Netwerken houden kritische Turkse journalistiek overeind
Netwerken houden kritische Turkse journalistiek overeind
Kritische Turkse journalisten werken steeds vaker samen met hun collega’s in het buitenland om werk gepubliceerd te krijgen. Eén van die netwerken die hen vooruit helpt, is theblacksea.eu.
De laatste persvrijheidsindex van ‘Reporters zonder Grenzen’ is duidelijk: Turkije bengelt op plaats 157, zowat onderaan de lijst. Sinds de mislukte coup in juli 2016 zijn onafhankelijke media een doelwit van Erdogan, met de noodtoestand als ‘wettelijke basis’ voor een nooit geziene zuivering.
Momenteel zitten 174 journalisten in de gevangenis, terwijl officiële cijfers spreken van drie. “Dat komt omdat de overheid hen niet als journalist erkent, maar aanziet als ‘schadelijk voor de nationale veiligheid”, verduidelijkte een vooraanstaande Turkse journaliste onlangs op Dataharvest, een conferentie van 400 (vooral) Europese onderzoeks- en datajournalisten.
Verder wachten nog meer dan 500 journalisten op een proces, blijkt uit cijfers van Expression Interrupted. Die vereniging houdt minutieus cijfers bij van vervolgde journalisten. Ook moesten bijna 200 media de deuren sluiten, net als ruim 1.100 verenigingen daarrond.
Last man standing
Meer dan de helft van de Turken bekijkt een televisiezender of leest online nieuws of een papieren krant die in handen is van een politieke medestander van president Erdogan.
Dat is ook het geval voor negen op de tien meest gelezen kranten en meest bekeken televisiezenders, lijstte een mediamonitor van Reporters zonder Grenzen recent nog op. In maart van dit jaar nog raakte bekend dat Dogan Holding, die de (laatste onafhankelijke) krant Hurriyet uitgeeft, overnamegesprekken voert met een pro-Erdogan ondernemer.
En dat heeft duidelijke gevolgen.
“Turkse media wachten bij delicate onderwerpen eerst op de berichtgeving van buitenlandse media. Dat geeft hen enige bescherming tegen vervolging”, aldus nog de Turkse journaliste die liever anoniem blijft. “Het is een steeds groter wordende bedreiging. Een keerpunt is enkel mogelijk wanneer internationale onderzoeksjournalisten aandacht hebben voor Turkije.”
Het in het Turks vertalen van stukken, zoals onder meer BBC al deed, helpt de zaak nog meer vooruit.
Het gebrek aan bronnen, een geringe kennis van andere talen en ook beperkte vaardigheden, zijn andere problemen waar de Turkse journalistiek mee worstelt.
Het internet mag dan wel voor ‘onbeperkte’ mogelijkheden zorgen, het biedt Turkse journalisten allerminst immuniteit. “De overheid volgt sociale media bijzonder goed en houdt wel degelijk rekening met het effect van chilling.”
Bovendien werd niet alleen de persvrijheid, maar ook de vrijheid van meningsuiting ernstig aan banden gelegd. De Turkse oppositiepartij CHP verklaarde enkele weken nog dat 100.000 webpagina’s gesloten werden door de overheid.
Bij gebrek aan onafhankelijke media, startte oppositiepartij CHP een eigen mediakanaal op: CHP News. Vanuit het parlement streamen oppositieleden live-beelden, recent nog van de budgetbesprekingen.
“Oppositiepartijen verzamelen data en gegevens en geven die door aan journalisten, heel de Arabische wereld werkt overigens zo”, getuigt de journaliste.
Europa
Dat er niet een krachtiger reactie komt vanuit de Europese Unie, ontgoochelt de Turkse journalisten, maar ze zien ook een verklaring. “Je zou van Europese instellingen verwachten dat ze meer zeggen, maar men doet dat niet, uit schrik om de pro-Europese stemmen tegen het hoofd te stoten. (…) Vergeet niet dat Europa en Turkije verschillende samenwerkingsverbanden hebben, zoals de vluchtelingendeal.
Net dat laatste, werd recent nog kritisch tegen het licht gehouden door een internationaal netwerk van journalisten, verenigd in het collectief ‘The Black Sea’.
Uit hun onderzoek bleek dat er heel weinig transparantie is over waar de 3 miljard euro voor de opvang van vluchtelingen naartoe ging en hoe efficiënt de hulp was.
Blog Apache, 30-05-2018 (S. Vandenbussche)
|