Westerse bedrijven ontsnappen niet aan partijsoldaten van Xi
Westerse bedrijven ontsnappen niet aan partijsoldaten van Xi
In buitenlandse bedrijven schieten takken van de Chinese Communistische Partij wortel die denationalistische ambities van president Xi moeten waarmaken. Over het risico van personeel met zo’n dubbele pet wil niemand iets kwijt.
Een ceo die voor de grote beslissingen moet luisteren naar de partijsecretaris: in Chinese staatsbedrijven of universiteiten is het normaal. Goed bekend zijn ook de afdelingen van de Chinese Communistische Partij (CCP) per stad of regio. Die duizenden schakeltjes vormen een hiërarchische ketting in functie van het Staand Comité van het Politbureau. Daarin zitten de zeven mannen die écht heersen over China.
De tijd dat privébedrijven daaraan ontsnapten, is voorbij. Niet alleen bouwde de CCP aan bijna 1,5 miljoen partijtakken in Chinese private bedrijven, nu blijkt voor het eerst dat de CCP in de Shanghaise vestigingen van bijna elk belangrijk buitenlands bedrijf wortel schiet met een georganiseerde partijafdeling. Dat blijkt uit een database die De Standaard kon inkijken, samen met enkele internationale kranten (zie inzet). Dat fenomeen is amper bekend. Er is weinig onderzoek naar en gangbare overzichten van de CCP vermelden amper partijtakken in privébedrijven.
AstraZeneca tot Volkswagen
De lijst, uit 2016, bevat 1,9 miljoen partijleden uit Shanghai. Ze geeft een unieke inkijk in de organisatiestructuur van de CCP in die stad met 23 miljoen inwoners. Blijkt dat de CCP takken heeft vernoemd naar Bekaert (9 mensen), Volvo (twee takken, 57 mensen), BNP Paribas (21 werknemers) en Philips (9 takken, 340 mensen). Ikea, Siemens, Deloitte, de bank HSBC en vaccinmakers AstraZeneca en Pfizer hebben tientallen leden in hun tak. Bij grote consultancybedrijven als KPMG, PricewaterhouseCoopers of EY gaat het om honderden werknemers, netjes georganiseerd in genummerde takken. Opvallend voor het mannenbastion dat de CCP nog altijd is: bij KPMG was 63 procent van de leden een vrouw.
Op zich hoeft het niet te verbazen dat firma’s in Shanghai partijleden rekruteren. Lidmaatschap is alleen toegankelijk voor de meest getalenteerde Chinezen met een vlekkeloze achtergrond. De partijkaart is een middel om het glazen plafond te doorbreken. Multinationals vissen in diezelfde, vaak stedelijke, talentenvijver.
Hoewel het moeilijk te vermijden is CCP-leden te rekruteren, is de oprichting van een tak geen wettelijke verplichting. Dat zegt professor publiek management Yan Xiaojun vanuit Hongkong. ‘Het is een campagne die uitgaat van het Centrale Comité van de Partij, met andere woorden, iets wat mensen gewoon moeten doen.’ Die vage grens tussen de Chinese wet en de wil van de CCP gaat naar de kern van het risico. Dat risico geldt zowel voor goedbedoelende ambitieuze Chinezen die op sociale promotie hopen via de partij, als voor de bedrijven zelf.
Ook opvallend: vragen naar wat in China ‘normaal’ is, roept veel huiver op bij firma’s. ‘Dat is heel gevoelige materie waar we liever niet op ingaan’, klinkt het na een belrondje bij Belgen in China. ‘Over de impact van de partij op het bedrijf zeg ik niets, over andere zaken mag je bellen’, mailt een Europese ondernemer. Zelfs de grootste internationale bedrijven wensten vaak niet te reageren op het onderzoek. Zelfs niet op de vraag hoe ze de risico’s van personeelsleden met zo’n dubbele pet proberen te beheersen. Sommigen toonden zich verrast. Of ze zeggen dat politiek lidmaatschap een persoonlijke zaak is die hen niet aanbelangt (Ikea). ‘Vergelijk het met vive la république roepen tegen de koning’, zegt een Europese insider over die stilte. ‘Kom je zo in de problemen, denk je?’
Enkele gesprekspartners zeggen robuuste bescherming van hun bedrijfsbelangen te hebben via gedragscodes, maar die zijn ‘niet specifieker toegespitst op China dan op andere landen’ (Volkswagen, Airbus, Bekaert).
Had in 1998 maar ongeveer 1 procent van de privébedrijven in China een CCP-tak, dan was dat in 2014 al meer dan 50 procent. Om het risico van de groeiende infiltratie goed in te schatten, is meer informatie nodig. ‘Wat partijtakken precies doen in westerse bedrijven, is amper geweten, het hangt heel erg af van de bedrijfscultuur’, zegt professor Yan.
‘Problematisch is vooral het ogenblik dat partijleden een beslissende rol krijgen in de strategie en het management van een buitenlands bedrijf’, zegt sinoloog Frank Pieke (Universiteit Leiden).
Volgens Chinakenner Charles Parton, een gewezen Britse diplomaat, hangt de bemoeienis ook af van hoe belangrijk China het bedrijf vindt. ‘Ze hebben Airbus nu hard nodig, dus zal die partijtak soepeler zijn dan die bij een supermarktketen. Van sommige firma’s weten we dat ze de invloed van de partij beperkt houden. Dat geldt niet voor allemaal.’
Relaties exploiteren
De database vermeldt ook 200 partijleden in het Shanghai Foreign Agency Service Department (FASD), een Chinees bedrijf dat ambassades voorziet van personeel. Enkele van die profielen doken op in betrekkingen bij Australische en Britse ambassades. Parton waarschuwt: ‘Sommige landen hebben de discipline rond beveiliging laten verslappen. Worden diplomaten nog goed afgeschermd voor toenemende Chinese pogingen tot inmenging? De CCP zal relaties tussen buitenlanders en lokaal personeel exploiteren.’
Het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken zegt niet te hebben samengewerkt met FASD. Wel gebruikte het in het verleden de diensten van het Pekingse Diplomatic Service Bureau. ‘Dat lokaal personeel doet logistieke of uitvoerende taken’, klinkt het. ‘Onze aparte politieke afdeling is goed beveiligd.’
DS, 18-12-2020 (Giselle Nath)
|