiden met een verbeterde schatting voor de top van de vermogensverdeling. Zo’n verbeterde schatting is gebaseerd op de combinatie van informatie over de rijkste huishoudens in de HFCS met gegevens van rijkenlijsten zoals de ‘De rijkste Belgen’. Het tweede probleem – de onderrapportering van het vermogen – kan worden gecorrigeerd door de enquêtedata te herschalen met gegevens van de nationale rekeningen.
Om verschillende redenen lijkt de schatting door UBS van het nettovermogen van 1 procent rijksten weinig betrouwbaar. Het rapport gebruikt niet de meest recente beschikbare cijfers, wel de HFCS-data uit 2017. Ondertussen zijn die van 2021 ook beschikbaar. Bovendien blijkt dat de data niet op microniveau, maar in geaggregeerde vorm verzameld werden door de auteurs van het rapport. Die geaggregeerde data worden vervolgens gedisaggregeerd in een procedure die bijkomende, onnodige assumpties oplegt. Ten tweede wordt voor de correctie van de afwezigheid van superrijken in de HFCS gebruikgemaakt van de Forbes-miljardairslijst. Die lijst is voor België onbetrouwbaar omdat er bijzonder weinig observaties voorhanden zijn (ongeveer één à twee, afhankelijk van het jaar).
Nog een reden om met scepsis te kijken naar de schattingen van UBS is het feit dat de schatting van het nettovermogen van de 10 procent rijksten sterk afwijkt van een recente schatting door de Nationale Bank. Volgens UBS zouden die slechts 44 procent van het nettovermogen bezitten, volgens recente cijfers van de Nationale Bank is dat 57 procent van het nettovermogen. Een groot verschil.
Uit mijn eigen onderzoek naar de Belgische vermogensverdeling, ondertussen na peerreview gepubliceerd, op basis van HFCS-gegevens op microniveau uit 2017 en gebruik makende van de veel uitgebreidere ‘De rijkste Belgen’-lijst, blijkt dat de 1 procent rijksten ongeveer 24 procent zou bezitten en 10 procent rijksten ongeveer 54 procent van het nettovermogen in handen hebben.
Helaas kan er over de vermogensongelijkheid in België nog weinig met zekerheid gezegd worden. Door databeperkingen zijn veronderstellingen nodig die onzekerheid in de berekeningen brengen. Lopend onderzoek van het Federaal Planbureau in het kader van de narekening van de verkiezingsprogramma’s biedt binnenkort mogelijk nieuwe inzichten in de vermogensongelijkheid in België. Maar dat de top 1 procent slechts 13,5 procent van het totale nettovermogen zou bezitten? Dat lijkt wel zeer onwaarschijnlijk.
Blog DS, 18-08-2023 (Arthur Apostel)
|