‘Er zijn mensen die geloven dat gender hen geen zak uitmaakt. Dat is een illusie’
Frans de Waal, Anders. Gender door de ogen van een primatoloog. Amsterdam: Atlas/Contact, 2022.
‘Het is een misverstand dat het patriarchaat de natuurlijke orde is’, stelt primatoloog Frans de Waal na bijna een halve eeuw apen observeren. Maar niet al zijn bevindingen over gender- en sekseverschillen bij mens en dier klinken even politiek correct.
‘Hier een boek over schrijven kan een van mijn domste beslissingen blijken te zijn’, zegt de wereldvermaarde Nederlands-Amerikaanse primatoloog Frans de Waal. In Anders, gender door de ogen van een primatoloog passeren onder meer de revue: een aseksuele gender-non-conformerende chimpansee, dickpics (of beter: een evolutionaire verklaring waarom mannen graag hun pik laten zien), grote clitorissen, gendergerelateerd geweld, moederinstinct (waar De Waal niet in gelooft), kritiek op het feminisme en een sneer naar seksuologen. Het doet vermoeden dat het boek weerwerk zal krijgen. Daarbij is De Waal ook nog eens een witte cisgender heteroman van boven de vijftig en dus bij voorbaat verdacht in woketijden.
Gender is een hot topic. Van levensbelang voor de een, een verzinsel volgens de ander. Zeker bij wie op de barricaden staat voor meer gelijkheid tussen de seksen wint het idee aan populariteit dat de verschillen tussen mannen en vrouwen minimaal tussen onze benen zitten, en maximaal in ons hoofd.
‘Dat debat heeft nood aan biologische kennis’, oppert De Waal. ‘Het wordt vaak gevoerd door mensen die niet geloven in biologie, die doen alsof gender een cultureel product is, pure socialisatie, iets wat we onszelf aanleren en ook zomaar kunnen veranderen. Tenminste, als het hen uitkomt. In genderstudies aan de universiteiten wordt biologie aan de kant geschoven, tot het gaat over transgender mensen of seksuele oriëntatie. Want dan is gender ineens geen constructie meer, maar iets dat diep in ons zit. Homoseksuelen zeggen graag: wij zijn zo geboren, ook transseksuelen zeggen – met reden – dat ze niet “te bekeren” zijn. Die inconsistentie is een theoretische puinhoop. Biologie is niet onze vijand. Om een grotere mate van gelijkheid te bereiken is het beter om onze biologische natuur te leren kennen dan die onder de mat te vegen.’
De evolutieleer is niet gunstig voor de vrouwenzaak. Op de apenrots is geen (veilige) plek voor vrouwen, wat de overtuiging heeft versterkt dat het patriarchaat iets natuurlijks is.
‘Je kunt niet ontkennen dat mannen en vrouwen verschillend zijn gebouwd, dat zie je meteen als je over straat loopt, en je kunt er ook weinig aan veranderen. Maar de fysieke dominantie van mannen betekent niet dat mannen belangrijker zijn geweest dan vrouwen in de evolutie. Die kon maar plaatsvinden door het samenkomen van de genen van mannen en die van vrouwen. De evolutie is 50 procent vrouwelijk en 50 procent mannelijk.’
Gelooft u dat mannen fysiek superieur zijn?
‘Op het vlak van kracht is daar geen ontkennen aan, zeker wat de spieren in het bovenlichaam betreft. En dat heeft consequenties. Maar vrouwen leven dan weer gemiddeld langer dan mannen, wat ook een fysieke sterkte is. In elk geval moeten we onderscheid maken tussen fysieke dominantie en macht of invloed op de maatschappij. Bij chimpansees zie je dat de mannen de vrouwen fysiek domineren, maar dat wil niet per se zeggen dat ze ook meer politieke macht hebben. De rivaliteit onder chimpanseemannen is notoir, ze kunnen nietsontziend zijn in hun strijd, elkaar moedwillig doden. Maar alfavrouwen komen geregeld tussenbeide en stellen een grens bij het bloedvergieten.’
‘Bij de mensapen oefenen mannen minder macht uit dan doorgaans gedacht, en hun potentieel tot zorgzaamheid is onderbelicht. Ik zie het als mijn missie om de lezers te bevrijden van het idee van de obligate mannelijke opperheer.’
