Ken uzelf en u kent een populist
Ken uzelf en u kent een populist
Karel Verhoeven
DEEL2 Kerstessay De Standaard 2016:
De revolte van de onzekeren
Over populisten sluimert het idee dat ze achterlijk zijn. Maar zou het niet kunnen dat ze vooroplopen, vraagt Karel Verhoeven zich af. Neem ons idee van vrijheid. Dat is zo schraal geworden dat populisten het zich moeiteloos toe-eigenen. En ze voegen er iets nieuws aan toe: bescherming. We beleven geen revolte tegen de elite, maar een revolte van de onzekeren.
Het is makkelijk om te zeggen dat ze allemaal gek geworden zijn, de kiezers die in onze democratieën zulke radicale keuzes maken. Veel moeilijker is het om in de spiegel te kijken. Wat beschouwen wij, zogenaamd redelijke mensen, dan als ons ideaal? Waarin verschilt het van dat van hen?
Vrijheid. Ik gooi het meteen op tafel. Over vrijheid zijn we het roerend eens. Dat bleek de voorbije twee jaar. Als radicaal-islamitische terroristen zichzelf opblazen in onze luchthaven en metro, ons onder vuur nemen in een concertzaal en in de trein, ons verpletteren tijdens een vuurwerk of kerstmarkt, dan zijn het eigenlijk onze vrijheden in onze open, mobiele maatschappij die ze viseren.
Maar wat zijn die vrijheden? Ik las de laatste maanden geen duidelijker pleidooi dan dat van Edith Schippers. In de regeringen van haar partijgenoot Mark Rutte (van de rechts-liberale VVD) is ze sinds 2010 minister van Volksgezondheid en Sport. Toen ze begin september in de Hendrik Jan Schoo-lezing een podium kreeg voor haar ideeën, verbaasde ze vriend en vijand met een ode aan de vrijheid. In het door Geert Wilders en populistische snipperpartijtjes opgejaagde Nederland, spreekt ze met zeldzaam gezag.
Schippers vindt dat we ons onvoldoende bewust zijn van het gevaar. We zijn ten prooi gevallen aan een sluipende laksheid tegenover onvrijheid. ‘We hebben tolerantie verward met onverschilligheid’, gispt ze, en ze gooit er een steen achteraan richting multiculturalisme. Het is dringend tijd dat we wakker worden en de fundamentalistische islam en maatschappelijke segregatie zien voor wat ze zijn, acute bedreigingen voor wat ons definieert.
De vraag die ze zichzelf en ons stelt, is prangend: zal haar dochter nog wel de vrijheid hebben ‘om zelf te kunnen beslissen hoe zij wil leven en wie zij liefheeft? Om haar eigen identiteit te kunnen bepalen. Wat zij wil worden, wat zij wil doen, hoe zij zich wil kleden. Mijn dochter is een kind van haar tijd, met een grote vrijheidsdrang.’ Voor die vrijheid heeft onze maatschappij decennia gevochten, tegen kerk, burgerij en conservatieve conventies in. Nu we ze eindelijk evident vinden, gaan we ze toch niet te grabbel gooien aan de politieke islam? We moeten weer compromisloos worden, we mogen afwijkingen van wat wij normaal vinden niet accepteren. En we moeten weer leren voor onze keuzes te staan.
Identiteit is een verlangen
Edith Schippers vertolkt wat tot voor kort geduid kon worden als een redelijk rechts geluid. Ze zegt wat ze denkt en ze doet dat beredeneerd, zonder ‘lazer zelf op’, ‘pleur op’ (Mark Rutte) of ‘rot op’ (Ahmed Aboutaleb, burgemeester Rotterdam) te roepen. Maar herlees haar speech en het wordt duidelijk welke ideologische aardverschuiving de asiel- en migratiecrisis het voorbije jaar teweeggebracht heeft. Haar idee van de belaagde vrijheid is nu niet meer van rechts, maar van het centrum. Ze oogstte er vanop bijna alle banken lof voor. Dat zou in Vlaanderen ook het geval zijn. SP.A-voorzitter John Crombez zei niets anders afgelopen zomer in het interview in De Standaard, waarin hij uit de kast kwam over veiligheid, asiel en migratie: ‘Er zijn grenzen’ (DS 13 augustus) .
Om geen enkele twijfel te laten bestaan over die nieuwe duidelijkheid, gooide Crombez er ‘we zijn de toon kotsbeu’ van die ‘soms zeer jonge moslims’ die ‘verkondigen wat de norm moet zijn’ tegenaan. Bekeerlingen tonen zich het ijverigst in de nieuwe leer.
Wat bedreigen die ‘jonge moslims’ precies, volgens het angstbeeld dat over hen bestaat? Onze liberale versie van zelfrealisatie. Worden wat je wilt, kunnen zijn wie je echt bent, gewoon jezelf kunnen zijn. Dat is al bij al maar een kaal staketsel van vrijheid. We beschouwen de vrijheid graag als het moeizaam bereikte resultaat van een historische strijd. We hebben haar aan de Verlichting te danken, zeggen we dan. Bij ons heeft de kritische rede het al twee eeuwen gewonnen van het religieus dogmatisme en van het traditionalisme.
