De utopisten zijn de realisten van morgen
De utopisten zijn de realisten van morgen
Rob Riemen hakt genadeloos in op de elite, het kapitalisme, de dreigende massademocratie, de Europese leiders en al diegenen die kwantiteit boven kwaliteit verkiezen. Een onverbeterlijk cultuurpessimist dus? ‘Absoluut niet. Pessimisme leidt tot niets. De waarde van Europa zit in ons geestelijk kapitaal, maar we doen er op dit moment niks mee.’
Als hij geld had, begon hij prompt een uitgeverij waar alleen goede boeken worden uitgegeven. En opende hij er een koffiehuis naast, waar iedereen – 24 uur op 24 – welkom was om te discussiëren en goede wijn te drinken. Maar geld heeft hij nauwelijks nog. De universiteit van Tilburg zette de samenwerking met zijn Nexus Instituut stop.
25 jaar geleden begon Rob Riemen – hij studeerde theologie – het politiek-filosofische tijdschrift Nexus. Drie jaar later werd het gelijknamige instituut boven de doopvont gehouden. Het werd een vrijplaats voor grote Europese denkers.
Riemen schreef boeken over ‘de eeuwige terugkeer van het fascisme’ en ‘de terugkeer van Europa’. Anno 2016 blijkt dat die een grote voorspellende kracht hadden. ‘Ik heb ze onlangs nog eens doorbladerd’, zegt hij in zijn werkkamer, waar de kachel brandt en de muren boeken zijn. ‘Ik ben er zelf van geschrokken hoe alles werkelijkheid aan het worden is. Op elke pagina beschreef ik de opkomst van meneer Trump.’
Maar fatalistisch of pessimistisch wil hij er niet van worden. Vorige maand nog bracht hij op de jaarlijkse Nexus-conferentie sprekers samen over het thema ‘Wat kan de wereld redden?’ Heeft hij een antwoord op die vraag van 1 miljoen? Hij lacht. ‘Nou, de timing van het congres was een beetje wrang. Een week eerder was Trump verkozen.’
Wordt 2016 een scharnierjaar in de geschiedenis?
‘Ik hoop het niet, want als het wel zo is, wordt het een keerpunt naar de foute kant.’
Sommigen vinden zelfs dat onze liberale democratie in gevaar is.
‘2016 vertoont inderdaad gelijkenissen met de jaren dertig. Toen stortte de democratie in omdat het geen echte democratie bleek te zijn. Het was een massademocratie. Ik vind het cruciaal dat we met z’n allen snel erkennen dat we opnieuw in zo’n massademocratie zijn terechtgekomen.’
Wat is een massademocratie?
‘Een democratie bestaat bij de gratie van het geloof in morele en geestelijke waarden. De democratie is er om de mens te verheffen. In wezen zijn we erg agressieve wezens, maar we zijn in staat tot beschaving. Daar hoort burgerzin bij, daar hoort een zekere mate van vrijheid bij en daar hoort een moreel kompas bij. In een massademocratie daarentegen domineren de instincten angst en begeerte, is er ressentiment, xenofobie en behoefte aan een autoritaire leider. De elite moet erover waken dat democratie geen massademocratie wordt.’
‘Elite’ is dezer dagen wel een scheldwoord?
‘Terecht, want de huidige elite mist het gevoel van een gedeelde verantwoordelijkheid. De gewone man is in de steek gelaten door de elite. En niet alleen de politieke. Ook de zakenwereld, het onderwijs en de intellectuele elite zijn allemaal in de eerste plaats met zichzelf bezig. Het is ieder voor zich geworden. En omdat God niet meer bestaat, hebben we zelfs die niet meer voor ons allen.’
Missen we God?
‘Heel erg. Het is in Europa natuurlijk moeilijk om nog over God te spreken. Daarom spreek ik liever in termen van de grote humanistische waarden. Maar je kan er niet onderuit: als het idee van een transcendente God verdwijnt, blijft alleen de allerindividueelste subjectiviteit over – ‘zoek het zelf maar uit’ – en daar worden we niet beter van. De massa is op drift omdat ze niet meer geleid wordt door geestelijke waarden.’
‘Het is geen toeval dat post-truth het woord van het jaar is. Er is geen waarheid meer. Het bedrog zegeviert. Ik vrees dat we in een periode van georganiseerde domheid zijn terechtgekomen. Ik kom terug bij mijn kritiek op de elites. Zij kunnen de crisis niet oplossen, omdat ze zelf de crisis zijn. Het zijn best aardige mensen, maar ze zitten met een paradigma in hun hoofd dat dood loopt.’
Welk paradigma?
