Enkele post bekijken
  #1  
Oud 20th May 2017, 15:33
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Lightbulb Post truth is een elitair verzinsel

Post truth is een elitair verzinsel


Hoe komt het dat zoveel verstandige mensen dezer dagen over post truth raaskallen? Wat is er gebeurd met onze weegschaal van waarheid en leugen, vraagt de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco zich af.



Sorry dat ik zo kom binnenvallen, maar ik heb nieuws: dat hele gedoe met post truth is een verzinsel. Het zou mooi zijn als we met z’n allen ophielden de uitdrukking ‘nu we in het post truth-tijdperk leven’ te gebruiken, want die is misleidend en nergens op gestoeld. Leidt alleen maar tot verwarring. Voilà, dat wilde ik even kwijt.

Tot hier en niet verder voor wie haast heeft. Voor alle anderen probeer ik mijn stelling te beargumenteren.

Het is algemeen bekend hoe Colin Powell, de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, op 5 februari 2003 voor de Verenigde Naties het bewijs leverde dat het Irakese regime van Saddam Hoessein massavernietigingswapens bezat en ontwikkelde. Zijn discours was overtuigend, hij voerde een theatraal sterk nummertje op met behulp van een buisje antrax. Anderhalve maand later vielen de Verenigde Staten Irak binnen, het begin van een oorlog met onmetelijke gevolgen voor de geopolitieke situatie in het Midden-Oosten. Om helemaal duidelijk te zijn: met reusachtige gevolgen voor leven en dood van talloze mensen.

Jammer genoeg weten we vandaag met zekerheid dat de door Powell aangebrachte bewijzen vals waren, en niet zomaar, neen, op groteske wijze. Nauwelijks twee jaar na zijn toespraak tot de VN gaf Colin Powell himself toe dat die woorden een schandvlek zouden blijven op zijn politieke carrière. Hij hield vol dat hij te goeder trouw had gehandeld en dat de CIA willens en wetens een broodje aap had gefabriceerd. Wat ze op het hoofdkwartier van de CIA als een compliment opvatten.

Als we een wat frivoler argument zoeken, belanden we bij een wielrenner, een zekere Lance Armstrong. Van 1999 tot 2005 won hij zeven keer de Tour de France, een krachttoer die niemand in de geschiedenis van het wielrennen hem had voorgedaan. Bij Armstrong was voordien een kanker gediagnosticeerd en het feit dat hij opnieuw ging koersen en de beste aller tijden werd, was een onweerstaanbaar sprookje: het getuigde van een kracht en een geloof in het leven die een ontelbaar aantal mensen ’s ochtends hielpen uit bed te komen. Daarbij moet worden vermeld dat Armstrong zelf zich gretig opwierp als het gezicht van de kankerbestrijding, en meer algemeen als de held die, in naam van ons allen, het kwaad en de angst voor het kwaad had verslagen.

Alleen weten we vandaag tot onze afschuw dat Armstrong zijn zeven Tours won omdat hij doping nam, en niet zomaar, neen, hij spoot en slikte als een gek, even verbeten als gewiekst. In al die jaren heeft hij ontelbare keren de beschuldiging van dopinggebruik weerlegd, al kende hij als geen ander de waarheid. Met een haast bewonderenswaardige pokerface bleef hij elke seconde investeren in zijn carrière als held. Tot hij alles bekende, de bewijslast was inmiddels verpletterend, op de tv-sofa van Oprah Winfrey.

Ik denk niet dat ik nog verder moet gaan.

Interessant is dat we in het geval van de twee kolossale feiten hierboven, niet eens de drang voelden om het begrip post truth van stal te halen. De uitdrukking bestond al, maar haast niemand vond het nuttig aan de hand van dat begrip de zaken proberen te doorgronden. Het lag voor het grijpen, maar we wisten niet wat ermee aan te vangen. Bush en Armstrong, dat waren leugens, en die leken ons niet zoveel te verschillen van wat al eeuwen aan de gang was.

Obama en Saddam

Zo bleef het begrip post truth verborgen in een plooi van ons collectief taal*gebruik, tot het, vele jaren later, letterlijk explodeerde en naar de oppervlakte werd gestuwd door twee onverwachte gebeurtenissen: de Brexit en de verkiezing van Trump.

