Van mij naar ons en terug
Kerstessay 'Gelukkig en gestoord'
Deel 3: Van mij naar ons en terug
Nooit leefden we in zo’n grote welvaart, nooit voelden we ons zo ontredderd. Damiaan Denys onderzoekt waarom we leven met angst, hoe nodeloos ingewikkeld we doen over geluk, en, in dit derde deel, hoe het verlangen naar individuele autonomie onze samenleving gevormd heeft, en omgekeerd, hoe de samenleving ieders autonomie waarborgt.
Samenlevingen evolueren in stadia waarbij de idealen en normen van een oude orde als sleetse huid worden ingeruild voor een nieuwe orde. Sociale veranderingsprocessen kunnen bruusk verlopen door oorlogen en revoluties of geleidelijk door industrialisering en religieuze ontvoogding. Ze kunnen gestuurd worden door technologische doorbraken zoals het gebruik van elektriciteit of internet, of door medische zoals infecties en vaccinaties. En ze kunnen beïnvloed worden door denkbeelden zoals emancipatie of klimaatbewustzijn.
Vaak realiseren we ons pas achteraf dat zo’n proces zich heeft voltrokken. Beetje bij beetje druppelen sociale correcties door die ongemerkt worden vertaald in aanpassingen van het gedrag en op hun beurt inwerken op intermenselijke relaties en zo stilzwijgend een cultuuromslag teweegbrengen. Mondjesmaat worden kleine variaties aangebracht in bestaande wereldbeelden, tot de grote massa kantelt en er sprake is van een globale verschuiving in perceptie en houding. Plots voelen we dat de wereld anders is, zoals in de lente, wanneer alle planten gaan bloeien.
Sociale processen zijn het gevolg van gezamenlijke acties van individuele mensen. De mens bepaalt de ontwikkeling van de samenleving en omgekeerd bepaalt de samenleving de ontwikkeling van de mens. Ieder voor zich draagt op zijn manier actief bij aan het creëren van de maatschappij waaraan hij tegelijkertijd ook passief is onderworpen. Door de versterkende wederkerigheid is het moeilijk om de causaliteit van een ontwikkelingsmoment vast te stellen: ligt de samenleving er aan de basis van, of het individu?
Al decennia is het vervullen van het verlangen naar individuele autonomie een belangrijke drijfveer voor maatschappelijke ontwikkelingen. Hoe heeft het verlangen naar individuele autonomie de westerse samenleving gevormd, en omgekeerd, hoe waarborgt de westerse samenleving de individuele autonomie van de burger? Kunnen we de sociale veranderingsprocessen identificeren die de voorwaarden voor autonomie verwezenlijken: authenticiteit, vrijheid, onafhankelijkheid en handelingsmogelijkheid?
Individualisering
Op een dag in 2011 verkondigden tien vrouwen in Bilbao publiekelijk dat ze met zichzelf wilden trouwen. Glimlachend poseren in een witte bruidsjurk met boeket zoals op de typische trouwfoto, maar dan alleen. In plaats van een traditioneel huwelijk kiezen bepaalde vrouwen ervoor om zichzelf lief te hebben. Sologamie of autogamie heeft tal van praktische voordelen. Wie met zichzelf in het huwelijk treedt, kan de kleur van de keuken bepalen, de kant van het bed waar je slaapt, de geschikte Netflixserie of vakantiebestemming, en je blijft gevrijwaard van stekelige opmerkingen tijdens het autorijden. Sinds enkele jaren is sologamie een trend. Volgens de voorstanders leidt het tot een gelukkiger leven, want het bevestigt de eigenwaarde.
Sologamie is niet alleen een ludieke en rebelse daad, het past in een sociale verandering die het individu centraal stelt. Individualisme bemoedigt het idee van persoonlijke verwerkelijking en onafhankelijkheid, waardoor de belangen van het individu voorrang krijgen op de gemeenschap. Individualisering is geen kenmerk van het individu, maar van de samenleving. Het is de maatschappij die individualiseert ten nadele van het collectief en ten voordele van de persoon. Het individu wordt niet langer gezien als onderdeel van een groter geheel zoals een gezin, familie, clan of gemeenschap, maar als een op zichzelf staand wezen. Door gestage individualisering is het individu de hoeksteen van de maatschappij geworden. Economie, onderwijs, sociaal verkeer en consumptie zijn niet langer gericht op allen maar op één.
Individualisme is zodanig gemeengoed geworden dat collectief denken en handelen vreemd aanvoelt. We kijken met afgrijzen naar de publieke toiletten in de ruïnes van Pompeï waar de Romeinen met twintig op een rij zaten. We begrijpen de Arabische familie-eer niet of de Japanse schaamte voor de gemeenschap. We vinden het tegenwoordig zelfs verdacht als een oudere man een groep jonge kinderen begeleidt.
