Onderwerp: Wie wat woke?
Enkele post bekijken
  #1  
Oud 4th February 2022, 19:15
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,815
Post Wie wat woke?

‘Woke is naast een maatschappelijke beweging ook een genezingsproces’

Walter Weyns, Wie wat woke? Een cultuurkritische benadering van wat we (on)rechtvaardig vinden, Pelckmans, 2021.


Cultuursocioloog en witte man Walter Weyns heeft bewondering voor de strijd voor rechtvaardigheid die de woke-beweging aangaat. Maar belangrijker vindt hij het om de woke mens te vatten. En die valt niet te begrijpen in abstracties.


Woke personen maken zich druk als witte meisjes dreadlocks of Bantoe-knotjes dragen, of een keffiyeh (Palestijnse sjaal). Ze storen zich aan witte jongens die döner eten. Ze klagen autosnelwegen aan als racistisch, wiskunde – ja, zelfs sommige lettertypes. Een witte auteur die een boek schrijft over iemand van kleur? Kan niet. Een witte auteur die een tekst vertaalt van een zwarte vrouw? Kan niet.’ Het zijn voorbeelden van opinies en overwegingen die onder invloed van de woke-beweging in een stroomversnelling het publieke debat zijn binnengedrongen, stelt de Belgische cultuursocioloog Walter Weyns in zijn boek Wie wat woke?. Maar wat betekent ‘woke’? En waar komt de woke-beweging zo plots vandaan? Die vragen wil Weyns beantwoorden: ‘Ik probeer geen stelling te nemen, maar een cultuurkritische analyse te geven van woke.’

Die analyse is hard nodig, want onder invloed van de woke-beweging ontaardde het gesprek over woke volgens Weyns ‘in polariserende hashtags en slogans op internet’. Toen zelfs collega’s zich op deze verhitte manier voor of tegen woke gingen uitspreken, en niet de moeite namen het fenomeen zelf te bestuderen, voelde Weyns zich als academicus genoodzaakt betekenis te geven aan woke – volgens Weyns’ analyse ‘een verscherpt gevoel voor (on)rechtvaardigheid’ – in plaats van zich te mengen in de strijd.

Weyns zag onder anderen zijn collega Willem Schinkel zich scharen achter woke standpunten in plaats van woke als beweging te duiden. Een langlopend, genuanceerd debat zou volgens Schinkel de actie die nodig is voor een rechtvaardige samenleving in de weg staan. ‘Schinkel stelde uitdrukkelijk dat er een einde moet komen aan het debat. In zijn boek Theorie van de kraal stelt hij dat het debat en de argumenten die daarbij aangehaald worden niet meer zijn dan een manier om de status-quo te handhaven.

Dat vind ik een serieuze aanval op de waarden van de academie. Hij roept op tot strijd, terwijl je van een cultuursocioloog zou verwachten dat hij betekenis wil geven aan het publieke debat.’


Hokjes hertekenen

‘Ik zal proberen niet te veel stommiteiten te zeggen,’ zegt Weyns al snel tijdens het gesprek. Als je een boek schrijft over woke bevind je je in een mijnenveld. Je kunt veel verkeerd doen, zeggen of schrijven, zowel in de ogen van de woke-beweging als in de ogen van haar critici. Zeker als je naast cultuursocioloog óók een witte man bent.

Toch vindt Weyns het niet spannend om het eerste Nederlandstalige boek over woke-zijn uit te brengen. ‘Ik heb oog voor het feit dat groepen mensen en culturen van elkaar onderscheiden worden. En ik zie dat onder invloed van woke veel van die fundamentele onderscheidende categorieën – zoals man-vrouw, privaat-publiek, wit-zwart – nu hertekend worden. Dat wat in staat van wording is, probeer ik te vatten. En woke is wat nu in wording is.’

Woke is geen duidelijk afgebakende beweging met erkende leiders of vertegenwoordigers. Wie of wat dient zich dan eigenlijk aan met de komst van woke? Weyns schrijft dat er wel degelijk iets is dat woke mensen verbindt. ‘Een woke persoon strijdt voor sociale rechtvaardigheid.’

Dat lijkt op het eerste oog niets nieuws. Er zijn tenslotte altijd al mensen en bewegingen geweest die zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid – denk aan de arbeidersbeweging en het feminisme. ‘Net als de aanhangers van deze eerdere bewegingen vragen woke mensen zich af hoe we recht en onrecht moeten opvatten. Maar nieuw aan woke is dat de beweging het liberale denken fundamenteel aanvecht. Zo stelt de zwarte Canadese filosoof Charles Mills dat het individualistische karakter van het liberalisme de ongelijkheid tussen groepen ontkent. Door rechten toe te kennen aan individuen in plaats van aan groepen zie je over het hoofd dat individuen altijd in de eerste plaats tot een groep behoren. Ongelijkheid tussen groepen is volgens Mills fundamenteel als je de ongelijkheid tussen individuen wilt verklaren.’


