De controlearts ziet het ook niet meer zitten
De adviserend artsen van de mutualiteiten moeten langdurig zieken opnieuw aan de slag krijgen maar ze zien het zelf ook niet meer zitten.
De federale regering zet zwaar in op re-integratietrajecten om langdurige zieken weer naar werk te begeleiden. In zo’n traject gaat een bedrijfsarts of een controlearts van het ziekenfonds in samenspraak met de langdurig zieke op zoek naar een job die hij of zij wél nog kan uitvoeren, al dan niet deeltijds.
Eerder bleek al dat 71 procent van de langdurig zieken uiteindelijk toch definitief arbeidsongeschikt verklaard werd door de bedrijfsarts. (DS 6 oktober 2017). Geen groot probleem, zei minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) toen. ‘In dat geval neemt de mutualiteit het re-integratietraject over, waardoor de werknemer elders aan de slag kan. Daarbij kan bijvoorbeeld ook de VDAB geraadpleegd worden.’
Het probleem: de adviserend artsen van de mutualiteiten kunnen het niet meer bolwerken. ‘Er zijn te weinig artsen, er is onvoldoende administratieve ondersteuning, de informatica loopt mank en er zijn eindeloze registraties’, stellen de artsen in een gezamenlijk manifest aan minister De Block.
Door de crisissituatie kwamen de artsen voor het eerst sinds jaren nog eens samen, over de verschillende mutualiteiten heen. ‘Die re-integratie staat nu wel ingeschreven, maar wij hebben onvoldoende middelen om ze uit te voeren’, zegt Guido De Raeve, adviserend arts en woordvoerder van de intermutualistische werkgroep.
Meer zelfs, steeds meer artsen van de mutualiteit zitten op dit moment zélf thuis of dreigen uit te vallen. Bij de CM is al één op de vijf artsen buiten strijd.
‘Het absenteïsme stijgt. Een collega van mij is onlangs nog volledig gedemotiveerd opgestapt’, zegt De Raeve. ‘We zijn nochtans absoluut pro re-integratie en we hebben daar ook al langer ervaring mee. Er zijn veel mogelijkheden in de aanpak van langdurig zieken, maar net nu wordt het aantal artsen afgebouwd.’
Een concreet voorbeeld: vroeger zagen de artsen hun patiënt al na enkele weken, nu duurt het al snel zes tot acht maanden voor een eerste afspraak. ‘In functie van een re-integratie is dat contraproductief’, zegt De Raeve.
‘Geen prioriteit’
In hun brief vragen de artsen aan De Block om bij de ziekenfondsen quota in te voeren voor het aantal adviserend artsen. Dat is meteen onrechtstreekse kritiek op de eigen mutualiteiten die de re-integratie niet als prioriteit zien. ‘De ziekenfondsen moeten daar ook op willen inzetten en er middelen voor vrij maken, zegt De Raeve. Binnenshuis werd dat ook al aangekaart, maar zonder succes. Openlijk zware kritiek geven ligt ook gevoelig omdat de artsen vrezen om op de vingers getikt te worden.
De Block is wel bereid om te praten over quota, maar alleen als de ziekenfondsen daar zelf expliciet om vragen. Ze legt daarmee de vinger op de wonde, want binnen de mutualiteiten woeden gevoelige discussies over de budgetten. Zij pikken het niet dat De Block verwijst naar het ‘extra budget’.
Besparingsmodus
‘De bekommernis van de artsen is terecht, maar de mutualiteiten moeten in totaal 120 miljoen euro besparen. Als het werkvolume dan nog eens enorm toeneemt, dan kom je natuurlijk in moeilijkheden’, zegt Paul Callewaert, topman van de Socialistische Mutualiteiten.
Ook CM-voorzitter Luc Van Gorp begrijpt de noodkreet van artsen, ‘maar we zitten in een besparingsmodus en we kreunen onder het extra werk’. De extra middelen van De Block gaan volgens Van Gorp niet alleen naar de artsen maar ook naar het operationele, ‘zoals de immense digitalisering’.
Bron: De Standaard, 06/12/2017
Eigen mening: Ik geloof dat wij in een maatschappij leven waarin er heel veel druk op de bevolking wordt gelegd. Druk om erbij te horen, om te presteren,... Dat deze druk te veel wordt, uit zich de laatste jaren meer en meer onder, onder andere, burn- out.
Het is positief dat men reeds iets opgezet heeft om deze langdurig zieken terug te integreren in het werkveld. Ik kan dit alleen maar toejuichen. Maar dan lees ik in het artikel:‘Er zijn te weinig artsen, er is onvoldoende administratieve ondersteuning, de informatica loopt mank en er zijn eindeloze registraties’. Als je iets opzet, dan vind ik het belangrijk dat het op punt staat. Men vermeldt namelijk ook dat er één op vijf artsen bij de CM reeds buiten strijd zijn. Of dit nu om deze reden is, weten we niet. Toch lijkt het mij een belangrijke indicator om aan de alarmbel te trekken.
|