Maar is het wel de nuchtere, kritische rede die ons leidt? Wie we zijn is vooral wie we kunnen zijn als we het zouden willen. Identiteit is een mogelijkheid, en nog meer een verlangen. Dat moet onbegrensd zijn. Niets mag ons in de weg staan in onze zoektocht naar wie we écht en authentiek zijn. Veel meer dan op de rede moeten we kunnen vertrouwen op onze intuïtie. Wie we zijn is hoe we ons voelen. We zitten pas goed in ons vel als we erin slagen om onszelf te vinden.
De seksuele vrijheid is daarom de belangrijkste vrijheid geworden. Gisteren schreef ik over hoe vrouwen de pil opzijleggen omdat seksuele vrijheid ongerept en oorspronkelijk moet zijn. Vanzelfsprekend moet de vrouw daarvoor ook maatschappelijk vrij zijn en in alles gelijke rechten hebben. Zoals vrouwen en mannen vrij moeten zijn in hun seksuele oriëntatie, of ze dus op mannen, vrouwen of allebei vallen, dan wel op een van de 71 genderstatuten die Facebook erkent. Die vrije, onbelemmerde keuze gaat naar de essentie van onze identiteit. Hoe kort vrouwen zich kleden of hoe uitbundig homo’s zich tonen, is daarom meer dan stijl. We kunnen erover van smaak verschillen, maar we kunnen er geen compromissen over sluiten.
Over geen enkel andere waarde bestaat zo’n brede consensus. We konden het voorbije decennium over die vrijheden spreken alsof ze niet meer politiek waren. We hebben ze nodig om onszelf te worden. Jezelf zijn is geen ideologie. Toch?
Het nationaal-individualisme
Hoe ironisch is het dan dat vrijheid de motor blijkt van populistische politiek. Kijk naar hoe de populisten zichzelf noemen. Partij Voor de Vrijheid (Wilders) – Il Popolo della Libertà (Silvio Berlusconi tot 2014) – Europa van Vrijheid en Directe Democratie (de fractie in het Europees Parlement met Ukip, Alternative Für Deutschland en de Movimento van Beppe Grillo) – Vrijheidspartij van Oostenrijk FPÖ – en alle bevrijdingsretoriek waar de Trump- en de Brexitcampagnes zich van bedienden. Of neem Vlaams Belang: in de grondslagen van haar beginselverklaring, in de allereerste paragraaf dus, noemt de partij zich rechts-nationalistisch omdat ze ‘de vrije mens erkent zoals hij is’. Al die vrije mensen samen zijn het vrije volk. Over dat volk morgen meer. Vrijheid is de allerbelangrijkste in het rijtje ‘waarden en normen’ waarmee de partij zichzelf definieert. ‘De mens is vrij en de partij zal zich inzetten voor het beschermen van de individuele mens.’ In eerste instantie door ‘de identiteit van het eigen volk’ te beschermen tegen ‘vreemdelingen en inwijkelingen’.
Het verlangen naar autonomie, dat begint bij het individu, blijkt dus een politieke goudmijn. Wat ooit een liberaal credo was, is de kern geworden van hoe we onszelf beschrijven. Maak die vrijheid narcistischer, wees reductionistisch in wat we ermee nastreven en wees expliciet in wie die vrijheid bedreigt, en je verwoordt een heel eenvoudige en onweerstaanbare hunker. Plotseling woedt er een hevige cultuurstrijd met de islam. Een vrouw in een boerkini oefent niet haar religieuze vrijheid uit. Als onderworpene aan religieuze dwingelandij daagt ze onze identiteit uit – ze spuwt op onze vrijheid.
Het wonderlijke van die strijd is dat hij moeiteloos de verworvenheden van het ik-tijdperk verbindt met een nationale opdracht. Want de vrijheid die elk individu voor zichzelf nastreeft, moeten we ook allen samen als volk bewaken. Wij met onze trotse geschiedenis van vrijheid verdedigen onszelf tegen hen die verknecht zijn aan religie en tradities. Dat levert dan ‘nationaal-individualisme’ op, zoals de Nederlandse politicoloog Dick Pels dat bestempelt. Een merkwaardige coalitie van liberale, conservatieve en nationalistische denkbeelden die radicaal-rechts vleugels geeft. Het is oké om je af te keren tegen de migranten en tegen de elites die onze vrijheid en identiteit aantasten. In geen tijd krijg je de helft van het electoraat achter een politiek die tot voor kort niet scheen te bestaan.
Diplomademocratie
Lastig hebben de populisten het niet om vrijheid naar hun hand te zetten. De voorbije dertig jaar heeft het economisch reductionisme het pad geëffend. Vlaams Belang poneert dat het met zijn erkenning van de vrije mens ‘ideologieën verwerpt die van de maakbaarheid van de mens uitgaan’. Maar dat is een loos verzet, want die ideologieën zijn er niet meer. Linkse partijen pleiten voor meer solidariteit, maar au fond zijn ook zij het er roerend mee eens: de mens maakt zichzelf. Dankzij de vrije markt kunnen we worden wie we zijn. Het is aan elk van ons om te beslissen hoeveel moeite we doen om onszelf in die nog onbestemde, vrije wereld te lanceren. Dat is onze persoonlijke verantwoordelijkheid. Niemand houdt ons tegen, de markt ligt open.
