Wat moeten jongeren studeren, nu de banen van vandaag bedreigd zijn?
Boekhouder, vertaler, bankbediende en nu ook de postbode: steeds meer jobs zijn met uitsterven bedreigd. Welke opleidingen moeten tieners van vandaag volgen als ze in 2030 niet werkloos willen toekijken?
Tiago Guerreiro (17) studeert handel aan Sint-Lodewijk in Antwerpen. Zijn laatste jaar. Daarna wil hij de verkoop in. Denkt hij. Want hij heeft net ergens gehoord dat verkopers mogelijk toch niet zo’n gouden toekomst wacht. Wat nu een knelpuntberoep is, is dat straks door de toena*me van e-commerce misschien niet meer. “Iedereen koopt steeds meer online. Maar moet je je daardoor laten tegenhouden? Welk beroep biedt wel nog werkzekerheid?”
Goeie vraag. Eén ding is zeker: we zetten ons geld alvast niet in op de postbode. Zeker niet nadat de CEO van Bpost vorige week in deze krant verkondigde dat de dagelijkse briefbedeling zijn tijd heeft gehad. Tel daar nog bij dat nieuwe drones evengoed pakjes kunnen bezorgen, en chatbots sneller, efficiënter en vooral goedkoper zijn dan een postbeambte aan het loket en je weet: facteurs is geen lang leven meer beschoren.
Steeds meer functies dreigen vervangen te worden door machines en algoritmes. Oxford University-academici Carl Frey en Michael Osborne voorspelden in 2013 al dat bijna de helft (47 procent) van de bestaande jobs kunnen verdwijnen door robots en computers. Een recentere OESO-studie schetst niet echt een rooskleuriger plaatje.
Chauffeurs volgen zenuwachtig de ontwikkeling van de zelfrijdende (vracht)wagen die geen rustpauzes nodig heeft. Kassiersters moeten wijken voor zelf*scanners in de supermarkt die klanten nooit te veel geld zullen teruggeven. In Singapore zetten robots Ikea-stoelen in elkaar en in McDonald’s-filialen op snelwegparkings bestel je je Big Mac op een scherm, niet meer aan de toog. Zelfs koks lijken het te kunnen schudden: Flippy, de eerste burger*grillende robot, is al een feit.
Slachting
Ook vier op de tien Belgische bedienden vreest stilaan voor zijn job door automatisering, meldde rekruterings*firma Robert Half deze week na een onderzoek bij 1.000 werknemers in 200 bedrijven. Volgens technologie*ondernemer Peter Hinssen zullen eerder de white collar workers dan de blue collars getroffen worden door de oprukkende robotisering.
Tieners met loodgieter*ambities zitten volgens Hinssen gebeiteld. “Toiletten en leidingen zullen altijd ontstopt moeten worden. Ontwikkel maar eens een gespecialiseerde robot die dat op elke mogelijke plek en situatie kan. En het zal ook wel nog even duren voor een zelfrijdende vrachtwagen elke mogelijke helling, verkeerssituatie en bocht aankan.” Kappers hoeven om dezelfde reden nog niet met dichtgeknepen billen te zitten: zelfs voor de meest geavanceerde knip*robots zijn er te veel verschillende coupes.
Grimmiger lijkt de (nabije) toekomst voor werknemers die bezig zijn met administratieve, routineuze en/of repetitieve taken. Hinssen: “Daarin kun je niet winnen van het algoritme. Daar verwacht ik echt een slachting.” Denk aan: secretarissen, boekhouders, bank- of verzekeringsbedienden maar ook juristen en tele*marketeers.
Vaak nu nog knelpunt*beroepen, volgens voorspellingen binnen afzienbare tijd met uitsterven bedreigd. Zeker nu Google er al in slaagt om via artificiële intelligentie een robot zoals een mens te laten klinken.
Een duel tussen een dokter en een app die huidkanker moesten detecteren, draaide in het voordeel van de laatste uit. Ook audiologen, crisismanagers, creatieve therapeuten en chirurgen prijken hoog op de zogenaamde shit*list van Frey en Osborne, met beroepen die een hoog risico lopen om gewipt te worden.
Wat zijn dan wel die felbegeerde jobs van de toekomst? Welke opleidingen bieden meer garantie op een lange, vruchtbare carrière dan op een werklozen*statuut?
In tijden van snelle digitalisering en robotica ligt één antwoord alvast voor de hand: alles wat met snelle digitalisering en robotica te maken heeft. IT’ers bijvoorbeeld, app-ontwikkelaars, mensen die drones en robots kunnen ontwerpen en bouwen, games bedenken, toepassingen voor 3D-printers bedenken.
Edison Tasang (17) heeft de richting informaticabeheer dan ook niet toevallig gekozen. “Ik ga voor een job als programmeur”, zegt de Antwerpenaar. “Die zijn nodig. En het schijnt nog niet slecht te betalen ook.”
