Hoe de buffer tegen extremisme verdween
Hoe de buffer tegen extremisme verdween
In heel Europa schuiven conservatieve politici steeds verder naar rechts op om kiezers van extreemrechts terug te halen. Dat vindt Caroline de Gruyter levensgevaarlijk.
Een van de eerste dingen die de nieuwe Duitse minister van Binnenlandse Zaken, de rechts-conservatieve Horst Seehofer, deed, is zijn ministerie een nieuwe naam geven. In plaats van Bundesinnenministerium moet iedereen nu Heimatministerium zeggen. Sindsdien heeft Seehofer er een bijnaam bij: ‘Heimathorst’. Toen hij vervolgens een foto publiceerde van zijn nieuwe kabinet – zeven mannen in pak, met Seehofer in het midden – regende het grappen en grollen. ‘Niet mijn heimat’, ging op Twitter ongeveer viraal.
Maar zo grappig is dat allemaal niet. Wat Seehofer doet, doen veel politici van conservatief rechts in heel Europa: ze schuiven steeds verder naar rechts op in een poging om kiezers van extreemrechts terug te halen. Zij doen dit door langzaam maar zeker het discours en de standpunten van extreemrechts over te nemen. De hoop is dat kiezers liever voor de ‘fatsoenlijke’ versie gaan – waarom voor de AfD stemmen als de CSU hetzelfde biedt? Maar dit is levensgevaarlijk. Want zo maken conservatieve politici als Seehofer het gedachtegoed van een politieke stroming met antidemocratische tendensen geleidelijk aan mainstream.
Mentor van Orban
Seehofer komt uit het zuid-Duitse Beieren, tegen Oostenrijk aan. Beieren is traditioneel en conservatief. Altijd al geweest. Dirndls en Bierfeste zijn er razend populair. De AfD heeft er bij de vorige verkiezingen goed gescoord (net als in het voormalige Oost-Duitsland), mede doordat de meeste vluchtelingen en migranten in 2015 en 2016 daar het land binnenkwamen. Dat legde een zware belasting op Beieren. Een deel van de AfD-kiezers stemde vroeger op de CSU. Nu de socialistische SPD ernstig is verzwakt, ziet de CSU de AfD als dé oppositiepartij.
Daarom besloot de partij deze week om het kruis in overheidsgebouwen weer aan de muur te hangen, om zo het gras voor de voeten van ambitieuze AfD’ers weg te maaien. Daarom ook fungeert Seehofer steeds meer als mentor van de Hongaarse president Viktor Orban. Verder wil hij nu van de sancties tegen Rusland af. Hij focust steeds minder op economische onderwerpen, en steeds meer op culturele. Een van zijn laatste uitspraken: ‘Islam hoort niet in Duitsland.’
Doe normaal
Seehofer is niet de enige die zo opereert. Vlak voor de Oostenrijkse verkiezingen vorig jaar klaagde Heinz-Christian Strache, de leider van de extreemrechtse partij FPÖ, dat de conservatieve ÖVP zijn programma grotendeels had overgenomen. Intussen zitten beide partijen in de regering en werken ze vlijtig aan wetsontwerpen over immigratiebeperking en minder kinderbijslag voor mensen met gezinnen in het buitenland. ‘Beide partijen herkennen zich voor 75 procent in het regeringsprogramma’, zei Strache deze winter. En, snerend: ‘Misschien heeft dat iets te maken met het feit dat de een tijdens de campagne een aantal punten van de ander overgenomen heeft.’
De Nederlandse premier Mark Rutte gebruikte vorig jaar, voor de Nederlandse parlementsverkiezingen, eenzelfde tactiek. Hij richtte zich op PVV-kiezers, om ze terug te halen naar de VVD. Zo plaatste hij een paginagrote brief in de kranten over integratie, waarin hij termen gebruikte als ‘Doe normaal of ga weg’. Zelfs traditionele VVD’ers trokken daar de wenkbrauwen bij op. Maar net als ÖVP-leider Sebastian Kurz won Rutte wel de verkiezingen. Voor campagneleiders, voor wie ‘winnen’ het enige doel is, zijn dat perfect geslaagde campagnes. In Frankrijk probeert de ‘echt rechtse’ Laurent Wauquiez, leider van de klassiek-rechtse Les Républicains, hetzelfde trucje uit. Om kiezers bij het Front National weg te halen, hamert Wauquiez steeds harder op immigratiebeperking en meer veiligheid. Vorige week zette hij een nieuwe troefkaart in: een referendum over Europa.
Op lange termijn kan deze strategie desastreus uitpakken. De Britse Tories verloren de regie geheel aan de brexiteers in de partij. De Amerikaanse Republikeinen rolden jarenlang de rode loper uit voor ultrarechtse stromingen als de Tea Party, tot ze er zelf door verzwolgen werden. Sinds Donald Trump de partij overnam, is klassiek-rechts er min of meer opgehouden met bestaan.
Alliantie met de nazi’s
In zijn recente boek Conservative parties and the birth of democracy schrijft Daniel Ziblatt, politicoloog aan Harvard, dat je ook de Europese geschiedenis niet kunt begrijpen zonder studie van conservatieve partijen. De manier waarop zij op veranderingen reageren, bepaalt volgens hem of een democratie overleeft of niet. Zo misrekenden de Duitse conservatieven zich begin jaren dertig door een ruk naar rechts te maken en te proberen allianties te sluiten met Hitler en de nazi’s.
Terwijl de Amerikaanse conservatieven als was zijn in Trumps handen, riep Wauquiez’ voorganger François Fillon de Franse conservatieven vorig jaar juist op om niet op Marine Le Pen te stemmen, maar op Emmanuel Macron. Dit hielp Macron aan zijn zege: ongeveer de helft van de Fillon-stemmers stemde op hem, een derde stemde niet en slechts een zesde stemde op Le Pen. Als conservatieve kopstukken in Oostenrijk in 2016 niet hadden opgeroepen om op de Groene hoogleraar Alexander Van der Bellen te stemmen, was de extreemrechtse Norbert Hofer nu president geweest. Het tekent de inhoudelijke instabiliteit van de Oostenrijkse conservatieven dat ze amper een jaar later de FPÖ omarmden.
Naoorlogse christendemocraten vormden in Europa een baken van stabiliteit. Ze waren een buffer tegen extremisme, cultuurclashes en klassenstrijd. Wat is daarvan over? In plaats van een solide partij te onderhouden, gefundeerd op heldere principes, staren moderne conservatieven zich blind op peilingen en melken ze kortetermijnstrategieën uit. Ze weten niet meer wie ze zijn en waarvoor ze staan. Ze gaan voor tactieken, niet voor inhoud. De kiezer begrijpt het ook niet meer.
Daarom zijn die partijen geen buffer meer voor ondemocratische tendensen en reflexen op de extreme rechterflank. Integendeel, ze vallen er zelf aan ten prooi. Zoals de Britse filosoof Edmund Burke ooit zei: ‘The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing.’
DS, 27-04-2018 (Caroline de Gruyter)
|