Make love, not war
De Waal benadrukt dat zijn biologische kijk niet bedoeld is om de bestaande genderverhoudingen tussen menselijke mannen- en vrouwenprimaten te rechtvaardigen of voor te stellen als onontkoombaar. Over mannelijke chimpansees schrijft hij dat ze zwaarder zijn dan vrouwelijke en het lichaam hebben van bodybuilders, met gespierde armen en schouders en een dikke nek. Ze hebben ook grote hoektanden, bijna als die van een luipaard, terwijl de vrouwen die niet hebben. De vrouwen zijn geen partij voor hen. De enige uitzondering doet zich voor als vrouwen zich verenigen. Hij zegt geen enkele chimpanseegemeenschap te kennen die niet gedomineerd wordt door mannen.
Dergelijke uitspraken leveren hem al eens verwijten op als zou hij zelf een seksistisch alfamannetje zijn. Maar laten we niet vergeten dat hij degene is die ons de bonobo’s goed en wel leerde kennen, die hij de ‘make love, not war’-primaten doopte, een cadeautje aan de feministen. Ze worden ook wel de ‘politiek correcte primaten’ genoemd. Hun relaties tussen de seksen kunnen niet radicaler verschillen dan die van chimpansees.
‘De chimpanseegemeenschap is agressief, territoriaal gericht en wordt geleid door mannen. De bonobo’s zijn vreedzaam, houden van seks en worden gedomineerd door vrouwen. Bovendien is hun seksleven heel gevarieerd, ze doen het in alle combinaties van partners. Beide primaatsoorten staan genetisch even dicht bij ons, we hebben minstens 96 procent van ons DNA met hen gemeen.’
U schrijft dat de felle agressie van chimpanseemannen een vrouwelijk equivalent heeft, maar dat de omstandigheden die woede bij vrouwen losmaken volslagen anders zijn. Een moeder zal in woeste razernij ontbranden als een mannetje een vinger uitsteekt naar haar kind. Terwijl de mannelijke agressie voortkomt uit preoccupatie met de eigen status en macht. Mag ik hieruit concluderen dat vrouwen moreel hoogstaander zijn wanneer ze agressie gebruiken?
‘Nee. Het enige verschil is dat we de agressie van vrouwen om hun kind te verdedigen allemaal accepteren, terwijl we het afkeuren wanneer mannen een ruzie om niets beginnen en elkaar op de kop slaan na twee biertjes, omdat dat laatste storend is in de maatschappij. Maar evolutionair gezien zijn ze met hetzelfde bezig: ze zijn allebei gericht op hun genetische nalatenschap. Vrouwen beschermen de nakomelingen die ze al gemaakt hebben, en mannen zijn bezig hun status op te krikken zodat ze zich in de nabije toekomst kunnen voortplanten.’
U noemt het een misverstand dat mannelijke suprematie de natuurlijke orde is. Hoe komt het dat vrouwen universeel aan het kortste eind trekken in de samenleving?
‘Je moet je afvragen of dat wel zo universeel is. Was dat ook bij de jagers-verzamelaars het geval? Dat is meer de oorspronkelijke menselijke samenleving, tenslotte hebben we toch zowat twee miljoen jaar zo geleefd.’
U hebt het niet begrepen op het begrip toxische mannelijkheid.
‘Ik weiger om me tegen mijn eigen gender te keren. Mijn haren gaan overeind staan wanneer mannen de schuld krijgen van alles wat er mis is in de wereld. Uitingen van mannelijkheid toxisch noemen is niet mijn idee van feminisme. Ik ben nochtans een feminist. Ik ben het eens met actrice Meryl Streep, die stelt dat we onze jongens schade toebrengen door iets toxische masculiniteit te noemen. Vrouwen kunnen ook verrekt toxisch zijn.’
‘De algehele afkeuring van typisch mannelijk gedrag helpt de discussie over gender niet vooruit. Sommige deskundigen spreken van een “traditionele ideologie van masculiniteit”, wat niet als een compliment is bedoeld. Het zou een denkwijze zijn die gericht is op antivrouwelijkheid, prestatie, vermijding van zwakte, avontuur, risico en geweld. Wie zegt dat die patronen het product zijn van een ideologie? Dat vind ik wel een heel forse aanname, waarbij ervan wordt uitgegaan dat we macht hebben over ons eigen gedrag en dat zelf kunnen vormgeven.’
Over vrouwen doet de overtuiging de ronde dat ze niet solidair zijn met elkaar, het zogenoemde krabbenmandeffect.
