Schauvliege trekt groene kaart in de stad
Vlaams natuurminister Joke Schauvliege (CD&V) maakt 800.000 euro vrij om steden te vergroenen. Een noodzakelijke ingreep of een druppel op een hete plaat?
Hoe we het ook draaien of keren, de levenskwaliteit in steden en dorpskernen is onlosmakelijk verboden met de vraag: is er groen of niet? Een bos, een park, bloemenperken, bomen langs de weg? Een groene stad oogt niet alleen mooier, het zorgt ook voor minder overstromingen omdat het regenwater beter weg kan sijpelen, voor meer biodiversiteit omdat dieren en planten beter kunnen overleven, voor meer verkoeling op hete zomerdagen, voor een positieve invloed op de gezondheid van de inwoners. Bovendien: groen versterkt elkaar. Hoe meer bossen, parken en perken in een stad, hoe groter de voordelen die ze opleveren. Het is dus zaak om de cementmolen op tijd stil te zetten.
Rondetafel
Dat laatste is een enorme uitdaging. In Vlaanderen wordt gestreefd naar een 'hoger ruimtelijk rendement'. Versta: meer mensen en meer activiteit op een kleinere oppervlakte. Met als doel de ruimtelijke verrommeling in de stadsrand en het platteland te stoppen. Alleen: dat mag niet resulteren in steden en dorpskernen waarin het zoeken is naar een spikkeltje groen tussen een woestijn van grijs. Minister van Natuur en Ruimtelijke Ordening Schauvliege beseft het gevaar. Daarom reikt ze 800.000 euro uit aan het Proefcentrum voor de Sierteelt om een aparte afdeling uit te bouwen rond groen in de stad.
'Er is onvoldoende coördinatie. We missen ook visie op lange termijn. Dat wil ik anders zien'
JOKE SCHAUVLIEGE (CD&V)
"Eind september organiseerde ik een rondetafel met verschillende specialisten, om te kijken hoe we meer groen in onze steden kunnen krijgen. Een van de conclusies was dat er al heel wat kennis voorhanden is, maar dat die heel versnipperd en verspreid is", verduidelijkt Schauvliege. "Er is onvoldoende coördinatie. We missen ook een visie op lange termijn. Daar wil ik nu verandering in brengen." Het Proefcentrum voor Sierteelt, gevestigd in Destelbergen, heeft volgens de minister ervaring met praktijkgericht onderzoek, burgerparticipatie en de organisatie van demoprojecten. "Deze organisatie is het meest geschikt."
Vraag is of een subsidie van 800.000 euro aan één organisatie volstaat om onze steden te vergroenen. Is dat niet naïef? Wim Van Gils van Natuurpunt: "Op zich is deze maatregel een goede zaak, want de vergroening van steden is erg belangrijk. Niet alleen in functie van biodiversiteit, maar ook in functie van welzijn van mensen. Maar erg veel is het natuurlijk niet. Dit zal eerder een soort signaal zijn dan een effectieve financiële impuls."
Van Gils wijst erop dat veel steden uit zichzelf al volop de groene kaart trekken. "Dat is een positieve evolutie. Maar als de minister dat nog verder kan stimuleren, is dat alleen maar goed."
Bron: De morgen 10-10-17, 07.58u
Link:
https://www.demorgen.be/binnenland/...-stad-b352febf/
Mening: We moeten zeker en vast ruimte vrij maken voor meer groen in onze steden. Als ik rondkijk in verschillende dorpen en steden kan ik genoeg plekjes vinden waar men meer groen kan aanbrengen. Denk maar aan marktplaatsen of verschillende pleinen in grootsteden.
In Antwerpse centrum mogen nog maar een beperkt aantal voertuigen binnen. Waarom compenseren ze dat dan niet met meer groen die het broeikaseffect ook zullen minderen? Voor de gezondheid van de mens zal dit ook een verschil maken als er minder CO2 in de lucht hangt door deze planten.