Een vlaag van walging
Een vlaag van walging
Tinneke Beeckman
Het coronavirus verspreidt zich in China en daarbuiten. In China neemt de overheid draconische maatregelen: burgers dragen mondmaskers, quarantaines worden opgericht en sommige steden worden zo goed als afgesloten. Ook elders in de wereld leeft angst voor het onbekende virus. Dat is begrijpelijk. Vroeger hebben ziekten zoals de pest of de Spaanse griep ravages aangericht. Maar ziekten genereren ook walging. En dat gevoel is politiek gezien veel relevanter dan vaak wordt gedacht.
Walging is een sterke fysieke reactie op tekenen van ziekte of verval. Wie beschimmeld voedsel, uitwerpselen of braaksel waarneemt, wil meteen afstand nemen. Die scherpe reflex is nuttig. Het lichaam kiest voor zelf*bescherming. Maar de gevoeligheid voor weerzin beďnvloedt ook morele en politieke oordelen. Op een diep psychologisch niveau verbinden we weerzin met ‘wij’ en ‘zij’, met wie er bij hoort en wie niet; wie we kunnen vertrouwen en wie niet; wat we zuiver vinden en wat niet.
Vaak merken we die reactie amper: in vergelijking met woede, geluk of verdriet, heeft walging een minder bewust effect op keuzes. Maar dat maakt de emotie niet minder belangrijk, aldus psycholoog David Pizarro (Cornell University). Afkeer is meer een kwestie van reactie dan actie, van reflex dan reflectie. Dat geeft hem een retorische kracht, aldus Pizarro. Hij is als een kleine ‘hack’ in de hersenen.
Wanneer politici erin slagen dat gevoel van aversie te koppelen aan bepaalde groepen, genereren ze dan ook een sterke emotionele respons. En dat gebeurt geregeld. Onlangs verbond Filip Dewinter (Vlaams Belang) het coronavirus met het ‘islamvirus’. In nazipropaganda werden Joden met ratten en ongedierte vergeleken. Ook Donald Trump verwijst vaak naar afkeer. Tijdens een meeting sprak hij bijvoorbeeld over Hillary Clintons ‘walgingelijke’ toiletstop tijdens een televisiedebat. Zulke opmerkingen lijken van de pot gerukt, maar ze sorteren effect.
Meer nog, experimentele psychologen hebben aangetoond dat rechts-conservatieve kiezers gevoeliger zijn voor walging dan progressief-liberale kiezers. Neurowetenschapper Read Montague (Virginia Tech University) mat de neurale respons van mensen, terwijl ze beelden bekeken van misvormde dieren, vuile toiletten en gezichten met zweren. Hij peilde ook naar hun politieke ideeën, op een spectrum van extreem progressief tot extreem conservatief. En de gevoeligheid voor weerzin bleek groter te zijn bij conservatieven. Aan de scan kon Montague zelfs met 95 procent zekerheid zeggen of iemand liberaal dan wel conservatief was. De testpersonen kregen ook gewelddadige beelden te zien (mannen met revolvers gericht op de camera, vechtscčnes, autowrakken) en aangename beelden (lachende baby’s, zonsondergangen, konijntjes). Maar alleen bij afkeer was er een sterke correlatie tussen respons en politieke overtuiging.
Ook andere studies, van bijvoorbeeld Michael Bang Andersen (Aarhus University), wijzen op een overeenkomst tussen een gevoeligheid voor walging en een conservatieve ethos, zoals traditionalisme, religiositeit, steun voor autoriteit en hiërarchie, seksueel conservatisme en wantrouwen tegenover anderen. walging heeft dus morele effecten. Ethiek handelt niet alleen over goed en kwaad, maar ook over het zuivere. Religies hebben duidelijke regels voor voedsel, seksualiteit en de behandeling van lijken, bijvoorbeeld. Gelovigen ervaren weerzin bij de gedachte aan overtredingen.
Gevoelens van walging hebben zelfs een impact op politieke en morele ideeën: als de context afkeer oproept, verschuiven politieke ideeën naar de rechterkant van het spectrum. In Pizar*ro’s test, bijvoorbeeld, moesten proefpersonen morele en politieke vragen beantwoorden. Naast hen stond een bord dat eraan herinnerde om de handen te wassen om griep*infecties te vermijden. Die verwijzing volstond om meer rechtse politieke stellingen en moreel conservatieve voorkeuren te noteren.
Niemand weet voorlopig hoelang het coronavirus zich nog zal verspreiden, of hoe gevaarlijk het echt is. De politieke effecten blijven ook onduidelijk. Ondertussen ondervinden Chinezen in andere landen wel meer vooroordelen. Zo werkt afkeer: hij verdeelt in wie zuiver lijkt, en wie niet, ook wanneer zo’n opdeling niet klopt. Wellicht speelt bij dit virus nog iets anders: China is de macht die expansie en globalisering incarneert, met open grenzen voor kapitaal, productie en werknemers. Maar tegen zo’n virus willen heel wat mensen juist duidelijke grenzen kunnen optrekken.
Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster
DS, 13-02-2020
|