‘Het is zo dat mannen beter kunnen omgaan met ruzie. Ze maken vaker ruzie, maar ze verzoenen zich ook makkelijker. Vrouwen vermijden conflict eerder. Let wel: ik heb het nu over primaten. We weten nu eenmaal meer over conflictoplossing bij bonobo’s en chimpansees dan bij mensen. Vrouwelijke bonobo’s leven in een secundaire sisterhood die niet berust op bloedverwantschap. Dankzij die solidariteit houden ze gewelddadige mannen in bedwang. Zelfs bij de chimpansees bestaat vrouwelijke solidariteit. Niet zozeer in het wild, omdat de individuen dan te zeer verspreid zijn in het bos, maar wel in gevangenschap. Het komische is dat die grote vrouwelijke solidariteit bij chimpansees niet voorkomt als het over voedsel gaat of zorg voor de kinderen. Maar is er sprake van mannelijke agressie of intimidatie, dan trekken ze aan één zeel. Bij mensen zie je ook zo’n zusterlijke solidariteit, denk aan de MeToo-beweging.’
Over verkrachting stelt u dat het eerder iets menselijks is dan iets dierlijks.
‘Er zijn veel diersoorten waar verkrachting niet voorkomt. Bij primaten is verkrachting heel ongebruikelijk, behalve bij de orang-oetan. Niet de volwassen orang-oetans, maar de jonge mannen doen het geregeld. Bij bonobo’s komt het absoluut niet voor en bij chimpansees is het ontzettend zeldzaam. Ik heb al duizenden copulaties gezien, maar nog nooit zag ik een verkrachting bij chimps. De andere vrouwen zouden meteen klaarstaan om dat mannetje aan te pakken. De mens is vrij uitzonderlijk met het grote aantal verkrachtingen dat wij kennen. Voor een deel is dat te verklaren door de omstandigheden waarin we leven: teruggetrokken in onze huizen. Daar is het makkelijker voor de man om te domineren dan bij primaten die in een grote groep leven waarin iedereen alles kan horen en zien. Als mensen zouden leven als chimpansees, geloof ik niet dat je nog verkrachtingen zou zien.’
‘Mensen zijn geneigd om hun slechte gedrag op onze dierlijke aard af te schuiven. Doet iemand iets dat niet door de beugel kan, dan heeft hij het beest in hem zogezegd niet kunnen temmen. Heel freudiaans. En als we ons goed gedragen, schrijven we dat toe aan ons mens-zijn: onze beschaving en moraliteit. Psycholinguďst Steven Pinker stelt dat de mensheid beschaving nodig heeft om haar destructieve driften in bedwang te houden. Omdat zijn theorie alleen werkt als onze voorouders superagressieve figuren waren, koos hij voor de chimpansee als model en schoof hij de pacifistische bonobo’s vrolijk terzijde door ze “heel vreemde primaten” te noemen. Het is een gangbare gedachte dat mensen zichzelf gedomesticeerd hebben met een dun laagje beschaving. Daar geloof ik niet in. Mensen zijn van nature minder agressief dan wordt voorgesteld. Oké, we hebben een heel agressieve periode achter de rug sinds de agrarische revolutie. Er wordt van uitgegaan dat mensen altijd oorlog hebben gevoerd, maar de archeologische bewijzen voor oorlogsvoering gaan slechts 12.000 jaar terug. Dus het is mogelijk dat we voor die tijd meer bonoboachtige wezens waren.’
Nog iets dat pleit voor dieren: mensapen zijn volgens u toleranter en minder xenofoob dan wij.
‘De mens is zeer xenofoob, dat hebben we gemeen met de chimpansees, die doen ook heel vervelend tegen andere groepen. De bonobo’s daarentegen mengen zich graag met andere groepen. Op het vlak van tolerantie kunnen we nog wat leren van primaten. Heel veel variabiliteit zit ingebakken in de biologie. Er zijn homo- en biseksuele dieren, er bestaan allerlei gendervariaties, er bestaan vissen die hun leven beginnen als vrouwtje en eindigen als mannetje. Bij primaten heb ik nooit gezien dat ze soortgenoten pesten of uitsluiten omdat die “anders” zijn.’
‘Wat mensen speciaal maakt, is de taal. Een nadeel daarvan in het genderdebat is dat wij overal etiketten op plakken. We houden erg van hokjes: jij bent dit en jij bent dat, dat maakt ons intoleranter.’
