Crevits: "Nee, de meeste leraars komen niet uit het beroepsonderwijs, wel uit het aso"
Wie als leerkracht afstudeert, heeft voordien meestal een aso-diploma behaald. In tien jaar tijd is hierin nauwelijks verandering gekomen, zo stelt minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).
In de nasleep van de tegenvallende resultaten van de Vlaamse 10-jarigen voor begrijpend lezen werd ook gesproken over de kwaliteit van de jonge leerkrachten. "Dat vooral leerlingen uit het beroepsonderwijs leraar worden, klopt niet", zegt Crevits. "Ik heb dat laten onderzoeken, precies omdat ik het zo vaak hoor. Als je naar de gediplomeerde uitstroom van onderwijzers kijkt, dan komt de helft uit het aso. Dat percentage blijft stabiel, net als de totale uitstroom, die op peil blijft."
Schommelingen
Concreet: bij de lerarenopleiding lager onderwijs schommelde het percentage tussen 45,8 procent aso'ers (academiejaar 2006-2007) en 56,6 procent (2009-2010). Vorig academiejaar had van alle afgestudeerden 52,2 procent voordien aso gevolgd. De instroom van het beroepsonderwijs blijft al jaren rond de 1 procent hangen. Bij de gediplomeerden van de lerarenopleiding voor het secundair onderwijs lag in 2015-2016 het percentage aso'ers op 48,8. Ook hier zijn er geen grote schommelingen te zien. Wel is het aantal studenten dat uit het bso afkomstig is gedurende de jaren voorzichtig gestegen tot 3,6 procent.
De lerarenopleidingen blijven klappen krijgen. In vijf jaar tijd is het aantal studenten dat begint aan een lerarenopleiding aan de hogeschool, universiteit of Centrum voor Volwassenenonderwijs met bijna 20 procent gedaald. Het aantal afgestudeerden blijft wel op peil, geeft ook Crevits aan. "Ik zie liever zeven studenten starten en uiteindelijk ook afstuderen, dan dat er tien beginnen en slechts vijf met succes de eindmeet halen."
Bron:
De Morgen, 8 december 2017, via
https://www.demorgen.be/binnenland/...t-aso-b9f03df5/
Mijn eigen mening over het artikel:
Er komen veel verschillende concepten, die het bespreken zeker waard zijn, voor in dit artikel. Voor mij is de vraag waar ik dan ook best mee zou beginnen een struikelblok.
Ik denk dat ik eerst een vooral de sociale onder toon van het artikel wil bespreken. Namelijk de stereotypering rond het bso, de leerkrachtenopleiding en jonge leerkrachten. Hoe en waar deze is ontstaan blijft wel een grote vraag voor mij. Worden leerkrachten dan bezien als personen die zelf op school minder prestatie hadden dan sommige andere leeftijdsgenoten? Denken mensen dat de job als leerkracht 'minder waardig' is en dit ook weer linken met het bso, wat zeer onterecht als minder waardig bestempeld word? In ieder geval zie ik zelf geen link met deze twee opleidingen.
Er is nog een sociaal punt dat het aankaarten volgens mij zeer waardig is. Voor een diploma te kunnen halen, moet iedereen hetzelfde kunnen halen. De schoolgeschiedenis van een leerling maakt het behaalde diploma niet beter of minder. Het enige dat de achtergrond linkt met je diploma halen, is hoe 'makkelijk' je het diploma behalen kunt. Of dit is hoe ik het bekijk.
Ondanks de daling van startende studenten, blijft het aantal afgestudeerde gelijk. Veel kennis heb ik er niet over, maar volgens mij kunnen we dan concluderen dat de opleiding een goede slaagkans heeft. Dit niet omdat de leerstof te simpel is of de verwachtingen te groot. Net juist, om het zo te zeggen, 'on point'. Zoals Crevits het zelf aanhaalt; "Ik zie liever zeven studenten starten en uiteindelijk ook afstuderen, dan dat er tien beginnen en slechts vijf met succes de eindmeet halen."