‘Het paradigma dat gedomineerd wordt door wetenschap, techniek en geld. Het kapitalisme en de globalisering. Dat paradigma werkt heel goed, maar alleen voor winnaars. Mensen die er zich heel goed in thuis voelen. Wat het nog erger maakt: dat paradigma is een wereldbeeld geworden. Misschien zelfs een religie, want je moet erin geloven. Wat vergeten wordt: natuurwetenschap kent een beperkt waarheidsbegrip. Iets bestaat pas als je het kunt berekenen, het kunt aanraken.’
Dat lijkt me toch essentieel.
‘Het is een heel goede manier om de natuur te begrijpen, maar voor de mens en de samenleving kunnen we met dit paradigma helemaal niets. Want de menselijke geest werkt helemaal anders dan de natuur. Kijk, dit waarheidsbegrip kent geen kwaliteit. Kwaliteit is immers een geestelijke waarde. Het kent niet het waarheidsbegrip zoals we dat in dat in de Bijbel of in de Stoa of in de filosofie van Socrates tegenkomen. En omdat het geen kwaliteit kent, komt er iets anders voor in de plaats: kwantiteit. Wat past in dat wereldbeeld? Geld. En geld kent geen kwaliteit.’
Moet het kapitalisme dan overboord?
(onverstoorbaar) ‘Wie zijn onze elites geworden? Niet de denkers en dichters, maar de mensen die gestalte geven aan bezit, aan kwantiteit. De elites hebben het meeste geld, het meeste macht, de meeste bekendheid. We zijn gaan geloven in massa. Zelfs een universiteit moet zoveel mogelijk studenten hebben. Maar massa is leeg. Het is lege wereld.’
‘Vervolgens proberen we die leegte op te vullen. Hoe doen we dat? Door technologie. We zijn ervan overtuigd dat we alles kunnen ‘fiksen’. Dat is overtuiging van de elite uit Silicon Valley. Maar ook de politiek denkt dat ze alles kan ‘fiksen’. David Cameron, in zijn hoogmoed, was ervan overtuigd. Zelfs Obama is erin gaan geloven.’
Ik herhaal mijn vraag: moet het kapitalisme overboord?
‘Zolang geld een middel is, is er weinig mee aan de hand. Maar het is een religie geworden waar een destructieve kracht van uitgaat. Het heeft miljoenen verliezers voortgebracht, die hun wereld helemaal hebben zien veranderen, zeg maar verkruimelen. Zij kunnen niet naar Hongkong of Rio vliegen. Ons gelijkheidsideaal is puur een materialistisch ideaal geworden. Erger nog: we hebben onze zekerheid uitgeleend aan de wereld van het geld. De banken, de verzekeringsmaatschappijen, de pensioenfondsen: daar parkeren we nu onze zekerheid.’
‘Maar zekerheid moet uit jezelf komen. Wie ben ik, wat kan ik, welke talenten heb ik? Dat lijkt steeds minder belangrijk te worden. We kunnen blijkbaar ook steeds minder, want voor alles hebben we een deskundige. Er is een eindeloze stoet aan zelfhulptherapeuten gekomen. Wil je rijk worden, begin een zelfhulpgroep!’
‘En natuurlijk blijken de groepen bij wie we onze zekerheid hebben geparkeerd, daartoe niet in staat. Dat heeft de financiële crisis ons geleerd. Maar wat doen onze elites? De banken opnieuw optuigen zodat die opnieuw verder kunnen met de boel te belazeren. En ondertussen groeit en groeit dat ressentiment. Mensen zijn niet meer onzeker, ze zijn nu echt boos. En dan krijg je wat je altijd krijgt in dit soort crisissen: de valse messiassen. Die zijn ook al zo oud als de mensheid.’
Kortom, er is niets nieuws onder de zon.
‘Dat is inderdaad nog het meest verbazingwekkende: alles wat ik zeg, hebben slimmere mensen voor mij al gezegd. Ik ben maar een echo van het verleden. Heeft Marx niet geschreven over de vervreemdende kracht van het kapitalisme? En Marx staat gewoon in een lange rij, zelfs de kerkvaders hebben ervoor gewaarschuwd.’
‘We schrijven 1947. Europa ligt in puin. Stephen Spender, een groot Engels dichter en essayist, komt samen met enkele geestesgenoten. Hoe moet verder? Wat zegt Spender? De waarde van Europa zit in de geestelijke waarden die ingesloten zitten in ons cultuurgoed: van Socrates over Mozart tot Virginia Woolf.’
