Behandelaars zouden terughoudend moeten zijn met voorschrijven van ADHD-medicatie. Zestien jaar lang volgden Amerikaanse onderzoekers een grote groep kinderen met ADHD. De resultaten roepen nieuwe vragen op over langdurig gebruik van ADHD-medicatie.
Toen ze aan het onderzoek begonnen, zaten ze nog op de basisschool. Inmiddels zijn het jonge mannen en vrouwen in de kracht van hun leven.
Maar met sommige van de 515 deelnemers is iets eigenaardigs aan de hand, blijkt uit de nieuwste MTA-studie - een van 's werelds grootste en langstlopende onderzoeken naar de gevolgen van ADHD-behandelingen. Met het blote oog kun je de verschillen missen. Maar zet de Amerikaanse deelnemers met de ruggen tegen elkaar en vraag ze hoeveel ADHD-medicatie ze de afgelopen jaren slikten en je ziet een patroon.
Vergeleken met de jongens en meiden die amper medicijnen slikten, zijn de gebruikers die het meeste slikten korter. Gemiddeld 4,7 centimeter. "Fors", vindt Edo Nieweg, een Nederlandse jeugdpsychiater in Groningen, niet betrokken bij de Amerikaanse studie. "Verminderde eetlust is een bekende bijwerking. Eerdere studies wezen al uit dat de groei langzamer kan gaan bij gebruik van ADHD-medicatie. Het idee was altijd: ach, dat halen ze later wel weer in. Maar de deelnemers van deze studie zijn volgroeid. De achtergebleven groei is dus blijvend."
Nu zou je kunnen zeggen: als je enorm opknapt van medicijnen, dan is een paar centimeter minder in je paspoort dat dubbel en dwars waard. Maar de nieuwe studie zet ook vraagtekens bij dat opknappen. Die veelgebruikers? Die hebben net zoveel ADHD-symptomen - zoals concentratieproblemen en impulsief gedrag - als de deelnemers die geen of weinig medicatie slikken.
Het meestgeslikte ADHD-medicijn is methylfenidaat (in België verkocht onder de merknamen Rilatine en Concerta). Uit cijfers van het Riziv blijkt dat in 2014 in totaal 27.854 patiënten het middel kregen terugbetaald. 26.214 daarvan waren minderjarig.
Uit eerder onderzoek onder de kinderen uit de MTA-studie blijkt dat kortdurend gebruik verlichting van symptomen kan geven. Nieweg: "Denk aan een kind dat in de klas geen twee minuten lang op zijn stoel kan blijven zitten. Dat kan tot flinke frustratie leiden, bij zowel het kind als zijn omgeving. Als deze en andere klachten zo ernstig zijn dat de diagnose ADHD van toepassing is, kan een pil soms tijdelijk helpen om wat rust te brengen."
Of middelen als Rilatine ook op de lange termijn helpen? Dat trekt de nieuwe Amerikaanse studie in twijfel. Die twijfel raakt een grote groep patiënten, want gemiddeld wordt methylfenidaat vijf tot zes jaar geslikt, zegt Anne-Flore Matthijssen, die bij de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek doet naar ADHD-medicatie.
Matthijssen analyseert momenteel ruim vijfhonderd medische dossiers van Nederlandse kinderen die methylfenidaat gebruiken. "Volgens veel richtlijnen moeten behandelaars elk half jaar kijken hoe de effecten van de medicatie zijn en beoordelen of er afgebouwd kan worden. Elk jaar moet bovendien een stoppoging worden overwogen. Maar gebeurt dit ook echt? Daar hebben we nu nog geen zicht op, maar ik hoop dat binnenkort wel te hebben."
In de nieuwe Amerikaanse studie ziet Matthijssen bevestiging dat behandelaars terughoudend moeten zijn met het voorschrijven van middelen als Rilatine. Maar tegelijkertijd waarschuwt ze voor voorbarige conclusies. "Misschien dat de deelnemers die het langst medicatie slikten er wel slechter aan toe zouden zijn als zij stopten met de pillen. Dat sluit deze studie niet uit."
