Bij de huiszoekingen in het noordoosten van Spanje werden volgens onze informatie zeker drie mensen uit de entourage van Brusselaar Yassine Atar opgepakt. Atar zit in Brussel in de cel op verdenking van terrorisme. Hij is de broer van Oussama Atar, het vermoedelijke brein achter de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel.

De antiterreuractie was een samenwerking tussen de Catalaanse politie, de Spaanse nationale politie en de Belgische federale politie.
Volgens de Spaanse speurders werden acht verdachten opgepakt. Zij zijn allemaal inwoners van Catalonië en zijn tussen de 31 en 39 jaar oud, zo zegt het hoofd van de Catalaanse politie Josep Lluis Trapero.

Volgens Jordi Jané, een veiligheidsfunctionaris van de regionale overheid, worden enkele van hen ervan verdacht 'te hebben deelgenomen of meegewerkt aan vroegere acties' en zouden ze naar België hebben gereisd.

Banden met Brusselse terroristen

Zeker drie van de opgepakte personen zouden banden hebben met Yassine Atar. Hij werd op 27 maart opgepakt in het onderzoek naar de aanslagen van 22 maart en omdat er aanwijzingen waren dat hij mogelijk een nieuwe aanslag voorbereidde, op de 'Mars tegen angst' die gepland was voor 27 maart.

Atar bleek bij zijn arrestatie in het bezit van een sleutel van het appartement in de Henri Bergéstraat te Schaarbeek, waar de bomgordels die gebruikt werden voor de aanslagen in Parijs werden gemaakt en waar Salah Abdeslam zich enkele weken verstopte.

Yassine Atar is de broer van Oussama Atar, het vermoedelijke brein achter de aanslagen op Brussels Airport en het metrostation Maalbeek. Hij is ook de neef van de broers El Bakraoui, zelfmoordterroristen van Zaventem en Maalbeek.

Joint Investigation Team

Het Belgische federaal parket bevestigt de samenwerking met de Spaanse politie en dat er Belgische politiemensen hebben deelgenomen aan de antiterreuractie. Het zegt dat het om een gezamenlijk Belgisch-Spaans onderzoek gaat met een zogenaamd JIT (Joint Investigation Team), maar geeft verder geen commentaar.

Eigen mening:
Mensen met terroristische gedachten zijn lang veel te vrij gelaten. Op deze manier heeft IS zich kunnen uitbouwen en een groot aantal volgers kunnen ronselen. Vandaag de dag is dit zo geëscaleerd dat IS heel moeilijk te bestrijden valt.
Het is goed dat verschillende landen samenwerken in de strijd tegen IS. Het is belangrijk dat ze informatie met elkaar uit te wisselen. Zo kunnen lopende zaken sneller afgehandeld worden en toekomstige aanslagen misschien wel verijdeld worden.
Het is wel niet de bedoeling dat er ergens een lek in het systeem zit. Zo is het pijnlijke voorval met de schietpartij in Parijs afgelopen week 'not done'. Hierbij werd via sociale media een naam verspreid van de mogelijke dader. Deze had namelijk niet mee te maken. Wel is zijn imago hierdoor zwaar geschaad.

Bronvermelding:
• De Standaard
• Gepubliceerd: 25/04/2017 om 12:46
• Geraadpleegd: 25/04/2017 om 13:45
• http://www.standaard.be/cnt/dmf20170425_02850390