De publieke opinie die het dichtst bij het dominante narratief staat, en de elite die dat narratief had gecomponeerd en mede daardoor regeerde, kregen in beide gevallen eensklaps oog voor de resem bullshit die rond die twee politieke verkiezingsmomenten hing. En ze ondervonden hoe moeilijk het was om de mensen weer met hun neus op de feiten te drukken, of toch wat zij de feiten vonden: ze konden maar niet geloven dat er op die manier gestemd was, en ze waren zo overtuigd van hun gelijk dat ze in zeven haasten op de proppen kwamen met een nieuwe wereld, één waarin feiten nog nauwelijks van belang waren, en ingewisseld werden voor legendes. Niks was makkelijker dan het voor te stellen als een historische mijlpaal, het einde van een bepaald soort beschaving. ‘Nu we in het post truth-tijdperk leven...’

Ik vat even samen: toen we in de leugens van Bush en Armstrong geloofden, verliep alles min of meer zoals het hoorde; maar toen iemand begon te geloven dat Obama in Kenia is geboren en dus niet in de States, zijn we afgegleden naar een tijdperk waarin feiten in de vuilnisemmer verdwijnen en keuzes puur op buikgevoel worden gemaakt. Tsss. Om het brutaal te stellen: post truth is de naam die wij, de elite, geven aan leugens als niet wij ze vertellen, maar wel de anderen. In vroegere tijden hadden we het over ketterij.

Is de zaak daarmee afgedaan? Nee, dat is niet het hele verhaal. Er zit iets achter dat nog boeiender is. Een soort kleine, laattijdige verandering in onze verhouding met het woord waarheid. Zoals ik het ervaar, is het eerste en zonneklare tegenargument voor de term post truth dat er nooit een tijdperk van de waarheid heeft bestaan. Meer nog, ik ben van mening dat, vergeleken met andere tijdperken, het onze net uit alle macht probeert zich niet door leugens bij de neus te laten nemen. En daarvoor moeten we heus niet terug naar de tijd van toen de zon nog om de aarde draaide, ook al bewezen telescoop en berekeningen al het omgekeerde.

Hoe dan ook is geen enkel verzinsel dat is gebruikt om Trump of het Brexit-kamp te steunen, te vergelijken met de leugens van Bush, en misschien zelfs niet met die van Armstrong. Het is dan ook bijzonder vreemd dat er een historische mijlpaal aan wordt toegeschreven, een verandering van paradigma. Hoe is het zover kunnen komen? Hoe kan het dat verstandige, geïnformeerde mensen over post truth beginnen te praten zonder te beseffen dat ze raaskallen? Wat is er gebeurd met onze standvastige weegschaal van waarheid en leugen?

Dat zou ik graag weten. En dat denk ik ook voor een stuk te weten.

Zoals elk verzinsel vergt ook dat van post truth een interessante acrobatie: men neme een diepgewortelde maar ook wat ongedefinieerde overtuiging, en men geve die een meer doeltreffende verpakking, een duidelijker design. Een voorbeeld: ik voel aan mijn kleine teen dat een tiran als Saddam iets te maken heeft met 9/11, hij is een despoot die mijn beschaving haat, een gek die tot alles in staat is en wiens principes en waarden mijlenver van de mijne staan. Hm. Allemaal redelijk duidelijk, maar toch ook een beetje warrig, niet? En luister nu eens naar de wat opgepimpte versie: Saddam bezit massavernietigingswapens. Geef toe, dat klinkt een stuk overtuigender, net zozeer voor mijn zoon van tien als voor de vertegenwoordigers van de VN. Het gaat hier om een beproefde techniek: een overtuiging in de duidelijkheid van een feit slijpen. En is er geen feit voorhanden dat duidelijk genoeg is? Dan zuig je er een uit je duim, dat de waarheid veel meer blootlegt dan de echte feiten. Listige truc, niet? Een vals feit dat een ware waarheid laat zien. Het is door de eeuwen heen een van de meest beproefde methodes van collectieve brainwashing gebleken.

Als het Pentagon daarmee aan de slag gaat, krijgen we geraffineerde dingen. Als amateurs de truc toepassen, belanden we bij Obama die in Kenia is geboren. Een vals feit dat echter, zonder een zweem van twijfel, een zeer functioneel design geeft aan het voor velen zeer duidelijke gevoel dat die man – zwart, liberaal, pacifist en zacht van karakter – de negatie was van alle normen en waarden van de Verenigde Staten, en dus niet het recht had om President te worden.

