Chileense maatregelen waren nefast voor armen
De regering in Chili heeft de eerste maanden verkeerde maatregelen genomen, waardoor het coronavirus zich makkelijk kon verspreiden.
Drie maanden geleden zei de Chileense minister van Volksgezondheid, Jaime Mañalich, nog dat zijn land een van de beste gezondheidssystemen ter wereld had. Hij was ervan overtuigd dat er voldoende bedden waren om patiënten op te nemen.
Vandaag telt zijn land 33 doden per 100.000 inwoners. Chili heeft
volgens het ministerie van Volksgezondheid bijna 300.000 besmettingen op een bevolking van amper 19 miljoen mensen en daarmee staat het erg hoog in de lijst van probleemlanden. Specialisten vrezen dat Chili de weg van Italië of Spanje opgaat, waar de gezondheidszorg op het hoogtepunt van de crisis niet meer in staat was om alle patiënten optimaal te verzorgen.
Mañalich is intussen opgestapt. In juni hadden onderzoeksjournalisten uitgevlooid dat de cijfers die zijn ministerie aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bezorgde 5.000 doden meer telden dan de cijfers van de dagelijkse persconferenties. In de loop van de pandemie, die begin maart in Chili werd vastgesteld, had de minister wel drie keer zijn manier van tellen aangepast. Het gegoochel met de cijfers en zijn aanvaringen met de Orde van Geneesheren die zijn beleid maar niks vonden, betekenden zijn roemloze einde. Zijn opvolger, Enrique Paris, moet het vertrouwen herstellen.
Pendelende arbeiders
De eerste besmette patiënten woonden in de rijkere wijken van Santiago, maar het virus vond door de vele pendelende arbeiders snel zijn weg naar de armere gebieden van de hoofdstad. De regering was geen voorstander van een streng quarantainebeleid omdat de economie daaronder zou lijden. ‘We gaan de economie toch niet stilleggen om levens te redden?’, stelde de voorzitter van de Kamer van Koophandel
op 17 april. Een visie die president Sebastián Piñera – vroeger een succesvolle zakenman – minder grof geformuleerd deelde. ‘Net als de burgers zuurstof nodig hebben, vraagt de economie om geld’, zei hij. De minister van Volksgezondheid noemde een complete lockdown ‘nonsens’ en koos voor ‘dynamische quarantaines’, waarbij de stolp afwisselend op de wijken werd gezet waar dat nodig was. Zo zou de economie het minst geraakt worden.
Maar dat systeem werkte niet, omdat het geen rekening hield met de pendelaars die van de ene wijk naar de andere reisden en zo het virus verspreidden. Het was ook niet altijd logisch: soms waren inwoners aan de ene kant van de straat wél in quarantaine en die aan de overkant niet. Toen president Piñera op 24 april aankondigde dat de retorno seguro, de veilige terugkeer, op komst was, dachten velen dat ze zich niet meer aan de quarantaine moesten houden. Nadat het aantal besmettingen onrustbarend was gestegen, moest de regering op 15 mei de 7 miljoen inwoners van de hoofdstedelijke regio in quarantaine zetten.
Kort na zijn ontslag gaf minister Mañalich toe dat hij gefaald had. Hij had er geen rekening mee gehouden dat arme mensen niet thuis in quarantaine konden blijven, omdat ze elders als dagloner of straatverkoper hun tortilla moesten verdienen. Toen heel Santiago in lockdown moest, protesteerden de inwoners van de armere wijken tegen dat beleid. ‘Liever dood aan covid-19 dan aan de honger’, was een van hun slogans.
Uit onderzoek bleek dat in die wijken de quarantainemaatregelen amper waren opgevolgd. De circulatie was hoogstens met een vijfde verminderd. In die arme wijken, waar soms drie generaties krap samenhokken, is het onmogelijk om afstand te houden en jezelf af te zonderen. De officiële slogan ‘Quédate en casa’, blijf in je kot, werd daar op hoongelach onthaald. ‘Wat als je met z’n achten op een kamer samenwoont?’, vroeg Techo, de organisatie die werkt met mensen in armoede, op haar website. Volgens de krant La Tercera zijn in die kwetsbare buurten in mei 20 tot 50 procent meer inwoners gestorven dan normaal.
Per helikopter naar ziekenhuisbed
Santiago is nu dé plek waar corona zich thuis voelt: 80 procent van alle besmettingen in Chili circuleren rond de hoofdstad. Gisteren werden daar op een bevolking van 6,3 miljoen inwoners nog 1.648 nieuwe besmettingen ontdekt. De specialisten roepen alle hens aan dek omdat ze vrezen dat de ziekenhuizen zullen bezwijken onder de vele coronapatiënten. Tot nu toe zijn in heel Chili gemiddeld 88 procent van alle bedden op intensieve zorg bezet.
De arme zieken van Santiago gaan naar de ziekenhuizen dicht in de buurt: vaak zijn dat publieke ziekenhuizen die soms niet goed uitgerust zijn. In sommige ziekenhuizen moeten de dokters selecteren wie ze aan een beademingstoestel leggen, omdat ze te weinig machines hebben.
Een studie van onderzoeksjournalisten van het Centro de Investigación Periodística (Ciper) heeft uitgerekend dat de mortaliteit in de publieke ziekenhuizen gemiddeld dubbel zo hoog is als in de private.
De regering – en dan vooral minister Paris – beseft dat het virus ingedijkt moet worden. Zwaar zieke patiënten worden per helikopter naar regio’s gevoerd waar nog bedden vrij zijn. Gehospitaliseerden moeten zich geen zorgen maken over de kosten, die neemt de overheid wellicht voor haar rekening. Piñera rept voorlopig met geen woord over een mogelijke ‘retorno seguro’. Ondanks een verwachte daling van het bbp met zeker 5 procent, is het plan om de economie weer op te starten even van de baan.
DS, 08-07-2020 (Corry Hancké)