Enkele post bekijken
  #1  
Oud 6th March 2018, 20:12
Nele.L*auryssens Nele.L*auryssens is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2017
Locatie: Oud-Turnhout
Posts: 45
Zijn de budgetten voor scholenbouw echt gebaseerd op een 30 jaar oude rekensom?

Zijn de budgetten voor scholenbouw echt gebaseerd op een 30 jaar oude rekensom?

Of het nu om kamperende ouders gaat of frustratie over aanmeldingssystemen, het zijn telkens symptomen van een groter probleem: de gebrekkige financiering van scholenbouw in Vlaanderen. Dat vindt althans Patriek Delbaere, algemeen directeur van de onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG). Gebrekkig want: "de budgetten zijn nog altijd gebaseerd op een formule uit 1990". Maar klopt dat wel?

"De wachtrijen zijn niet meer dan een symptoom. Net zoals de befaamde wachtlijsten en alle andere bekende en minder bekende noden in de Vlaamse scholenbouw. De ziekte zelf heet chronische onderfinanciering", zo bond Patriek Delbaere gisteren de kat de bel aan in een opiniestuk in De Standaard.

Het grote probleem is volgens hem het feit dat het financieringsmechanisme voor scholenbouw in Vlaanderen nog uit 1990 stamt. "In het Onderwijsdecreet II uit 1990 werd op basis van een ingewikkelde formule een bedrag vastgesteld om het schoolpatrimonium om de 50 jaar te vernieuwen", legt Delbaere ons uit. "De parameters die daarvoor werden gebruikt waren onder meer het leerlingenaantal en de bouwprijs per vierkante meter. Het plan was om die parameters om de 5 jaar aan te passen om de formule actueel te houden. Maar dat is nooit gebeurd."

"Er zijn vandaag in het leerplichtonderwijs 80.000 leerlingen meer dan in 1990. Maar we houden daar in de financiering geen rekening mee"
Patriek Delbaere, algemeen directeur OVSG

Volgens hem financieren we daarom de scholenbouw van 2018 op basis van berekeningen van bijna 30 jaar geleden. "Het budget is met andere woorden systematisch gedevalueerd. Kijk naar een van de belangrijkste parameters: het leerlingenaantal. Er zijn vandaag in het leerplichtonderwijs 80.000 leerlingen meer dan in 1990. Maar we houden daar in de financiering geen rekening mee. Dan ben je niet bepaald voorzienig in je uitgaven."

Ja, maar...

Maar klopt het wat Delbaere zegt? Om te beginnen: Delbaeres kritiek gaat heel concreet over de subsidies die de Vlaamse overheid standaard in de begroting voorziet om het bestaande scholenpark te renoveren, aan te passen en uit te breiden. Dat is het zogenaamde 'reguliere subsidiebudget'. Voor de periode 2015-2017 gaat het om een som van ongeveer 1 miljard euro. "Daarvoor wordt beroep gedaan op een berekeningsmethodiek zoals vastgelegd in 1990", bevestigt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V), al voegt ze er wel aan toe dat die formule in 1996 wel nog "geactualiseerd" is.

En ze nuanceert verder. Zo wordt de toegekende subsidie per m² schoolbouw wel jaarlijks geïndexeerd. "En bij de toekenning van subsidies voor scholenbouw houden we rekening met de actuele leerlingenaantallen van een school."

Dat neemt niet weg dat de vraag naar die subsidies veel groter is dan het aanbod. En dat zorgt voor enorme wachtlijsten. De verklaring is niet ver te zoeken: het huidige schoolgebouwenpark raakt sterk verouderd en heel wat scholen krijgen capaciteitsproblemen door het groeiende leerlingenaantal. De Tijd berichtte in december nog dat projecten die in 2003 werden aangevraagd pas vorig jaar groen licht kregen.

Het kabinet van Crevits schatte vorig jaar zelf nog dat de totale subsidienood voor scholenbouw over alle onderwijskoepels heen liefst 5 miljard euro bedraagt. Dat is de "onderfinanciering" waar Delbaere op doelt.

Een extra pot geld

Maar dat reguliere subsidiebudget is wel niet meer de enige pot geld die beschikbaar is voor scholenbouw. De voorbije jaren heeft Crevits extra 'capaciteitsmiddelen' vrijgemaakt voor de bouw van scholen, onder meer op basis van een gedetailleerde capaciteitsmonitor die de VUB en de KU Leuven uitwerkten. Dat instrument berekende drie jaar geleden waar de grootste noden zich bevonden en zal dat dit jaar trouwens opnieuw doen.