Witheid

Weyns constateert daarnaast dat binnen de woke-beweging één concept telkens wordt aangehaald om de ongelijkheid tussen groepen te verklaren en te bestrijden: ‘witheid.’ Weyns: ‘In plaats van de nadruk te leggen op het onderscheid tussen sociale klassen, zoals in het marxisme, legt de woke-beweging de nadruk op het onderscheid tussen zwart en wit. Prominente figuren zoals antropoloog Gloria Wekker en auteur Robin DiAngelo stellen dat witheid je helpt om te herkennen hoe ongelijkheid in onze huidige wereld geduid kan worden. Wit staat binnen de woke-beweging voor een heersersmentaliteit; witte mensen eigenen zich van alles toe en mensen van kleur zijn altijd de sigaar.’

Historisch gezien klopt dat volgens Weyns niet helemaal. ‘Het onderwerp witheid komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Als je kijkt naar de kolonisatiegeschiedenis van West-Europa verklaart witheid een bepaalde ongelijkheid tussen groepen: de kolonisatoren waren wit en man. Maar onder het mom van woke wordt óók een selectieve reconstructie gemaakt van de geschiedenis. Slavernij wordt al snel geschaard onder de koloniale geschiedenis, en dat klopt niet. Ik ben geen expert op het gebied van slavernijgeschiedenis, maar uit mijn analyse heb ik wel begrepen dat de slavernij niet daar voor het eerst is uitgevonden en ingevoerd. Het klopt niet dat de stoute witte Europeaan door de hele geschiedenis heen alle andere mensen aan zich heeft onderworpen. Dat is een te simpele reconstructie van de geschiedenis. Wat je wél kunt zeggen is dat kolonisatie heeft geleid tot onrechtvaardigheid.’


Culturele kuur

Witheid heeft desondanks een strategische kracht voor de woke-beweging, valt Weyns op. Witheid verwijst niet alleen naar kleur, maar staat ook symbool voor de ervaring van onderdrukking. Net zoals zwarte Nederlanders ervaren dat ze een onderdrukte minderheid zijn tegenover de witte meerderheid, zo ervaren ook homoseksuele mensen onderdrukking door de heteroseksuele meerderheid.

‘Onder het mom van niet-wit zijn, niet tot de meerderheid behoren, kun je mensen mobiliseren die vanuit hun groep ook onderdrukking ervaren. En dat zijn er heel veel. Denk aan de LGTBQI+-beweging en traditionele moslims, al is het enige wat zij met elkaar gemeen hebben het gemeenschappelijke lijden – het slachtofferschap ten opzichte van de witte, heteroseksuele man.

Als socioloog zie ik hier een probleem voor de woke-beweging. Er is geen sprake van een gemeenschappelijk belang dat concreet genoeg is om te blijven voortbestaan. Het is lastig om op te komen voor de belangen van traditionele moslims en tegelijkertijd voor die van transpersonen. Die verschillende gemarginaliseerde groepen lijden allemaal op een eigen specifieke manier onder de “witte” meerderheid en laten zich op termijn denk ik moeilijk binnen één kader verzamelen.’

Woke is volgens Weyns daarom niet zozeer een revolutionaire beweging die een sluitende verklaring heeft gevonden voor alle ongelijkheid. ‘Het is een culturele kuur – een beweging die zich buigt over kwetsuren die minderheden decennialang zijn bezorgd en die je niet zomaar kunt uitvlakken als je een paar vrouwen, transgenders en mensen van kleur het parlement in stuurt. De beweging richt zich niet alleen op een plaatsje veroveren en de bordjes recht hangen, maar ook op therapie. Het gaat om de omgang met opgekropte vernederingen en eigenwaarde verkrijgen. Woke is naast een maatschappelijke beweging ook een genezingsproces.’


Intuïtieve geest

Weyns heeft bewondering voor de strijdlust van mensen die opkomen voor rechtvaardigheid. Ook collega’s die zich mengen in die strijd, zoals Schinkel, blijven in zijn ogen aimabel. Hijzelf neemt na zijn analyse nog steeds liever geen positie over woke in, maar aan het einde van zijn boek ‘misschien een heel klein beetje’. Want zowel de voor- als tegenstanders van woke proberen mensen en het onrecht waaronder ze lijden te veel in abstracties te vatten, aldus Weyns.

‘Maar de strijd om rechtvaardigheid vraagt om concrete casuïstiek en is niet te vatten in algemeenheden. Je moet namelijk met van alles rekening houden: de concrete omstandigheden waarin iemand leeft, gender, kleur… Je bevindt je al snel op een hellend vlak als je in abstracte termen gaat denken over rechtvaardigheid met betrekking tot individuen en groepen mensen. Ik verwijs graag naar Blaise Pascal – ook een witte man trouwens – die een onderscheid maakt tussen de wiskundige geest (esprit de géométrie) en de intuïtieve geest (esprit de finesse). De wiskundige geest probeert het denken te vatten in abstracte principes, maar de intuïtieve geest laat in het denken veel ruimte voor complexiteit en diversiteit.’ Een beetje meer van deze geest zou in het debat over woke geen kwaad kunnen, meent Weyns. Of, zoals hij zijn boek besluit: ‘Rechtvaardige oordelen vellen smeekt om de subtiliteit en de wijsheid van de esprit de finesse.’


Filosofie Magazine 12/2021 (Hannah Achterbosch)
Met citaat antwoorden