Poppy product

Wie de term post truth gebruikt, vermeldt daar vaak bij hoe dergelijke machinaties op het internet razendsnel en krachtig worden verspreid, met een penetratiecoëfficiënt die vroeger ondenkbaar was. Dat zou moeten wijzen op een nieuw tijdperk. Maar ook hier zijn we ziende blind. Het lijdt toch geen enkele twijfel dat een verzinsel op het tv-journaal, toen er van internet nog geen sprake was, reusachtig veel doeltreffender en sneller was dan een verzinsel dat vandaag op het world wide web wordt gelanceerd. En bovendien was het veel moeilijker te ontmaskeren of te weerleggen.

Raar dat niemand dat inziet, en dus belanden we bij de belangrijkste vraag: als post truth een verzinsel is, waartoe dient het dan? Post truth geeft iets een design, maar wat precies? Voor wat is post truth een doeltreffende verpakking? Voor zover ik het begrijp, registreert en synthetiseert de term, een beetje laattijdig maar wel doeltreffend, een paar concepten die we vrij recent ontdekt hebben over onze verhouding met de waarheid. Ik probeer er vier in kaart te brengen.

Het eerste concept komt voort uit een filosofische reflectie, en is dus niet gemakkelijk te vatten, maar eraan snuffelen is eigenlijk al voldoende. Ik zou het als volgt samenvatten: de waarheid is geen foto, geen instant-opname, maar een opeenvolging van fotogrammen waarvan elk fotogram op zich niet waar en niet vals is. Het gaat dus om een nogal complexe structuur, die zich slecht laat herleiden tot een makkelijk verhaal. Ook daarom lijkt de waarheid ons al een poosje ver van onze tijd te staan en een onaangepast begrip te zijn.

Het tweede concept is in strijd met het eerste, en dus zit het spel op de wagen. Een onjuist feit dat in staat is om snel opgenomen te worden in de bloedbaan van de wereld, is meer waar dan een juist feit dat echter trager beweegt. Een onvolmaakte maar begrijpelijke definitie is meer waar dan een exacte definitie die slecht verteld wordt. ‘Wat ik zeg, is waar’. Op die manier nemen we het onjuiste voor waar aan, en dat heeft zeer reële gevolgen: leven en dood van mensen, om maar iets te zeggen. Daarom lijkt de waarheid steeds meer een poppy product, en steeds minder een esoterisch geheim, een privilege van de sekte van zij die de waarheid in pacht hebben.

Een derde concept lijkt makkelijk, maar is toch subtiel en dient goed te worden begrepen. Het is zeker niet onmogelijk om de feiten van storytelling te onderscheiden, maar het is oliedom om te denken dat aan de ene kant de waarheid staat en aan de andere kant de storytelling. Wat we intussen snappen, is dat alles wat werkelijk is, bestaat uit feiten plus een narratief, en dat die onlosmakelijk met mekaar verbonden zijn. Daarom hebben we al een tijdje de indruk dat de waarheid in handen belandt van wie haar weet te vertellen, en niet van zij die haar alleen maar kennen.

Het vierde concept is een laatkomertje, een cadeautje van de digitale revolutie. Of we dat nu goed of slecht vinden, eeuwenlang zijn we gewend geweest aan een elite die besliste wat waar was. Dat was op zijn minst een duidelijke situatie. De digitale revolutie heeft de kaarten geschud, de rollen veranderd: er bestaat steeds minder een klare scheidslijn tussen wie de kaarten deelt en wie ze ontvangt. Iedereen heeft een set kaarten in handen, iedereen speelt. Resultaat: een overproductie van waarheden, en dus stijgt het aanbod, daalt de vraag misschien, en stuikt zeker de waarde in mekaar. Dat is de reden waarom de waarheid al een poos minder waarde lijkt te hebben. Ze is gedevalueerd.

Twitter en de journalisten

Als we ons nu voorstellen hoe die vier bewegingen in elkaar overvloeien, tegelijk in actie komen, dan zien we hoe verschrikkelijk moeilijk alles geworden is. Onze verhouding met de waarheid is natuurlijk nooit een boswandeling geweest, maar het lijdt geen twijfel dat we nu ons nu al een tijdje buiten de comfortzone bevinden waarin we ons hadden verschuild. Het belangrijkste gegeven is dat het vooral de elite is die daaronder lijdt, anders gezegd: de groep van mensen die door hun job, hun sociale klasse of hun roeping eeuwenlang het monopolie van de waarheid controleerden. Het is een paradox, maar in het nieuwe statuut van de waarheid is het kennen van de waarheid geen onontbeerlijke troef meer: haar minstens ten dele níét kennen lijkt betere resultaten op te leveren.

