'Wie slaagt op zijn vakken, verdient daarom het diploma nog niet'
Geïntegreerde proeven maken opmars
Migreren jouw cursussen ook naar zolder zodra je een tien ziet verschijnen op je studievoortgangsdossier? Dan is de tendens van geïntegreerd proeven voor jou slecht nieuws.
‘Vrouw in de menopauze, wat doen? Crap.’ Nee, dit is geen klaagzang over de overgang. Wel een extract van de WikiMedica-pagina over de Stationsproef, waar studenten Geneeskunde vragen delen die gesteld worden tijdens de geïntegreerde toets.
Geïntegreerd toetsen is hip. De Onderwijsvisie 2014-2017, van de ploeg onder leiding van oud-rector Rik Torfs, stimuleerde het ontwikkelen van een proactief toetsbeleid. Daarin stond ‘nagaan of aan het einde van een opleidingstraject een overkoepelend, geïntegreerd examen kan worden afgenomen van de studenten’ als één van de actiepunten.
Concreet gaat het dus om competenties en kennis te toetsen die studenten over verschillende vakken, uit verschillende jaren, zouden moeten hebben verworven. Voor opvolger Luc Sels lijkt de thematiek minder dringend. ‘Momenteel hebben we daar nog geen concrete plannen rond’, stelt de rector. ‘Maar ik ben wel grote voorstander om de mogelijkheden daartoe verder te verkennen.’
Organisatorisch niet evident, geeft Sels toe. Hij ziet geïntegreerd toetsen in de eerste plaats als een manier om het aantal evaluatiemomenten in een examenperiode te beperken. Dat is nodig voor de plannen rond de herindeling van het academiejaar.
Maar ook los van die voordelen ziet Sels heil in geïntegreerde proeven. ‘Iemand die er op tien vakken door is op een academiejaar, is evident geslaagd. Maar verdient die ook het diploma? Dat is toch een heel andere vraag.’ Geïntegreerde proeven kunnen testen of studenten de informatie uit die vakken ook kunnen samenbrengen en effectief gebruiken.
Stationsproef
Ook al lopen er nu geen concrete plannen: Torfs’ erfenis voelbaar. Verschillende faculteiten hebben momenteel projecten lopen rond geïntegreerd toetsen, of denken eraan.
Daarvoor wordt reikhalzend gekeken naar het model van de Stationsproef bij Geneeskunde. Een bijzonder innovatief project, waar de faculteit dan ook de Prijs van de Onderwijsraad 2012-2013 voor kreeg. Bij elk ‘station’ van de proef worden bepaalde competenties getest. Dat gaat van communicatievaardigheden zoals het voeren van een slechtnieuwsgesprek, over klinisch redeneren tot zeer praktische vaardigheden zoals hechten en blaassondages.
Samengenomen moeten de stations dus een beeld schetsen van waar de student staat als arts. Geïntegreerd toetsen is volgens Paul Herijgers, decaan van de faculteit Geneeskunde, niet nieuw. Maar de organisatie van de proef, die de vaardigheden nu gestandaardiseerd toetst, is dat wel. ‘Vroeger had je één klinisch examen op één patiënt met één prof. Daar kon een minder breed scala aan situaties worden nagebootst en speelde toeval een grote rol.’ Wie tegenslag had met die ene vraag in kwestie, had pech.
Bovendien legde het systeem een grote druk op de stage. Door de vele stagemeesters, speelde er altijd een graad van subjectiviteit mee. Nu krijgen studenten dus opgeleide simulatiepatiënten en worden ze beoordeeld op basis van een uitgebreide checklist. ‘Nu kunnen we dus nagaan of studenten die vaardigheden ook écht verworven hebben in de stage. Op die manier werkt de proef ook als kwaliteitscontrole op de opleiding’, zegt Herijgers.
Universiteitsbreed
Ook in andere faculteiten maakt geïntegreerd toetsen zijn opgang. Zo hervormt de opleiding Rechten haar master en denkt daarbij aan het implementeren van een soortgelijke proef. ‘De stationsproef is een zeer interessante piste’, aldus Dirk van Daele, vicedecaan Onderwijs van de faculteit Rechtsgeleerdheid.
‘Als je dat zou vertalen naar een rechtenopleiding, kun je denken aan geïntegreerde examens tussen twee of meer samenhangende vakken.’ Concreet wordt dus gedacht om een opleidingsonderdeel uit de students major en minor te combineren. Studenten zouden hun kennis over pakweg strafrecht en economisch recht moeten combineren om een casus op te lossen. ‘We moeten het nog finetunen, maar het idee spreekt ons heel erg aan.’
Bij Wetenschappen ligt dan weer een voorstel op tafel om een opleidingsonderdeel, los van de masterproef, te implementeren waarin de doelstellingen geïntegreerd worden getoetst. ‘Een andere optie is om als er binnen een opleiding bijvoorbeeld meerdere keren wiskunde aan bod komt, dat nog eens als gehele leerlijn te toetsen’, klinkt het bij Johan Robben, vicedecaan Onderwijs.
Bij FEB maken ze zich sterk opleidingen aan te bieden, zoals handelsingenieur, die intrinsiek al mikken op de integratie van verschillende disciplines. ‘Geïntegreerd toetsen zien wij daarbij eerder als middel dan als doel op zich’, aldus Wilfried Lemahieu, decaan. Als voorbeeld haalt hij de businessgame aan waar studenten een bedrijf simuleren en zo hun kennis en kunnen uit verschillende bedrijfsdomeinen tegelijk moeten toepassen.
