Zaai klaver en spaar 24.000 liter olie
Zaai klaver en spaar 24.000 liter olie
De melk van boer Ronny Aerts heeft wellicht ongeveer de kleinste CO2-impact van alle Vlaamse melk. Maar er zijn grenzen aan wat de technologie kan. Om de uitstoot van broeikasgassen echt te verminderen is minder vlees eten de enige optie.
Herselt Ben jij ook een van die vervuilers, vroeg een klant aan Ronny Aerts. Hij leidt het melkveebedrijf De Ploeg met 110 koeien en verwerkt zestig procent van de melk zelf tot yoghurt, roomijs en kaas die hij verkoopt in zijn boerderijwinkel. Het waren de jaren van het mestdecreet en de gekkekoeienziekte. De vraag van zijn klant bezorgde hem slapeloze nachten. Hij wilde geen vervuiler zijn en evenmin wilde hij meewerken aan de kap van het Amazonewoud, waar bomen moeten wijken voor sojaplantages. En dus gooide hij het over een andere boeg.
Tot dan verbouwde hij op de helft van zijn 80 ha land maïs, de andere helft was grasland voor hooi voor zijn dieren. ‘Ik gebruikte 300 kg kunstmest per ha’, legt Aerts uit. ‘Maar maïs neemt maar anderhalve maand de stikstof uit de bodem. Alles wat nog over is, spoelt weg en vervuilt de rivieren. Waardoor ik het jaar erna opnieuw kunstmest met stikstof aan de bodem moest toevoegen. Omdat maïs veel zetmeel bevat, moest ik voor het eiwit bijvoederen met soja uit Zuid-Amerika.’
‘Nu verbouw ik nog 8 ha maïs, de rest is gras met witte en rode klaver en luzerne. Die halen de stikstof uit de lucht en zetten die om in eiwit. Geen soja meer en dus ook geen boskap met alle CO2-uitstoot die daarmee gepaard gaat. Omdat ik mijn gras droog in een droogschuur, behoudt het ook beter zijn eiwitgehalte. En omdat ik maar weinig maïs meer teel, kan ik aan teeltrotatie doen, waardoor ik geen gewasbeschermingsmiddelen en geen kunstmest meer nodig heb. Vroeger had ik 12.000 kilo zuivere nitraat nodig voor mijn bodem. Om dat te produceren was 24.000 liter aardolie nodig. Daarmee kan een auto bijna negen keer om de aarde.’
Aerts ging nog verder en installeerde als een van de eersten een kleinschalige vergister op zijn bedrijf. Alle mest van zijn koeien gaat rechtstreeks naar een vergister die er het schadelijke methaan uithaalt en omzet in warmte en elektriciteit die hij op zijn bedrijf kan gebruiken. De vergiste mest die overblijft, gebruikt hij op zijn land.
Meer melk per koe
Het melkveebedrijf De Ploeg is een mooi voorbeeld hoe landbouwers de uitstoot van broeikasgassen proberen te beperken. Want landbouw is in Vlaanderen verantwoordelijk voor 8 procent van de uitstoot van broeikasgassen.
De uitstoot door landbouw is sinds 1990 behoorlijk gedaald, tot 2014 met 26 procent. Omdat de glastuinbouw voor de verwarming omschakelde van zware stookolie naar gas en massaal inzette op groene energie. Omdat de efficiëntie sterk is toegenomen: als één koe meer melk geeft, daalt de uitstoot per liter melk. En vooral dankzij de wetgeving op mestverwerking waardoor de veestapel kleiner werd.
Maar de daling stokte in 2008. Toen de mestwetgeving veranderde waardoor het aantal varkens en kippen toch weer kon toenemen mits mestverwerking en toen Europa het melkquotum afschafte waardoor de melkveestapel opnieuw steeg. Tussen 2005 en 2015 daalde de uitstoot maar met twee procent. In 2015 steeg de uitstoot zelfs.
Zelf soja telen
Wereldwijd buigen onderzoekers zich over de vraag hoe ze de uitstoot door varkens, kippen maar vooral runderen kunnen beperken. Hun antwoord: door mestverwerking, door het veevoeder aan te passen en door soja uit Zuid-Amerika te beperken. ‘In 2007 voerden we nog 1,2 miljoen ton in, nu nog 750.000 ton. Omdat we koolzaadschroot uit Duitsland en schroot van zonnebloempitten uit Frankrijk halen, wat ook veel eiwit bevat, net als soja’, zegt Yvan De Jaeghere van de veevoederfederatie Bemefa. Omdat meer boeren zelf eiwithoudende gewassen telen zoals klaver en luzerne. ‘En omdat we soja kunnen behandelen, bijvoorbeeld met warmte en suikers waardoor we maar de helft nodig hebben’, zegt Sam De Campeneere van Ilvo. Binnenkort kunnen we ook soja in Vlaanderen telen. Na vier jaar proefteelten op de Thomas More hogeschool gaan de onderzoekers volgend jaar in zee met landbouwers om de teelt te commercialiseren.
Maar de technologische mogelijkheden binnen de sector zijn beperkt en de hoogte van de uitstoot is onlosmakelijk verbonden met de grootte van de veestapel.
Je moet met de externe milieukosten rekening houden bij de prijs van een product, zegt landbouweconoom Erik Mathijs van KU Leuven. ‘Door een CO2-taks op Europees of liefst mondiaal niveau in te voeren, zal pas duidelijk worden wat de echte kostprijs van vlees is van verschillende dieren in verschillende landen.’
Zweden geeft voorbeeld
Ook milieueconoom Johan Albrecht pleit voor een CO2-belasting op vlees. ‘Wetenschappers berekenden dat een ton CO2 tussen de 62 en 73 dollar kost aan milieuschade. Omgerekend zou de prijs van een kilo rundvlees met 1,2 euro stijgen, die van varkensvlees met 0,20 cent per kilo. Naar schatting zal daardoor 8 procent minder rundvlees gegeten worden en 5 procent minder varkensvlees. De CO2-uitstoot in Vlaanderen daalt dan met 16 procent.
Het Zweedse ministerie van Landbouw pleit daar al jaren voor en wil dat de veehouderij zich hierop voorbereidt. Vandaag ligt de biefstuk nog onvoldoende op de klimaattafel, maar blijft niet duren. Zweden zal alvast voorbereid zijn.
DS, 22-02-2017 (Inge Ghijs)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|