Al is het evenmin een goed idee dat pubers zich nu en masse inschrijven voor informatica, zeggen arbeidsmarktexperts. De techbehoefte neemt inderdaad toe, maar de concurrentie ook. De universiteit van Kent deed de omgekeerde oefening van Frey en Osborne en maakte een kaart met de jobs van de toekomst. In eerste instantie ziet men vooral een gat in de markt voor IT-veiligheidsconsultants, biomedische ingenieurs, sociale media- en personal brandmanagers. Binnen afzienbare tijd – lees 25 tot 50 jaar – voorspellen ze ook een verschuiving richting onder meer professionele gamers, genetische consultants, avatar designers, astronauten voor toeristische ruimtevluchten en exo*biologen die onderzoeken waar leven in het heelal mogelijk is.
Sleutel tot succes
Alleen: een kleine rondvraag bij tieners op de Antwerpse Meir leert dat de meesten zich bij hun studie- en beroepskeuze eerder door interesses laten leiden dan vrees voor job*stelende robots. Wat als je als tiener liever rechten wil studeren in plaats van TEW en IT, zoals de Antwerpse studente Grieks-Latijn Eva Talboom (15)? Best voorbereiden op een vroegtijdig werklozen*statuut?
Adriana Roy (15), studente humane wetenschappen, twijfelt of ze haar droom om sociologe te worden niet beter opbergt in deze technologische tijden. “Ik vind het super*interessant om me te verdiepen in de problemen van onze samenleving. Maar wat heb je daaraan als je straks geen job vindt? Dan zit je zelf met een probleem.”
Stijn Baert, professor arbeids*economie aan de UGent, adviseert pubers om niet alleen met hun hoofd maar ook met hun hart te kiezen. Hij gelooft namelijk niet dat machines alle jobs in een razende rotvaart gaan vervangen. Wel verwacht hij dat beroepen drastisch zullen veranderen. “Tieners van vandaag gaan die machines niet alleen moeten ontwikkelen en bedienen, maar zullen er vooral mee moeten samenwerken.”
In plaats van een potje doemdenken kun je het ook positief bekijken. Boekhouders zullen zich dankzij algoritmes niet langer aan de – laten we eerlijk zijn – saaie administratieve taken en berekeningen moeten wijden. In plaats daarvan kunnen ze zich bezighouden met economische vraagstukken waar wel menselijke creativiteit, inzicht en beslissingen aan te pas komen. Ja, robots en computers gaan bepaalde activiteiten overnemen. Maar er zijn evengoed zaken die robots en computers (nog) níét kunnen.
De sleutel tot werkzekerheid en succes is volgens Baert dan ook: nadenken in welke positie je een menselijke meerwaarde kunt bieden. En daarbij altijd je eigen talenten en passies in het achterhoofd houden. Zelfs een keuze voor een studie westerse literatuur te midden van een technologische revolutie vindt Baert legitiem: “Het zou doodzonde zijn als we de volgende Connie Palmen of Herman Brusselmans zouden mislopen gewoon omdat we zo op dat technische zijn gefocust.”
Arbeidsmarkt*experts voorspellen zelfs een revival van het creatieve. Wie creatief is, heeft nog altijd een streepje voor op een machine. Robots kunnen dan wel al koken, een vernieuwend recept bedenken dat Michelin-inspecteurs doet omvervallen, is andere koek. Singer-songwriters zijn de perfecte aanvulling op een computer die componeert. Ook tatoeage*artiesten in spe zoals de 16-jarige Sietske Thys, of toekomstige mode*ontwerpsters als Dina El Menchawy (16) zitten goed.
Zware fout
Pubers hoeven hun droom van vertaler zelfs niet op te geven als ze zich toeleggen op het behandelen van culturele gevoeligheden die de ongevoelige Google Translates van deze wereld hopeloos missen. Wannabe-boekhouders kunnen zich specialiseren in een adviserende rol, net als artsen. Want eerlijk: patiënten voelen zich misschien veiliger als een onfeilbare robot het scalpel hanteert, niemand hoort graag van een computer dat hij kanker heeft, wat alle opties zijn en hoelang hij nog te leven heeft.
In een doorgedreven technologische wereld kun je ook evengoed een verschil maken als ethicus of jurist. Jobs die doorgaans nochtans hoog op risicolijstjes prijken. Baert: “Wat als een robot een zware fout maakt en iemand overlijdt? Dan heb je een jurist nodig. De digitalisering roept ook veel privacy*vragen op. Liever een ethicus of filosoof die daarover kan nadenken dan een half*bekwame ingenieur. Al kunnen de ethici en advocaten van de toekomst niet zonder een technische basiskennis als ze mee willen zijn.” Dat geldt overigens voor alle beroepen, ook zij die redelijk safe zitten. Jobs waar de menselijke interactie doorweegt, zoals die van leerkracht. Die voegen best virtual teaching toe aan hun – al uitgebreid – takenpakket.
Omgekeerd zullen ook technisch onderlegde tieners niet louter kunnen teren op dat technisch talent. In juni 2016 schreef Saskia Van Uffelen, CEO van Ericsson Belux, mee aan een opiniestuk voor De Standaard over de jobs van de toekomst. Met de veelzeggende titel: met nerds alleen komen we er niet. “Bedrijven zijn niet langer op zoek naar ingenieurs zonder meer”, klonk het. “Wel naar ingenieurs met sociale vaardigheden die een opinie kunnen vormen en de bestaande bedrijfsmodellen in vraag durven te stellen.”
Een (hoger) diploma blijft belangrijk voor schoolverlaters die snel aan de bak willen komen. Volgens het laatste schoolverlatersrapport van de VDAB is 4,8 procent van de hooggeschoolden na een jaar nog werkzoekend. Bij middengeschoolden is dat 12 procent, bij laaggeschoolden 30,6 procent.
Recent onderzoek van Antwerp Management School leert dat bedrijven meer en meer nadruk leggen op zogenoemde soft skills. Men analyseerde vacatures en ontdekte een nieuwe heilige drievuldigheid. Bedrijven willen vooral werknemers die autonoom kunnen werken, en daarnaast toch goed in teamverband functioneren. Maar – bovenal – moeten ze over een geweldig aanpassingsvermogen beschikken. Flexibiliteit wordt meer dan ooit het codewoord.
Weg met aardrijkskunde
Daarvoor moeten tieners meer out of the box leren denken, vindt Hinssen. Op een open geest worden getraind in plaats van een trucje aangeleerd te krijgen dat ze tot hun pensioen uit*oefenen. Helaas is ons huidig onderwijs daar nog totaal niet op georiënteerd.
“Het zijn grosso modo nog steeds dezelfde vakken als 35 jaar geleden. Terwijl technologie wellicht belangrijker wordt als tweede taal dan Frans en een vak als aardrijkskunde bizar lijkt in tijden van Google Maps.”
Dan acht hij vakken als ethiek, filosofie, kritisch bronnen*onderzoek of productdesign anno 2018 een stuk relevanter. En, niet te vergeten: ondernemerschap.
‘De puber van nu wordt onder*nemer’ kopte de Nederlandse krant Trouw in 2015. We staan aan het begin van een nieuw tijdperk, van een free*lance-economie waarbij werknemers vaker ondernemer zijn, klonk het in het artikel. Een voorspelling die zich drie jaar later al duidelijk laat voelen. Zeker met de opkomst van de deel*economie en platformen als Uber, Airbnb en Deliveroo. Wie geen vaste job vindt, kan er tegenwoordig mits een computer of smartphone zelf één creëren.
Met als gevolg dat zogenaamde toekomst*verkenners in het Trouw-artikel gewag maken van het einde van de verzorgings*staat zoals we die nu kennen en de opkomst van nieuwe vormen van solidariteit. Zoals broodfondsen, waarin groepen zelfstandigen maandelijks een bedrag storten dat als buffer dient tijdens periodes van ziekte.
Het ondernemerschap trekt jongeren om veel redenen aan: vrijheid en flexibiliteit, de droom van het instant megasucces en/of kans om echt iets nuttig en relevant te kunnen doen. Met de woorden van Siebe Dingemans (16): “Je bent tenminste je eigen baas en hebt je eigen toekomst in de hand. Plus: je moet je niet aan allerlei regeltjes houden. Ik kan sowieso niet goed om met autoriteit.”
Maar ook voor de freelancer geldt dat hij zich levenslang zal moeten bijscholen en bijspijkeren om relevant te blijven, zegt Hinssen. “Het naïeve idee van onze ouders dat je tot je 22ste studeert en daar vervolgens een leven lang op teert, is volledig voorbijgestreefd. De gedachte dat toekomstige generaties nog zullen kunnen leunen op sociale zekerheid of een pensioen*stelsel om voor hen te zorgen, wordt een utopie.”
Pubers zullen uit hun pijp moeten komen: luiheid wordt de komende decennia meer dan ooit afgestraft. Wie een lange carrière ambieert, moet een kameleon zijn. Altijd klaar om zich aan te passen en bij te leren.
Temeer omdat onze menselijke verbeelding ons in de steek laat als het over de toekomst gaat. Van veel huidige jobs hadden we tien jaar geleden nog geen benul. En dat gaat er niet bepaald op beteren. Volgens experts die door het World Economic Forum worden geciteerd, zijn 65 procent van de jobs die we in 2030 zullen uitoefenen vandaag nog onbestaande.
SNEUVELJOBS
(met groot risico op automatisering)
► administratief personeel
► boekhouders
► keukenhulpen
► audiologen
► telemarketeers
► magazijniers
► installateurs
JOBS VAN DE TOEKOMST
► IT-veiligheidsconsultants
► app- en droneontwikkelaars
► loodgieters
► kappers
► tatoeage- en andere artiesten
► sociale media- en personal brand managers
► ondernemers
► creatieve chef-koks
► genetische consultants
► exo*biologen
(lijstje op basis van Frey&*Osborne 2013, studie ING over arbeidsmarkt 2018, data van de University of Kent en experts)
Bron:
De Morgen 12/05/2018
https://www.demorgen.be/economie/wa...-zijn-b8b71a0b/
Eigen mening: