De Italiaanse economie verkeerde jaren niet in goede vorm. Daardoor verlaten heel wat jonge, goed opgeleide Italianen het land. Die braindrain bedreigt Italiës groeipotentieel.
Na jaren economische stilstand lijkt Italië zijn tweede adem gevonden te hebben. De consumenten laten het geld weer rollen, de export trekt aan en bedrijven creëren jobs. Ondanks die positieve signalen hield de Italiaanse regering de voeten de voorbije maanden op de grond. Sterker nog, ze trok enkele weken geleden aan de alarmbel.
‘Te veel jongeren trekken weg op zoek naar een beter leven in het buitenland. Die trend moeten we een halt toeroepen’, stelde de Italiaanse minister van Economie, Pier Carlo Padoan, tijdens een voordracht aan de Università Luiss in Rome.
at Padoan, geflankeerd door premier Paolo Gentiloni, een noodkreet slaakte, hoeft niet te verbazen. Uit officiële statistieken blijkt dat 5,4 miljoen Italianen, bijna 10 procent van de bevolking, in het buitenland wonen. Liefst 1,5 miljoen van hen keerde het vaderland de rug toe na de economische crisis van 2008.
Onder die emigranten bevinden zich steeds vaker jongeren. Terwijl de Italiaanse bevolking de afgelopen vijf jaar met 2 procent aangroeide, daalde het aantal 18- tot 44-jarigen met 6 procent.
Het baart de Italiaanse beleidslui extra zorgen dat het vooral om hoogopgeleide mensen gaat. Dertig procent van de vertrekkers had in 2016 een hoger diploma op zak. Ter vergelijking: in 2002 was dat ‘slechts’ 12 procent.
Veel ambitieuze jongeren pakken hun koffers omdat ze zich in eigen land oneerlijk behandeld voelen. Door de rigide arbeidsmarkt raken ze moeilijk aan een job, zeker in overgereguleerde sectoren als de advocaten- of de notarissenwereld. Het frustreert hen ook dat de ons-kent-onsmentaliteit en anciënniteit in de jobjacht zwaarder doorwegen dan competenties.
Als jongeren toch werk vinden, krijgen ze een baan die niet strookt met hun opleidingsniveau en die slecht betaald is. Meer dan de helft van de -25-jarigen heeft enkel een tijdelijk contract en een kwart kan alleen deeltijds aan de slag. Nergens in Europa is het aandeel -34-jarigen dat werkloos is, niet studeert of geen bijkomende opleiding volgt, zo hoog als in de derde economie van de eurozone.
Dat de braindrain Padoan en Gentiloni zorgen baart, is logisch. Als Italië weer in de Champions League van de economie wil spelen, heeft het die jonge talenten meer dan nodig. Ze kunnen helpen om de te lage productiviteit op te krikken of om kmo’s met een flinke scheut technologische innovatie voor te bereiden op de uitdagingen van de toekomst. De nieuwe regering staat voor de zware opdracht de jongeren een toekomstperspectief te bieden.
Bron: De morgen 27.02.18
https://www.tijd.be/politiek-econom...oe/9986840.html
mening: Ik ben het met de Italiaanse jongeren eens dat zij hun moederland verlaten om elders een betere toekomst te zoeken. Als ik een hoge en moeilijke studie afgerond zou hebben, dan zou ik ook op zoek gaan naar de plek waar ik mijn diploma het best kan benutten en er ook het meeste terug voor kan krijgen. Omdat de meeste jongeren dit denkpatroon hebben, kan de zogenaamde ‘braindrain’ moeilijk opgelost worden. Het artikel mist een manier om hooggeschoolde jongeren en adolescenten vast te houden of terug te brengen naar Italië. Er kunnen eventueel betere studiemogelijkheden aangeboden worden waardoor meer jongeren de kans krijgen om de starten aan een hogere universiteitsopleiding, of er moet inderdaad een beter toekomstperspectief aangeboden worden aantrekkelijk genoeg om jongeren terug geïnteresseerd te maken. Wat de toekomst ook moge brengen, het zal zeker niet makkelijk worden.