Daarom aanvaarden we dat de kloof zich almaar verder uitdiept tussen hen die er veel van maken en hen die er weinig van maken. Dat is niet in de eerste plaats een inkomenskloof, in België blijft die dankzij de herverdeling al bij al stabiel, het is de kloof tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden. Die groeit op alle vlakken. De gevolgen zijn ingrijpend. Bij laagopgeleiden neemt het zelfvertrouwen af. Nogal wiedes: ze zien de anderen vooruitgaan en voelen zichzelf achteruitgaan. De zekerheid van een loopbaan onder de vleugels van één of twee zorgzame werkgevers is verdwenen, vooral hun jobs zijn pasmunt voor de waarde van de beurskoersen, hun buurten verkleuren sneller, de confrontatie met assertieve nieuwe migranten is rauwer en directer, de vervreemding van de eigen thuis intenser.
De abstracte omschrijving is dat ze de verliezers van de globalisering zijn. De realiteit is dat ze negentien jaar minder lang gezond leven dan hoogopgeleiden en dat hun toekomst altijd onzeker is. Zij vormen de grote meerderheid van de kiezers die voor de Brexit stemden, voor Trump, voor de extreemrechtse Oostenrijkse presidentskandidaat Norbert Hofer (FPÖ).
Misschien moeten we het niet over de opstand tegen de elite hebben, maar over de revolte van de onzekeren. Ik denk dat onzekerheid het meest onderschatte politieke sentiment is van de voorbije decennia. Het spoort niet met vrijheid, jezelf worden, je intuïtie volgen, meester worden over je eigen bestaan, je kansen grijpen, kortom dat wat we als onze collectieve maatschappelijke opdracht ervaren.
Politieke partijen hebben die onzekerheid niet opgemerkt, of ze hebben ze beschouwd als een tijdelijk neveneffect van een onvermijdelijke economische logica. Ze hebben de onzekerheid in elk geval niet tot politieke inzet gemaakt. Ze hebben dan ook weinig voeling met de lagergeschoolden. Politiek is het speelveld geworden van hoogopgeleide professionals, de kenniswerkers, de symbolische analisten, de creatieve klassen. Zij vormen de diplomademocratie, zoals de Nederlandse hoogleraar bestuurskunde Mark Bovens dat noemt. Zij zitten in het parlement, worden activist, bestaffen de lobbyorganisaties en belangenverenigingen, zij lezen de kranten. De kans is groot dat u een van hen bent.
Ik en het volk
Donald Trump sprak voor alle populistische partijen toen hij zei dat hij van de laagopgeleiden houdt. Je moet het de populisten nageven: hen zal je niet horen zeggen dat ze ‘goed moeten luisteren naar de bezorgdheden van die mensen’. Vrijheid voor iedereen. De magic trick zit in de bescherming die zij aanbieden: wij, het volk, de natiestaat. ‘Ik eerst’ spoort feilloos met ‘eigen volk eerst’, of zoals Ukip-leider Nigel Farage het in het Europese parlement uitlegde op de eerste sessie na de Brexit: ‘Wat de kleine mensen hebben gedaan, de mensen die zich verdrukt voelen: ze hebben de multinationals afgewezen, de internationale banken, de grote politiek, ze maken van Groot-Brittannië opnieuw een normale onafhankelijke natie die zichzelf bestuurt.’ En zo spellen populisten plotseling als de behoeders van vrijheid en democratie de les aan liberale democraten, terwijl die democraten sussen dat het wel meevalt met de bedreiging van de vrijheden.
We kunnen onszelf dus niet het comfort gunnen te denken dat populisme aan de overoever ligt. Met identiteitspolitiek wordt doorgaans bedoeld dat populisten een eigenheid optuigen op basis van natie, volk, ras of culturele gemeenschap. Dat doen ze ook. Maar aan de basis ligt een identiteitspolitiek die wij, redelijke mensen met gematigde politieke opvattingen, al te goed kennen. Wij zijn onze vrijheid. We zijn minder radicaal, dat is waar. We leven nog in de illusie dat we verder niet veel gemeenschappelijks nodig hebben. Over populisten sluimert het idee dat ze achterlijk zijn en sentimenten aanspreken die we al lang achter ons hadden moeten laten. Zou het niet kunnen dat ze voorlopen? Dat kunnen worden wie je echt wil zijn als maatschappelijk project inderdaad tekortschiet, dat we iets nieuws nodig hebben, iets dat verbindt en meer zekerheid kan geven en dat de ervaring van vrijheid rijker kan maken. Dat is de epische uitdaging die populisten de traditionele politiek nu voor de voeten gooien.
DS, 27-12-2016 (Karel Verhoeven)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|