Medicatie afbouwen
Om meer zekerheid te krijgen, is het nodig een experiment op te zetten waarbij je bij een deel van de proefpersonen de medicatie afbouwt en kijkt wat daarvan de gevolgen zijn. Matthijssen en haar collega's doen dit nu in een proef met 94 kinderen. De studie is dubbelblind opgezet: zowel de onderzoekers als de kinderen weten niet wie de normale dosis methylfenidaat krijgt en wie een placebo. De resultaten worden eind dit jaar verwacht.
Maar zelfs als die negatief uitvallen voor methylfenidaat, is het maar de vraag of daarmee een einde komt aan het langdurig gebruik, stelt Sarah Durston, hoogleraar ontwikkelingsstoornisssen bij het UMC Utrecht Hersencentrum. "De individuele verschillen tussen kinderen en jongeren met ADHD kunnen enorm zijn. Het is best mogelijk dat sommige kinderen toch baat hebben bij langdurig gebruik."
Dit denkt ook jeugdpsychiater Edo Nieweg: "Ik zie nooit gemiddelden in mijn praktijk, maar alleen individuen. Ik raad cliënten aan om ongeveer één keer per jaar op proef te stoppen met methylfenidaat. Dat geeft duidelijkheid of de medicatie nog werkt en nodig is."
Laura Batstra, Universitair hoofddocent orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, valt aan de nieuwe MTA-studie op dat de jongeren zelf hun ADHD-klachten een stuk minder ernstig inschatten dan hun ouders. De auteur van Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen wijt de golf aan ADHD-diagnoses vooral aan veranderingen in de maatschappij. "De realiteit van veel klaslokalen is: één onderbetaalde, overbelaste leraar voor een groep van dertig kinderen. Zo'n leraar zit vaak al aan zijn plafond en kan een druk en dwars kind er niet bij hebben. Telefoontje naar de ouders: doe er wat aan. Die ouders willen graag dat het kind goed presteert en goede cijfers haalt, dus die gaan aan de slag. Zo lijkt het alsof er iets aan de hand is met dat kind, terwijl het een maatschappelijk probleem is. Trek bijvoorbeeld geld uit voor kleinere klassen en de kans is groot dat het aantal ADHD-diagnoses afneemt."
De mogelijke groeiachterstand vindt ze niet het grootste risico van langdurig pilgebruik. "Ik maak me meer zorgen over wat het psychisch met een kind doet als je het Rilatine voorschrijft. Dan zeg je: er is iets mis met jou. Terwijl er iets mis is met ons, de maatschappij."
Bron:
http://www.demorgen.be/wetenschap/j...et-je-bc897f20/
Eigen mening: Rilatine wordt als standaard medicijn gezien tegen symptomen van ADHD en ADD. Ikzelf ben ooit vastgesteld met ADD en heb toen ook een tijd Rilatine ingenomen. We hebben destijds besloten om de medicatie stop te zetten omdat we geen verbetering zagen op vlak van (voornamelijk) concentratie en ik er slechts hevige hoofdpijn en verminderde eetlust aan overhield. Dit artikel verteld exact hetzelfde verhaal en stelt de werking van Rilatine in vraag, want het lijkt soms meer slecht dan goed te doen. Tegen het eind van het artikel stellen ze ook de vraag of de diagnose niet te snel wordt vastgesteld en of dat probleem al deels opgelost kan worden door te investeren in kleinere, minder drukke klassen. Ik denk dat dit zeker een oplossing kan zijn voor kinderen met zowel ADHD als ADD. Een drukkere klas van 30 leerlingen of een klas van 12 leerlingen zal zeker een verschillend effect hebben op kinderen met ADHD en omtrent leerlingen met ADD weet ik uit eigen ervaring dat ik ook beter bij de les kan blijven in een kleine groep, omdat er dan rondom mij minder dingen gebeuren die me uit mijn concentratie kunnen halen. Deze oplossing zou niet het fundamentele probleem aanpakken, maar dit zou het zeker makkelijker maken om mee om te gaan.