Charlatans met streken
Charlatans met streken
Coulrofobie. Bent u lid van een quizploeg en verantwoordelijk voor de nutteloze feitjes, dan weet u waarover het gaat: angst voor clowns. Wie er last van heeft, vermoedt dat er achter de grimas en de grappen een griezel schuilt. In Groot-Brittannië steeg het aantal patiënten met deze aandoening fel sinds Boris Johnson premier werd. Het nieuwste konijn uit zijn mouw is de beslissing om het parlement op non-actief te stellen in de vijf cruciaalste weken van de eeuw. Dat leidde prompt tot protest en betogingen.
Er zijn ook Britten die het schitterend vinden dat de leutertent straks dichtgaat. Op planeet Johnson gaat het eindelijk vooruit met de Brexit. Dat de premier buiten de lijntjes kleurt, maakt hem voor een deel van het publiek extra aantrekkelijk. Er zijn wel meer politici die van hun ongemanierdheid een verdienmodel maken: een beetje foefelen, liegen zonder blikken of blozen, de *tegenstanders uitlachen, bij tijd en wijle een scheut racisme of seksisme. Sommige kiezers vinden het prachtig. Hoe brutaler, hoe liever. De ontmaskering van hun held als despoot zet er hen in geen geval toe aan om de volgende keer op Björn Rzoska of een andere brave mens te stemmen. Als het Amazonewoud in de fik staat of de persvrijheid wordt ingeperkt, klimt de politiek correcte kaste in de gordijnen. Dat alleen al maakt het spektakel de moeite waard.
We zien het in Amerika, in Brazilië of in de Filipijnen. De democratie staat onder druk, en het gebeurt niet met kogels of traangas, maar – alvast in het begin – met de steun van veel kiezers. Het systeem is broos en kan van binnenuit ontmanteld worden. Een gekozene kan het land onder hoogspanning zetten, minderheden afsnauwen, fundamentele waarden opschorten en beleid voeren dat op termijn desastreus uitpakt. De fratsen van Johnson brengen ook in onze contreien de sloop van de democratie akelig dichtbij. De vraag is of we nu moeten besluiten dat het bestel op apegapen ligt. Is het rotten te stoppen als het al begonnen is?
De Britse pers maakte de voorbije dagen uiteraard de vergelijking met de jaren 30. Het begon met boze kiezers, ergens onderweg werd het parlement het zwijgen opgelegd, en het eindigde met zyklon B en de totale waanzin. Veel analisten zijn pessimistisch van aard. In de winst van een extremistische partij zien ze altijd de voorbode van een nog grotere zege bij de volgende verkiezingen. Toen Vlaams Belang in 2004 een kwart van de stemmen haalde, klonk het dat een absolute meerderheid echt niet veraf meer was.
Maar het loopt niet onvermijdelijk uit de hand. In golven duiken snuiters op die het systeem willen kapen. Meestal vergeten we dat snel, precies omdat het mislukt. Ze houden zich finaal toch aan de spelregels, of ze gaan ten onder aan geruzie. In de jaren 80 verkoos Amerika een derderangsacteur als president, met cowboyhoed en het krankzinnige plan om oorlog te voeren in de kosmos. Met een bepaalde regelmaat sturen we sjoemelaars, komieken, straatvechters, judocoaches of charmezangers met rare ideeën de politiek in. Soms vervellen ze alsnog tot betrekkelijk correcte politici, soms ook niet. Vaak missen ze het vermogen om duurzaam te besturen. In Italië heeft Matteo Salvini zichzelf gediskwalificeerd, in Oostenrijk zong de regering met extreemrechts het niet lang uit. De oppositie slaat steeds meer barsten in het blazoen van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en we kunnen geenszins zeggen dat heel Oost-Europa de Hongaarse premier Viktor Orban nog achternaholt.
Democratie is kwetsbaar, maar ook weerbarstig. De meerderheid is zelden te vinden voor extreme avonturen. Ze roept niet luid en is soms lui en suf, dat wel.
Het is precies de angst voor verzoeners en gematigden die Johnson doet grijpen naar giftige tactieken om de Brexit er op zijn manier door te drukken. Hij wil de stem van de redelijkheid uitschakelen door haar te discrediteren en vijf weken met verlof te sturen.
De situatie is ernstig en de gevolgen kunnen groot zijn. Maar het is niet einde verhaal. Onder leiding van John – Order! Order! – Bercow kan het parlement deze week nog truken bovenhalen om het tij te keren. À la guerre comme à la guerre. Durven de parlementsleden tegen hun premier in te gaan?
Als het land op 31 oktober zonder regeling uit de Europese Unie tuimelt, zal dat het gevolg zijn van gelatenheid en berusting. De grootste bedreiging voor de democratie is niet de charlatan met streken. Ze ligt in het cynisme en de onverschilligheid van wie hem kon tegenhouden, maar het verzuimde.
Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent
DS, 03-09-2019
|