Dit is zeker geen tijdperk voor erudiete specialisten, voor mensen die weten. Denk daarbij niet zozeer aan de verzamelde professoren Gobelijn, Barabas en Warwinkel, neen, hou het simpel, bij de journalisten. In theorie zouden zij het dichtst bij de waarheid zitten, als het om nieuws gaat. Maar er is een evolutie aan de gang waarbij de dingen die nieuws worden, niet van hen komen, of niet altijd van hen komen, of niet van hen komen wanneer ze er echt toe doen. Via Facebook of Twitter doen miljoenen mensen aan nieuwsgaring zonder dat ze een cursus journalistiek achter de kiezen hebben. Zijn hun waarheden gemiddeld genomen valser dan de waarheden die de journalistiek de voorbije eeuw dagelijks heeft geproduceerd? Dat is moeilijk te zeggen. Maar alleen al dat het moeilijk te zeggen is, is als een doodsklok voor de journalistiek, voor de elite van het weten. Het is niet meer of niet minder dan het einde van een tijdperk.

En dus heeft net de elite op een bepaald moment de term post truth uitgevonden. Ze wilden zeggen dat er iets veranderd was, dat het speelveld niet langer zoals vroeger was, en dat ze lang niet zeker waren dat ze deze wedstrijd aankonden – in tussentijd waren ze al aan het verliezen. Met het instinct op zich was niks mis: de veranderingen bij de naam noemen. Alleen glijd je al weg in alibi’s als je het fenomeen post truth noemt: dan erken je niet dat de waarheid een nieuw statuut heeft verworven dat je niet meer zo goed onder controle hebt, dan zeg je dat de waarheid dood is sinds het ogenblik waarop jij niet meer in staat was haar te handhaven. Hoe aanmatigend, hoe blind, hoe te kwader trouw, hoe leugenachtig kun je zijn? Wat een verzinsel. Wat een post truth!

Alle remmen los!

Het werd pas echt grotesk toen de zegswijze ‘nu we in het post truth-tijdperk leven’ ons taalgebruik binnensloop. Moeder Gods! Nu we in het post truth-tijdperk *leven kan ook een baseball-kampioen lesgeven aan de universiteit, mogen de etiketten van de salami’s vermelden wat ze willen, kan alleen de kunst nog de waarheid verdedigen, en kan Jan en alleman beslissen of Hegel een pipo was of niet. Anders gezegd: alle remmen los! Ik schroom me niet het scherp te stellen: het is de zoveelste vorm van ‘na mij de zondvloed’, niks meer, niks minder. Het is de elite die krijst van angst.

Op die manier, en daarna beloof ik plechtig dat ik stop met schmieren, is dat hele gedoe van post truth niet meer dan een nuance van een grote gebeurtenis die de wereld aan het hertekenen is, een van de drie of vier macro-evenementen die de planeet waarop we leven verklaren. We kunnen er een glimp van opvangen via een prachtige zin, onlangs, van de grote Stephen Hawking: ‘Het probleem van de mensen is dat ze een technologie hebben ontwikkeld die de Aarde kan vernielen, maar dat ze nog altijd geen technologie hebben om die Aarde achter zich te laten.’

Iets gelijkaardigs gebeurt op cultureel niveau: de collectieve intelligentie heeft een ruimteschip gebouwd waarmee de oude wereld kan worden achtergelaten, op weg naar een nieuwe. Maar de intellectuelen slagen er niet in zich aan boord te hijsen. Verdorie toch. Anderen doen dat wel, en zitten aan de knoppen van het besturingspaneel. Ze laten de motoren al brullen. Maar de intellectuele elite, zwaar van boeken, microscopen en allerhande toestellen, blijft voor het merendeel aan de grond genageld achter.

Het is ook écht een moeilijke situatie: de oude wereld is intussen herschapen in een mijnenveld, kan elk moment ontploffen, en de nieuwe lijkt slechts bereikbaar aan boord van een ruimteschip waar amateurs het commando voeren. En dus wordt ’s ochtends de grote meerderheid van ons in vertwijfeling wakker: ze kunnen maar niet kiezen, of als de wiedeweerga naar het ruimteschip lopen om nog mee weg te kunnen vliegen, of terugkeren om de oude wereld te proberen ontmijnen.

Een enkeling – het is niet duidelijk of hij wijzer of net verwarder is dan de anderen – koopt op Amazon vinylplaten. Dat is de wereld waarin we leven. Het staat iedereen vrij die te benoemen zoals hij of zij dat wil, maar ik zou u een ding willen vragen, met aandrang: praat niet over ‘het post truth-tijdperk’.

Want dat is het niet.


DS, 06-05-2017 (Alessandro Baricco)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden