Alle Belgische gemeenten moeten een speciale veiligheidscel inrichten die op lokaal niveau strijdt tegen radicalisering, extremisme en terrorisme. Dat heeft de federale ministerraad beslist.
In de strijd tegen radicalisering en terrorisme wil de regering op lokaal niveau alle relevante actoren - van jeugdhulp over onderwijs tot politie - beter laten samenwerken. Alleen door ook dat niveau te betrekken, is een integraal nationaal veiligheidsbeleid mogelijk, klinkt het.
Vandaag bestaan er - vooral in Vlaanderen - al tal van zo’n lokale integrale veiligheidscellen (LIVC’s). Op initiatief van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) besliste de ministerraad vandaag om voor elke gemeente zo’n LIVC te verplichten.
In de LIVC moeten maandelijks alle mogelijke aanwijzingen van radicalisering besproken worden, van prille tekenen bij scholieren tot vermoedelijke haatpredikers. De wet voorziet ook in een zogenaamd gedeeld beroepsgeheim, waarbij beroepen met discretieplicht toch de nodige gevoelige informatie kunnen delen binnen de LIVC.
Verontrustende signalen
Zo kan een OCMW-medewerker de andere diensten informeren over verdacht gedrag van een klant. Bij verontrustende signalen wordt nagegaan hoe men daarmee moet omgaan, of er een preventieprogramma moet opgestart worden of de politie ingeschakeld moet worden.
Een LIVC bestaat volgens het wetsontwerp uit maatschappelijke spelers als de sociale preventiediensten, de lokale administratie en de lokale politie, met de lokale burgemeester aan het hoofd. Bedoeling is dat na overleg met de deelstaten uit te breiden met gewest- en gemeenschapsdiensten, zoals het onderwijs en welzijnsdiensten.
Het kabinet-Jambon wil de definitieve blauwdruk voor de LIVC’s over een aantal weken klaar hebben.
Waalse inhaalbeweging
De wet moet vooral in Wallonië voor een inhaalbeweging zorgen. Nu al beschikt driekwart van de Vlaamse gemeenten en 17 van de 19 Brusselse gemeenten over een LIVC. In Wallonië gaat het om een kwart tot een derde. Het is de gemeenten toegestaan om voor de LIVC samen te werken met buurgemeenten, mogelijk op het niveau van de politiezone waarbij ze zijn aangesloten.
De maatregel, die ook deel uitmaakt van de aanbevelingen opgesteld door de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart 2016, gaat nu voor advies naar de Raad van State en moet nog worden goedgekeurd door het parlement.
Bron: De Standaard, 17-04-2018,
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180427_03486263
Eigen mening: Op het eerste zicht vind ik dit een heel goed initiatief. Ik denk dat er op deze manier veel sneller kan ingegrepen worden. Het kan veel efficiënter gaan via deze weg en misschien kunnen er zo wel ongevallen vermeden worden. Hoe sneller we kunnen reageren en intreden, hoe beter voor de maatschappij. Ik stel mij alleen vragen als een OCMW-medewerker gaat informeren over 'vreemd' gedrag van een klant. Zo kan iedereen vreemd gedrag melden en krijgen we een overvloed aan valse oproepen. Want waar ligt de grens bij 'vreemd' gedrag?