Individualisering is zichtbaar in het straatbeeld. De hele dag zie je hippe mensen in de stad of in stations rondrennen met kartonnen koffiebekers waarop in zwarte stift hun naam staat geschreven en hun voorkeurskoffie aangevinkt. Geïsoleerd van de buitenwereld staren ze naar het beeldscherm van hun telefoon of luisteren ze via gemodelleerde oortjes naar hun gepersonifieerde lijst muziek of podcasts. Wanneer ze een zeldzame keer worden aangesproken door een voorbijganger die de weg kwijt is en het op de klassieke manier – zonder smartphone – wil oplossen, ontwaken ze verward uit hun private droom en antwoorden steevast in geglobaliseerd Engels. Soms praten ze in zichzelf alsof ze aan mentale klachten lijden en gesticuleren ze met onduidelijke gebaren, maar doorgaans zijn ze ongevaarlijk.
Speciaal voor mij
In het Westen ontplooit individualisering zich door consumptie. We verwerkelijken onze individualiteit door de aanschaf van producten. Mensen worden gezien als rationele consumenten die afwegen welke goederen ze kopen op basis van hun functie en wat ze zich financieel kunnen veroorloven. Inmiddels behoort individualisme tot de waarde van een product.
De personificatie van goederen begon met de personal computer en ontwikkelde zich via de selfie tot Youtube, Facebook en Instagram. Bijna elk Apple-product draagt het I-label – iPod, iPhone, iBook, iWatch, iMac – om het ik tot uitdrukking te brengen. Niet het product, maar de uniciteit van het product is een keurmerk geworden. Producenten spelen gretig in op ons verlangen naar authenticiteit. Hoeveel beter smaakt de afhaalpizza als de fabrikant me voorhoudt dat die speciaal voor mij is gemaakt, met olijven uit Toscane speciaal voor mij geplukt, gebrand met kreupelhout speciaal voor mij door een oud vrouwtje gesprokkeld en gebakken in een stenen oven speciaal voor mij nagebouwd op basis van Etruskische tekeningen.
De hele industrie omarmt customizing. Tegenwoordig kan alles op maat: meubilair, juwelen, flipflops, motoren, auto’s, lunchboxes, lederhosen, ecovriendelijke yogamatten, wijn, onderbroeken, kookboeken, vitamines, shampoos, whisky’s, lippenstift, dildo’s. Alles met mijn naam erop. Een van de succesvolste campagnes van Coca-Cola was ‘Share a Coke’, een initiatief uit 2014 waarbij het logo op blikjes en flesjes werd ingewisseld voor populaire voornamen. Voor een paar euro’s extra koop je in luchthavens Toblerone-chocoladerepen naar jou vernoemd in goud. We eigenen ons authenticiteit toe door consumptie, maar worden door consumptie ook geïndividualiseerd. Reclame verleidt ons met de illusie van zelfverwezenlijking. ‘L’Oréal, because I’m worth it’ (L’Oréal), ‘Have it your way’ (Burger King), ‘As individual as you: configure your XBUS now’ (XBUS), ‘It is. Are you?’ (The Independent), ‘It’s everywhere you want to be’ (Visa).
Globalisering
Onze vrijheid heeft zich geëffectueerd door globalisering. Het individu kan alleen autonoom zijn in een grenzeloze wereld, in een universum waarin hij niet wordt belemmerd. Om mijn individuele vrijheid te ontplooien moet het mogelijk zijn om op olifantenjacht te gaan in Namibië, de Mount Everest te beklimmen, haaien te spotten in Zuid-Afrika, ayahuasca-rituelen te ondergaan in Peru, een wetenschappelijke cruise te boeken naar de Zuidpool, rugby te spelen met beluga’s in Groenland, husky’s te aaien in Canada of bomen te betasten in Japan om zen te worden. Mijn individuele vrijheid mag niet worden begrensd door staten, ongerepte natuur, tradities of inboorlingen. Want hoe exclusiever de plek, des te unieker is mijn beleving. Desnoods slenter ik op jacht naar exclusiviteit met gevaar voor eigen leven ongehinderd door het nucleaire Tsjernobyl.
Globalisering betekent dat de wereld mijn leefomgeving is geworden en niet mijn dorp, stad of land. Globalisering is de toenemende omvang en verscheidenheid van grensoverschrijdende transacties in goederen en diensten en van internationale kapitaalstromen. Ik kan alles over de hele wereld kopen en met een beetje geluk staat het binnen de drie dagen in een kartonnen doos voor mijn deur. Door globalisering ontstaat een mondiale monocultuur, omdat nieuws en ideeën zich via handel, reizen en media razendsnel over de planeet verspreiden. Coca-Cola, Adidas, Nike, McDonalds, Apple dienen als gemeenschappelijke referentie voor consumenten over de hele wereld. Het consumentenkapitalisme bereikt zijn apotheose in het massatoerisme: op elke locatie kan de vakantieganger zijn Cola, Big Mac, Twix en Nespresso consumeren, net als thuis.
Individualisering gaat hand in hand met globalisering. Ze zijn een onderlinge randvoorwaarde, want zonder individualisering zou globalisering niet mogelijk zijn en zonder globalisering zou individualisering niets betekenen. De wereld kan pas globaliseren dankzij de absolute garantie van vrij verkeer van diensten, goederen en personen. Dat kan het snelst worden gerealiseerd als de uitwisselbare entiteiten vrije beweegbare individuen zijn die niet worden gehinderd door politieke ideologieën, religieuze voorkeuren of nationale belangen. De wereld werd geglobaliseerd door prestaties van individuen als Bill Gates, Steve Jobs, Elon Musk, Mark Zuckerberg, Jack Ma, Giorgio Armani, Gianni Versace en Mario Prada. De expansie van het vrije individuele verkeer via handel en reizen van de afgelopen 50 jaar bracht meer globalisering dan 500 jaar kolonisatie. Met de handel van producten werd ook het individualisme een wereldwijd fenomeen. Volgens een analyse van Psychological Science in 78 landen zijn de afgelopen vijftig jaar in meer dan de helft ervan de individualistische waarden zienderogen toegenomen. Sinds 1960 is het individualisme als waarde en de individualisering als praktijk wereldwijd met 12 procent gestegen.
Technologisering
Ter wille van de autonomie hebben we ons met techniek en technologie verzekerd van onze onafhankelijkheid. Techniek verbetert de omgeving waarin we leven, ze voorziet ons van licht in het donker, razendsnel transport, gezondheid en gemak, en bovenal controle. Met de buienradar kan ik de hoeveelheid regen tot op de millimeter voorspellen, lang vooraf ken ik de prijzen van het Parijse restaurant, de reviews, de sterren, ik weet van hun blanquette de veau en dat de rode wijn middelmatig is. Ik registreer dat ik vandaag 9.456 stappen heb gezet, 476 kilocalorieën verbruikt en nog 32 minuten moet trainen, 8 minuten mediteren en 63 berichten lezen. De technologische explosie van de afgelopen decennia stuurt dagelijks ons leven, familie, werk en vrijetijdsbesteding, in die mate dat vrijwel geen enkel onderdeel van het menselijk bestaan vrij is van technologische invloed. Een wereld zonder elektriciteit, auto’s, vliegtuigen of internet, het is nauwelijks nog te bevatten.
Globalisering is onmogelijk zonder technologisering. De revolutionaire verandering in transport en communicatie realiseerde in een mum van tijd het gevoel van een ‘global village’. In 1850 duurde het een jaar om de wereld rond te reizen, nu één dag. Binnen enkele seconden kan ik via internet iedereen over de hele wereld bereiken, samen met 1,5 miljard kijkers woon ik de Amerikaanse Super Bowl digitaal bij, en zalm die woensdag gevangen is in Noorwegen, wordt donderdag geserveerd in een sushi-restaurant in Japan.
Technologisering is onmogelijk zonder individualisering. Ook hier is de wisselwerking wederzijds versterkend. Dankzij technologie kunnen we individualiseren, maar technologie op haar beurt individualiseert. Eerst was er het theater waarheen men zich in groep moest verplaatsen, dan kwam het televisietoestel waarop de kinderen handmatig het kanaal aanpasten, op aangeven van de ouders, dan was er de afstandsbediening die vader toeliet languit in de zetel te blijven liggen, en daarna de iPad waarop ieder familielid alleen kon kijken, met Netflix dat je vrijuit liet kiezen. Tegenwoordig kijk ik wat, wanneer, waar en hoe ik zelf wil. Individualisme technologiseert en technologie individualiseert.
Digitalisering
Ik herinner me nog de cover van Time uit 2006: er stond niemand op. Ik zag mezelf wel gespiegeld achter de grijze letters ‘YOU’. In 2006 was ik ‘persoon van het jaar’. Niet alleen ik, maar ook jij, wij allemaal, of eerder nog: ieder voor zich.
We kregen die onderscheiding van de redactie voor onze anonieme bijdragen aan internet en sociale media, waaronder Facebook, Wikipedia en Youtube. De keuze van Time was een bevestiging van de prominente rol van het individu in de hedendaagse maatschappij.
Handelingsbekwaamheid of ‘agency’ is een laatste belangrijke voorwaarde voor autonomie. We moeten onze autonomie kunnen realiseren – ik wil echt zijn wie ik ben. Dat is lastig. De werkelijkheid werkt niet altijd mee. Soms regent het als ik wil fietsen, ben ik minder goed in voetbal dan gehoopt en voel ik me eenzaam. Freud bedacht het realiteitsprincipe waarmee ieder kind heeft af te rekenen om volwassen te worden. Als iets niet lukt, vallen we terug op defensiemechanismen, zoals ontkenning, vermijding of rationalisatie. Sinds kort hebben we de digitale wereld om de werkelijkheid te omzeilen. Als ik niet kan fietsen, doe ik het wel virtueel, als ik niet kan voetballen, speel ik Fifa 2020, heb ik geen vrienden, dan creëer ik ze op Facebook. Als ik niet kan zijn wie ik ben in de werkelijke wereld, dan word ik het wel in de digitale wereld.
Sociale veranderingsprocessen garanderen ons authenticiteit met individualisering, vrijheid met globalisering, onafhankelijkheid met technologisering en handelingsmogelijkheid met digitalisering. Morgen buigen we ons over de vraag of deze sociale veranderingsprocessen ons daadwerkelijk meer individuele autonomie hebben gebracht.
DS, 27-12-2022 (Damiaan Denys)
|