Een prik, maar niet voor een prikje
Wat de zot ervoor moet geven
Marc Reynebeau
De farmareus Pfizer zou op zijn coronavaccin 25 tot 30 procent winst maken (DS 17 april). Pfizer zegt dat te willen ‘verbeteren’, wat moet betekenen dat de winstmarge nu te gering zou zijn. Het kan dus beter, veel beter. Dat vaccin zou nu al 19,5 euro per dosis kosten. Vier maanden geleden was dat nog 12 euro. Een prijsverhoging met 62 procent, met per dosis 7,5 euro extra winst, in zo’n korte tijd, dat is al niet slecht geboerd. Het is nog maar een peulschil in vergelijking met waar ze bij Pfizer van dromen. Een vaccin, zo vinden ze, mag toch 150 tot 175 dollar per dosis kosten. Dat is wat Pfizer de ‘gewone’ prijs noemt. Het is minimaal tien keer zoveel als wat de EU aanvankelijk kon bedingen en dat is allemaal extra winst. De marges lopen dan op tot zowat 1.500 procent. Bonanza!
Toch is over die prijzen amper wat bekend, omdat de sluier van de commerciële vertrouwelijkheid erover hangt. Versta: daarover wordt veel geheimgehouden. Diezelfde gladde praatjes willen ons wel wijsmaken wat een ‘gewone’ prijs zou zijn, al zijn het uitsluitend de farmaceuten die bepalen wat ‘gewoon’ is. Zeker is alleen dat we officieel niet eens mogen weten hoeveel de overheid voor coronavaccins moet dokken.
Transparantie zero. Al gaat het wel om vele tientallen miljarden aan belastinggeld. Al is de inzet een wereldwijde ramp, letterlijk op leven en dood. Al heeft de gemeenschap al veel kosten gedragen door wetenschappelijke expertise ter beschikking te stellen. Al hebben overheden veel bedrijfsrisico’s op zich genomen door aankopen vooraf te garanderen en te financieren – en door de rode loper uit te rollen voor de vaccins via spoedprocedures. Al valt met confidentialiteit geen vrije concurrentie te beschermen, aangezien de farmareuzen oligopolisten zijn in een markt die allesbehalve transparant is.
Het principe is nochtans eenvoudig: wat een product in de winkel kost, is de som van wat de producent uitgeeft om dat product te maken (aan de klassieke productiefactoren arbeid, kapitaal en natuur), plus de winst. De factor natuur wordt maar zelden voor de volle pot meegerekend, maar dat terzijde. Als het met het winstbejag wat meevalt, klinkt dat fair en redelijk.
Toch klopt dat principe niet helemaal. Want in de zogeheten vrije markt geldt nog een andere regel, de wet van vraag en aanbod. Hoe hoger de vraag, hoe hoger de prijs. Van andermans behoefte kan worden geprofiteerd en dan dreigt de prijs uiteindelijk in geen enkele relatie tot de productiekosten meer te staan. Dan heet het dat de prijs is ‘wat de zot ervoor geeft’. Wat de productie ook heeft gekost, soms wil een koper veel meer betalen. Daar wenkt de extra winst. En ja, zo’n vaccin, dat willen we toch wel heel hard.
Zo wordt het op den duur allemaal veel minder fair. Zeker als bedrijven bijvoorbeeld de prijs opdrijven via kartelafspraken (wat verboden is, maar dat terzijde). Of als ze het aanbod drukken en kunstmatige schaarste creëren – het komt vaker voor dan je zou denken. De prijs stijgt dan en de winst evenzeer. Dat is niet goed voor werknemers (bij een lager aanbod zijn er minder van nodig) en al evenmin voor consumenten (die moeten meer betalen), maar dat terzijde. Voor aandeelhouders is het wel goed nieuws.
Hoe redelijk of fair is de winstmarge die Pfizer nu al boekt op het vaccin, nog los van de vertienvoudiging van de prijs waarvan het straks droomt? Dat laatste is belangrijk, omdat het ernaar uitziet dat we wellicht elk jaar een shotje anticorona nodig zullen hebben. Dat is een voorspelbare, gigantische afzetmarkt – 8 miljard bovenarmen wachten op een prik – zonder een schijntje moeite, zoals de big pharma nu al beseft.
Een prik, maar niet voor een prikje. In Pfizers droom speelt de verhouding tussen prijs en productiekosten geen rol meer. Die laatste zullen zelfs dalen, onder meer door de gegarandeerd hoge volumes. Alleen de relatie tussen vraag en aanbod blijft dan nog over. En met de doorgaans genereus geïnterpreteerde ‘intellectuele eigendom’, de patenten, houden de farmareuzen het aanbod onder controle en bepalen ze in hun eentje wat een ‘gewone’ prijs is. Omdat het kan. Omdat ze die macht hebben.
Niets is fair als alleen macht de doorslag geeft. Wereldwijde overnames en fusies leidden tot een sterke concentratie in de sector. Dat perkt de concurrentie in, maar heeft ook de bedrijfsvoering gefinancialiseerd: het enige wat nog telt, is wat aandeelhouders kunnen opstrijken. Als de politiek daar niet tegenop kan, wordt zij de zot die voor de vaccins moet betalen wat anderen gewoon vinden. Sommige Vlaamse politici hebben het al opgegeven en ruilen politieke macht gedwee in voor pathetisch geneuzel over trots: dat we genoegen moeten nemen met trots dat zoveel vaccins in Puurs worden gebotteld of dat een ervan, Johnson & Johnson, van Vlaamse origine zou zijn, al is het eigen*lijk ontwikkeld in Leiden.
Om Pfizers winstmarge ietwat in perspectief te plaatsen: in de Belgische industrie bedroeg de winstmarge (price cost margin, PCM) in 2019 gemiddeld 10,85 procent. Dat verschilt nogal per sector (papier maken voor huishoudelijk gebruik lijkt geen goudmijn te zijn), maar in het algemeen gaat het met de winst hoe dan ook flink bergop. In 2012 bedroeg de industriële PCM nog bijna een kwart minder, gemiddeld 8,1 procent. Ga daar maar eens aan staan als kleine spaarder, die bij de bank amper nog wat aan intrest vangt.
De stijgende winsten tonen zich ook in een andere berekening, op basis van de variabele kosten, wat wel realistisch moet zijn, aangezien de beurskoersen dezelfde trend volgen. Daarin steeg de winstmarge van de Belgische bedrijven van 7 procent rond 2000 tot liefst 106 procent in 2016, bijna dubbel zo hoog als het wereldwijde gemiddelde van 60 procent (DS 4 juli 2018).
Het is er ook aan te zien. België is allerminst een goedkoop land, met een relatief hoge inflatie, onder meer als gevolg van een gebrek aan reële concurrentie. Bedrijven kunnen ‘gewoon’ vinden wat ze maar willen. Wat moeten ze daar op het centrale loonoverleg niet van denken, waar de productiefactor arbeid niet meer dan een extraatje van 0,4 procent mag krijgen? Maar dat terzijde. Of misschien toch niet. De vaccins tonen hoe het systeem werkt.
DS, 20-04-2021 (Marc Reynebeau)
|