Rokken en pruiken
Time plaatste professor De Waal in 2007 op de lijst van ‘de 100 invloedrijkste mensen ter wereld’. Hij vergaarde aanzien door de nadruk te leggen op hoezeer apengedrag op mensengedrag lijkt. Hij gaat daar best ver in, en pleit ervoor de tweedeling tussen mens en dier te verbreken: ‘Mensen zijn dieren.’ Dat concludeert hij uit bijna een halve eeuw primaten observeren in Nederland, Amerika, Congo en waar al niet. Noem hem gerust de mannelijke Jane Goodall. Hij was niet te beroerd om tegen heilige huisjes te trappen. Zo dicht hij dieren emoties toe en zijn ze volgens hem zelfs in staat tot moraliteit. Dat apen over rechtvaardigheidsgevoel beschikken, valt niet meer te ontkennen sinds De Waal komkommers en druiven bovenhaalde bij twee kapucijnaapjes. Na telkens hetzelfde taakje te hebben uitgevoerd, werden de dieren beloond met komkommer. Tot een van hen ook een druif kreeg. De andere ging over de rooie en weigerde nog mee te doen zolang hij niet ook een druif kreeg. Het filmpje van die Ted-talk van De Waal is meer dan 21 miljoen keer bekeken:
https://youtu.be/GcJxRqTs5nk.
Aapjes kijken is best een boeiende onderneming. De Waal schrijft over bonobovrouw Loretta die gedurig met hem flirtte, stoeipartijen met primaten die niet wisten dat mensen zo teergevoelig zijn en brainstormen over waarom de mens de enige primaat is met permanent vooruitstekende borsten en verkleedpartijen voor de kamer met chimpansees. De twee mensapen hadden geen vrouwen van hun soort in de buurt, en kregen steeds een prominente erectie zodra een mensenvrouw voorbijliep, nooit bij een man. Hoe herkenden zij het gender? Ondanks rokken, pruiken en hoog opgezette stem kon De Waal geen stijve penis bij de apen uitlokken.
Maar nog meer dan voor de leuk doet hij het om via andere primaten meer te weten te komen over de mens. De Waal groeide op met een moeder en zes mannen (een vader en vijf broers). ‘Dat ik uit een gezin kom met zo’n scheve man-vrouwverhouding, heeft waarschijnlijk mijn nieuwsgierigheid naar genderkwesties geprikkeld.’
Heel wat mensen raken in de war over wat gender is. Het gaat over identiteit, maar ook over expressie en rolverdeling. Is gender eigenlijk een nuttig concept?
‘Ik vind van wel, omdat het de aandacht vestigt op de omgeving en de cultuur. En dus op de normen waarmee we jongens en meisjes grootbrengen. Die omgevingsinvloeden zijn er altijd. Dus het onderscheid tussen sekse en gender is nuttig. Behalve wanneer mensen doen alsof gender niks met sekse te maken heeft, alsof het twee losstaande concepten zijn waarbij gender oneindig flexibel is en sekse biologisch vastligt. Er zit in gender altijd sekse. En sekse drukt zich uit in gender. Gender is inderdaad meer flexibel, maar het is niet losgekoppeld van de biologie. Het is ook niet iets louter menselijks, ook primaten kennen gender.’
Gender gaat onder meer over identiteit. Dat lijkt me een hels concept om te onderzoeken bij dieren.
‘Klopt, we kunnen hoogstens het gedrag beschrijven. Neem Donna, een chimpansee met vrouwelijke geslachtskenmerken die zich mannelijk gedraagt. Ze zit vaak in de stoere houding van een man en als ze haar haren opzet, oogt ze heel intimiderend dankzij haar brede schouders. We weten niet of zij zichzelf identificeert als man en dus ook niet of Donna transgender is.’
Zelfbepaling wint aan belang. Sinds 2018 zijn er in België geen medische voorwaarden meer om de geslachtsregistratie aan te passen. Ik kan morgen zeggen dat ik me een man voel en dat volstaat om ook officieel als man te worden geregistreerd (als ik over drie tot zes maanden mijn verklaring herhaal). Vindt u dat een goede zaak?
‘Over het algemeen vind ik het een goede regel dat je moet aannemen dat mensen zijn wat ze zeggen dat ze zijn. Dus als hier iemand binnenkomt die er voor mij uitziet als een vrouw maar zegt zich te identificeren als man, dan heb ik dat te respecteren. Maar niet van de ene dag op de andere. Ik verwacht als iemand dat zegt dat die persoon dat niet zomaar eventjes besloten heeft. Meestal uit transgenderisme zich al heel vroeg. Er zijn geboren jongetjes van drie die de kleren van hun moeder aantrekken en zeggen een meisje te zijn.’
Is gender voornamelijk iets identitairs of iets biologisch?