"Voor de periode 2016-2018 gaat het om 150 miljoen euro capaciteitsmiddelen die prioritair over gebieden met een capaciteitstekort worden verdeeld", zegt Crevits. "Ook voor de volgende driejarige periode 2019-2021 voorzien we opnieuw 150 miljoen euro."

Via de verschillende vormen van alternatieve financiering van schoolinfrastructuur worden de reguliere schoolbouwsubsidies aanzienlijk aangevuld
Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V)

Daarnaast worden er heel wat publiek-private overeenkomsten opgezet om nieuwe scholen te bouwen. "Intussen gaat het al over 182 bouwprojecten, goed voor een investeringsbedrag van 1,5 miljard euro. Daarvan zijn ondertussen al 150 scholen in gebruik. Op dit ogenblik wordt een nieuwe samenwerking met de private sector uitgewerkt voor een extra investeringsbedrag van 550 miljoen euro, goed voor 41 nieuwe schoolbouwprojecten."

Ook zijn er intussen ook huursubsidies, klimaatmiddelen voor energiebesparende maatregelen en middelen voor schoolsportinfrastructuur vrijgemaakt. Daarvoor kunnen scholen zich via projectoproepen kandidaat stellen.

"Niet of-of maar en-en"


"Via die verschillende vormen van alternatieve financiering van schoolinfrastructuur worden de reguliere schoolbouwsubsidies aanzienlijk aangevuld", countert Crevits de kritiek van Delbaere. Die geeft zelf ook ootmoedig toe dat de minister in de voorbije jaren "een nieuw circuit van middelen" heeft gecreëerd. "Maar dat geld is afhankelijk van de ruimte in de begroting. En pas als dat geld er is, kan er ook beslist worden om aan een school te beginnen. Dan ben je al snel 2 à 3 jaar verder."

In zijn ogen is de oplossing eenvoudig: "De formules uit Onderwijsdecreet II moeten worden herbekeken en herberekend. Ondanks alle inspanningen is er nu eenmaal een structurele onderfinanciering. Er is een stevige inhaalbeweging nodig. Als je de motor geen benzine geeft, valt die stil."

Met de groei in het aantal leerlingen kunnen we het ons niet permitteren dat er nu gebouwen zouden wegvallen
Steven Groenez, onderzoeker HIVA

Steven Groenez, die als onderzoeker van het Leuvense instituut HIVA de capaciteitsmonitor voor Crevits uitwerkte, houdt de kerk in het midden: "Het klopt dat het reguliere subsidiebudget op peil moet blijven. Dat is cruciaal om het bestaande gebouwenpark in stand te houden. Met de groei in het aantal leerlingen kunnen we het ons niet permitteren dat er nu gebouwen zouden wegvallen."

Maar de lange wachtlijsten voor die subsidies zijn vandaag wel degelijk een probleem. "Vandaar precies die bijkomende, meer flexibele stroom van middelen die minister Crevits voorziet om de scholencapaciteit uit te breiden. Het is dus niet 'of-of', wel 'en-en'."

Bron: Grommen, S. voor VRT NWS. (6/3/2018). Zijn de budgetten voor scholenbouw echt gebaseerd op een 30 jaar oude rekensom?, geraadpleegd op 6 maart 2018 via https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/0...en-scholenbouw/

Mening: Ik vraag me een beetje af wat mevrouw Crevits al die tijd gedaan heeft? Aangezien meneer Debaere algemeen directeur is van een grote koepel, de OVSG, denk ik wel dat hij ergens gelijk kan hebben. Ik denk dat Hilde Crevits het probleem serieus probeert te verdoezelen. Je zou eens in sommige scholen in Vlaanderen moeten gaan kijken, de staat van de gebouwen zijn erbarmelijk tot zelfs onveilig of met onvoldoende infrastructuur voor de leerlingen. Hoe dan ook denk ik dat er een grotere begroting mag opgesteld worden voor het onderwijs. Geldgebrek is een logisch gevolg van de veroudering van schoolgebouwen en de stijging van het leerlingenaantal. Het is maar een kleine moeite om dit te voorzien, jaar na jaar, beetje bij beetje. Tenslotte valt of staat een gemeenschap met het opleidingsniveau van zijn bevolking. Ik vind het daarom niet meer dan logisch dat er moet geïnvesteerd worden om scholen een make-over te geven naar hun noden anno 2018. Ik vind het schandalig dat scholen pas na 15 jaar de middelen krijgen die ze nodig hebben om met succes leerlingen te laten afstuderen, maar ik ben blij dat ze toch op zijn minst proberen om het probleem op te lossen, met hun 150 miljoen en de bijkomende subsidies.
Met citaat antwoorden