Het topvoetbal hangt aan de financiële epo
Het topvoetbal hangt aan de financiële epo
De concurrentievervalsing in het Europese voetbal via buitenlandse geldschieters kan niet streng genoeg worden aangepakt, schrijft advocaat Thomas Gillis.
De UEFA Club Financial Control Body (CFCB) sloot op 14 februari Manchester City uit van alle Europese competities voor de komende twee seizoenen. De voetbalgigant kreeg ook een boete van 30 miljoen euro (DS 15 februari).
Manchester City werd in september 2008 overgenomen door de Abu Dhabi United Group, het speeltje van Mansour bin Zayed, een lid van de koninklijke familie van Abu Dhabi en minister in de regering van de Verenigde Arabische Emiraten. O ironie, de Financial Fair Play Rules werden door de UEFA precies een jaar later ingevoerd. Die regels komen erop neer dat voetbalploegen niet meer mogen uitgeven dan ze binnenkrijgen. Het doel is om zo een gelijker economisch en sportief speelveld te creëren.
De onregelmatigheden waarvoor Manchester City wordt gestraft, werden vastgesteld tussen 2012 en 2016. De eerste Britse landstitel voor de Citizens sinds 1968 werd gewonnen in het seizoen 2011-2012. Daarna volgden titels in 2014, 2018 en 2019. Sinds de overname door Sheikh Mansour won City ook één keer de FA-Cup en vier keer de League Cup. De sportieve successen kwamen er dus samen met de oliedollars, ze werden behaald tijdens een tijdperk waarin de Financial Fair Play Rules systematisch en georkestreerd werden geschonden.
Hoelang pikt de fan het nog?
Met de nooit aflatende influx aan geld uit Abu Dhabi en de Emiraten kon op basis van een vervalste boekhouding naar hartenlust gekocht worden. Om het nog erger te maken: in zijn beslissing van 14 februari zegt de CFCB uitdrukkelijk dat Manchester City ook heeft geweigerd mee te werken aan het onderzoek. Op het clubembleem van Manchester City staat te lezen ‘Superbia in Proelia’, ‘Pride in Battle’. Veel verder van haar credo kan de club niet staan.
De parallellen met het schandaal rond de Noord-Londense rugbyclub Saracens zijn treffend. Deze club werd een tiental jaar geleden overgenomen door een puissant rijke zakenman, en werd na het aantrekken van de beste spelers ter wereld ineens de meest succesvolle club in Engeland en Europa. Naderhand bleek dat de club gedurende minstens drie seizoenen de salary cap-bepalingen van de Rugbybond met de voeten had getreden. De club kreeg begin dit jaar een monsterboete en een puntenaftrek van 35 punten, wat de facto leidde tot de degradatie. Er woedt nog een hevig debat om alle titels die de Saracens in de bewuste periode hebben behaald, af te nemen – en dat zijn er nogal wat.
Echte prestatiebevorderende middelen zijn bij ploegsporters bijna onmogelijk geworden, maar hét middel om de concurrentie oneerlijk te verschalken is het omzeilen van de financiële controlemechanismen. Liverpool wacht ondertussen al dertig jaar op een landstitel. Die zal er dit jaar komen door het enorme vakmanschap van die knotsgekke Jürgen Klopp. Aan de Mersey volgde men de regels en probeerde men jaar na jaar te wedijveren met de nieuwe concurrentie uit het blauwe deel van Manchester. Jaar na jaar was dat tevergeefs, terwijl de concurrentie fraudeerde.
Deze financiële doping in het Europese voetbal kan niet hard genoeg worden aangepakt. Ze leidt tot concurrentievervalsing, met potentieel verregaande sportieve en ook financiële gevolgen voor andere clubs. Ze vervreemdt de supporters van het mooie spelletje, omdat de kloof tussen groot en klein onoverbrugbaar wordt.
Het internationale Hof voor Arbitrage voor Sport moet zich nu uitspreken. We kunnen maar hopen dat in Lausanne recht zal worden gesproken. Anders zal het voetbal aan geloofwaardigheid inboeten. Het is een fantastische sport, maar ze moet op een eerlijke manier worden gespeeld. Anders zullen sprookjes als dat van Leicester City, dat de Engelse titel behaalde in 2015-16, voorgoed onmogelijk zijn. En zullen legendarische – David tegen Goliath – FA-cupfinales alleen nog bestaan in verhalen uit lang vervlogen tijden. En dan, heren in Manchester en het Midden-Oosten, zouden de voetbalfans wel eens kunnen afhaken.
En de Belgische clubs?
Op 20 januari maakte de Belgische Voetbalbond de resultaten van de eerste Financial Fair Play-toets door de Licentiecommissie bekend. De invoering daarvan vorig jaar door de Pro League, is positief. Maar uit de resultaten blijkt dat meer dan de helft van de Belgische clubs in afdelingen 1A en 1B een grote buitenlandse participatie hebben. Bijna twee derde leeft bij de gratie van een grote geldschieter. De Financial Fair Play-regels moeten ertoe leiden dat de clubs een gezonder financieel en economisch model hanteren dan vandaag. Dat schulden beperkt blijven en dat het risico kleiner wordt dat een club direct failliet gaat als de suikeroom de stekker eruit trekt.
De Licentiecommissie werkt al jaren grondig. Een even secure werking bij de toepassing van de Financial Fair Play-regels is noodzakelijk om de beoogde doelstellingen te bereiken. De sanctionering van clubs die de regels niet respecteren –via puntenaftrek, financiële sancties, transferbeperkingen en spelerskernbeperkingen – is daarbij cruciaal.
In Manchester City, PSG, Beveren of Anderlecht is de inzet wel degelijk dezelfde: gezonde zelfbedruipende voetbalclubs creëren, en op die manier een gelijk speelveld. Alleen dan zal het voetbal de mensen blijven begeesteren en zal het supporters elk weekend blijven samenbrengen in volle stadions, op een manier die weinig andere sporten gegeven is.
DS, 22-02-2020 (Thomas Gillis)
|