Artes liberales
Uit de voorbeelden blijkt dat geïntegreerde proeven vooral aan de orde zijn bij het toetsen van vaardigheden. Voor de geesteswetenschappen zijn ze minder voor de hand liggend. Liesbeth Heyvaert, vicedecaan Onderwijs, geeft dan ook aan dat geïntegreerd toetsen niet sterk leeft aan de faculteit Letteren.
Nochtans kent het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte een opvallend precedent. ‘Dat bestond enerzijds uit een mondelinge proef, waarbij je een afspraak moest maken met een prof en die stelde je dan om het even welke filosofische vraag’, vertelt Tim Heysse, waarnemend decaan. ‘Anderzijds was er een schriftelijke proef, waarbij je een topic kreeg en daar dan op een paar uur tijd ter plekke een verhandeling over moest schrijven.’
Toch werd de proef uiteindelijk afgeschaft. Heikel punt was immers de quotering. ‘Hoe kun je in een zo uiteenlopende filosofie iedereen op dezelfde manier punten geven? De ene prof stelt misschien een moeilijkere vraag, daar was geen vast stramien voor.’ De faculteit overweegt nu wel om twee à drie vakken binnen eenzelfde discipline van de filosofie te integreren binnen één examen.
Stress
Maar of studenten er ook fan van zijn? Bij Geneeskunde wordt de Stationsproef minder euforisch onthaald als binnen het onderwijsbeleid. ‘De proef veroorzaakt veel stress bij studenten, want het is uiteindelijk een momentopname van toch wel een aantal jaren leerstof’, stelt preses van Medica Astrid Goedseels. ‘Maar dat mag ook’, klinkt het bij decaan Herijgers. ‘We willen goed opgeleide mensen die om kunnen met de rol die ze sowieso gaan moeten opnemen.’ Ook de andere faculteiten erkennen dat geïntegreerde proeven de studiedruk danig kunnen verhogen. ‘Maar ik denk wel dat studenten op zich het belang inzien van die integratie’, stelt Lemahieu.
De vraag is natuurlijk of studenten hun geïntegreerde kennen en kunnen nu niet al bewijzen via hun bachelorproef en masterthesis. ‘De meeste masterproeven zijn eerder verdiepend dan verbredend’, countert Sels. ‘Ze bewijzen je capaciteit tot wetenschappelijk denken en handelen, maar minder je vaardigheid om die deelcomponenten uit de opleiding te combineren in één werk.’
Bron:
www.veto.be ; veto is een onafhankelijk studentenblad van de KULeuven
Geraadpleegd op: 29/11/2017
Eigen mening: Wanneer je aan opleidingen of toetsmanieren gaat sleutel ga je altijd op voor- en tegenstand botsen. In dit welbepaalde geval ben ik niet volledig overtuigd van het "overduidelijke" voordeel van deze proef. De decaan van de faculteit Geneeskunde vertelt een mooi verhaal van toetsen of studenten alle informatie gedoceerd over meerdere jaren beheersen, maar ik denk dat deze toets eerder een bijkomen stressmoment is voor de studenten.
Die stress mag je zeker niet onderschatten. Als je verhalen leest en hoort van studenten die samenvattingen doorgeven/doorverkopen waar bewust fouten in staan om zo beter te scoren dan anderen zodat zij meer kans krijgen op een bepaalde master, dan vind ik dat je eerst aan dat kwaliteitsprobleem dient te werken. Persoonlijk heb ik liever een arts die al zijn vakken fatsoenlijk kon leren dan een arts die slaagde voor een bijkomende proef en de rest van zijn leven rondloopt met het idee dat virussen te bestrijden zijn met antibiotica ...
Anderzijds vind ik dat, indien goed toegepast, de proef wel een positief gevolg kan hebben. Zoals diezelfde decaan aanhaalt worden studenten nu veel beter geëvalueerd op vlak van vaardigheden en wordt de druk op de mentoren tijdens de stages verhoogt. We moeten immers artsen laten afstuderen die het hele plaatje goed doen.
In andere richtingen kan deze proef ook een positieve invloed hebben. Toen ik het artikel gelezen had dacht ik spontaan aan de Bio-Ingenieurs. In de eerste twee jaren krijg je daar en enorme brok wiskunde, een hoeveel die amper te verwerken is. Alhoewel ik van mening ben dat je nog steeds examens voor de wiskunde vakken moet afleggen denk ik dat het invoeren van een geïntegreerde proef wel nut heeft. Enerzijds word je alleen maar getest op het toepassen van de wiskunde die je geleerd hebt, niet op alle 100+ bewijzen die je vanbuiten leerde. Anderzijds krijg je als student bio-ingenieur wel te zien hoe je die wiskunde nog gaat gebruiken in je verdere jaren. Nu heb je vaak het gevoel dat je nutteloze regeltjes vanbuiten blokt om na het examen onmiddellijk weer te vergeten.
Zoals ook aangehaald in het artikel zijn er nog wel meer opleidingen waarin dit mogelijks een goed idee is. Of we dit ook moeten introduceren in hoge scholen, daar ben ik niet zo zeker van. Een professionele bachelor opleiding is sowieso maar drie jaar lang en je hebt veel meer stage dan in de gemiddelde academische opleiding. Het lijkt me dus ook sterk dat er vanuit de hoge school een vraag komt naar een bijkomende bekwaamheidstest.
Om samen te vatten: het invoeren van een geïntegreerde proef in bepaalde opleidingen kan zowel een positief als negatief effect hebben. De personen verantwoordelijk over zo'n beslissing moeten hier dus lang over overleggen, over wikken en wegen en zoveel mogelijk betrokken personen consulteren.