‘Tegenwoordig oppert men weleens dat transgenderisme een mode is, dat mensen het elkaar aanpraten via sociale media. Maar het is een overtuiging die heel vroeg begint, lang voor tieners elkaar beďnvloeden. En het is onomkeerbaar, de overtuiging blijft, ook als de omgeving zich verzet. Dat wijst erop dat het wellicht biologisch is.’
Onomkeerbaar, zegt u, maar er is wel een groep – zij het een heel klein percentage – die spijt krijgt van de transitie, de zogenoemde detransitioners.
‘Vooral in Amerika wordt over die spijtoptanten gesproken, en over wat dat betekent voor de medische wereld. Vanaf welke leeftijd mogen dokters hormoontherapie toedienen of overgaan tot borstamputaties of geslachtsoperaties? Een recente studie volgde vijf jaar lang honderden jonge kinderen die vroeg in hun kindertijd in sociale transitie gingen. Slechts 2,5 procent is het na vijf jaar niet meer eens met die transgender oriëntatie. Een onderzoek naar geslachtsoperaties toont dat slechts 1 procent er spijt van heeft. 2,5 en 1 procent vind ik heel laag. Bij plastische chirurgie is het aantal mensen met spijt ontzettend veel groter, en toch vinden we dat geen reden om plastische chirurgie te verbieden. Waarom zouden we transgender mensen dan medische behandeling ontzeggen?’
Wat veroorzaakt transgenderisme?
‘We hebben geen idee. Is het genetisch? Is het hormonaal? We weten het niet. Hersenonderzoeker Dick Swaab komt met de hypothese dat tijdens de ontwikkeling van de foetus de eerste differentiatie in sekse gebeurt in de genitaliën en de tweede in de hersenen. En dat die twee normaal in dezelfde richting gaan, maar bij sommige individuen zouden de hersenen en de genitaliën zich in tegengestelde richting ontwikkelen. Goed, dat verklaart nog niet alles, bovendien weten we daarmee nog niet waarom dat gebeurt. Ook van homoseksualiteit kennen we de oorzaak nog niet.’
Waarom hechten we zoveel belang aan het onderscheid tussen man en vrouw? Zelfs als je online een boek koopt, moet je je geslacht opgeven. Is daar een biologische legitimatie voor?
‘Als een man een man tegenkomt, heeft hij een heel andere agenda dan wanneer hij een vrouw ontmoet, en omgekeerd. Ik weet dat er mensen zijn die zeggen dat het niet zo zou moeten zijn, maar dat is wensdenken. Er zijn mensen die geloven dat ze een genderneutrale blik hebben, dat gender hen geen zak uitmaakt. Een illusie, als je hun gedrag observeert.’
‘Let op: slechts een van de twee woorden in “genderongelijkheid” verwijst naar een probleem en dat is niet gender. We moeten de genders niet proberen gelijk te maken. Niemand zou voorstellen racisme te bestrijden door mensen van verschillende rassen aan te raden meer op elkaar te gaan lijken. Waarom zouden we dan proberen ons te ontdoen van gender?’
U hebt ook geen hoge pet op van genderneutrale opvoeding. U noemt het zelfs arrogant.
‘Het is arrogant om te denken dat wij kinderen kunnen socialiseren. Zowel wanneer we denken dat we ze laten opgroeien tot verlichte progressieven door hen genderatypisch speelgoed te geven, als wanneer we geloven dat we er “echte” mannen en vrouwen van maken door ze speelgoed te geven in overeenstemming met hun gender. Alsof wij in staat zijn om te bepalen hoe een kind later uitpakt. Het is niet omdat we jongens met poppen laten spelen, dat ze die ook leuk zullen vinden.’
‘Als we primaten speelgoed laten kiezen, komen de autootjes bij de mannelijke jongen terecht en de poppen bij de vrouwelijke. De mannetjes hebben geen interesse in de poppen. Als een mannelijk jong een pop in handen krijgt, wordt die vaak uit elkaar getrokken. Als een vrouwelijk jong een pop krijgt, zal ze die adopteren. Ze draagt die op haar rug als een baby, brengt haar tepel naar de mond van de pop of kust ze zelfs welterusten.’
Zou u liever in een chimpansee- of in een bonobokolonie wonen als man?
‘Chimpanseemannen kennen harde rivaliteit, maar ook veel vriendschappen. Bonobomannen kennen meer stabiliteit en vrede, maar dat zijn dan weer echte mama’s-kindjes. Verdorie, moeilijk kiezen.’
DS, 04-06-2022 (Ann-Sofie Dekeyser)