‘Dankzij dat cultuurgoed kunnen we ons deze waarden weer eigen maken. Dat is ons geestelijk kapitaal, maar we doen er niks mee. En als we er niks mee doen, aldus Spender, zal Europa zo dood zijn als het geld in de kluizen van banken. Europa zal verworden tot een bank en een museum, zei hij. En wat is Europa zeventig jaar later geworden? Een bankenunie. En voor de rest van de wereld is het niets meer dan een museum.’
(boos) ‘Welke hersenloze idioten zitten daar in Brussel dat ze niet willen snappen wat de essentie is. Europa is in een gigantische beschavingscrisis gedonderd.’
Maar wat kunnen we daaraan doen? Wat kan ons redden?
‘Vorige maand moest ik in Mexico een lezing geven aan een erg katholieke universiteit. Het thema was: wat kan de wereld redden? Ik ben toen begonnen met te zeggen dat zij het zouden moet weten, aangezien ze erg katholiek zijn. Elke religie claimt toch dat ze wereld wil redden. De grote religies zijn ondertussen duizenden jaren oud en we zijn niet zo veel opgeschoten. We hebben elkaar voortdurend de kop ingeslagen. Blijkbaar blijft het dus een eeuwige vraag.’
We kunnen dus maar beter fatalistisch zijn.
‘Neen. We hebben ook iets geleerd. We weten ondertussen dat de zorg om de ziel de zoektocht naar wijsheid is. Maar precies dat doet onze wereld niet meer. Ziel? Waar hebben we het over. Wijsheid? We hebben toch data en zoeksystemen. Laat ik er de Tsjechische filosoof Jan Patocka bijhalen. Hij was de leermeester van Vaclav Havel. Wat leerde hij zijn studenten? Dat Europa geboren is uit de zorg om de ziel. Ik geloof niet dat er een Europese leider is die dit nog begrijpt. Thomas Mann begreep het wel, want De toverberg ging er over. En ook Goethe zou het begrepen hebben.’
En wat houdt die zorg om de ziel dan precies in?
‘De eeuwige vraag blijft: hoe kun je mens worden? Je wordt geboren met je instincten en driften, maar je bent ook een wezen dat besef heeft van waarheid, schoonheid, vrijheid, rechtvaardigheid... De wereld van het denken en van de kunsten kan ons helpen die ziel te cultiveren. Dit kan ons maken tot wie we zouden willen zijn.’
‘Kijk, democratie is de minst slechte van alle regeringsvormen, maar het is ook de moeilijkste. Democratie veronderstelt dat iedereen zich bewust is van het feit dat vrijheid niet evident is. Dat we de kunsten nodig hebben om onze ziel te verzorgen. Maar dat besef lijken we kwijt te zijn geraakt. Nu telt vooral – en laat ik Koot en Bie maar eens citeren – ‘geen gezeik, iedereen rijk’. Erger nog: we kunnen alleen nog zeiken, want we worden helemaal niet meer rijker.’
Wie kan ons dat besef weer bijbrengen?
‘Het is een taak van iedereen, ook van de mensen zelf. Kijk, als je mensen op einde van hun leven vraagt: wat is er nu belangrijk geweest, dan zeggen ze helemaal niets over geld of bezit. In 2004 vroeg ik aan de toenmalige Nederlandse eurocommissaris Frits Bolkestein: wat maakt ons nu tot Europeaan? En hij zei: ons paspoort. Wat een armzalig antwoord!’
U bent erg negatief over de EU. Alsof die niets goed doet.
‘Natuurlijk doet ze goed werk in de strijd tegen sociale onrechtvaardigheid of voor de bescherming van het milieu. Laat ze dat vooral blijven doen. Maar het probleem is dat er nu landen bij zitten als Hongarije waar een fascistisch leider aan de macht is. In Polen zijn ze de grondwet aan het ontmantelen. Die unie is zo gedoemd om uit elkaar te vallen. Wat houdt een gemeenschap bij elkaar? Dat moet toch iets meer zijn dan nuttigheid. Er moet toch een minimum aan liefde, vriendschap en wederzijdse betrokkenheid zijn. Ik zie die op het moment niet.’
U bent echt een cultuurpessimist.
‘Helemaal niet. Ik heb niets met pessimisme. Het leidt tot niets. Maar je moet ook niet naďef optimistisch zijn. Dat is dom. Laat ik nog eens een heldin aanhalen. Elisabeth Mann Borgese, de dochter van Thomas. Elisabeth was de praktische geest van de familie. In de jaren zeventig werd zij de moeder van de Europese milieubeweging. En waarom? Omdat ze heel praktisch dacht, kwam ze tot de vaststelling dat er niets was dat de mensen meer verbindt dan het milieu. En dus richtte ze mee de Club van Rome op en werkte ze de bescherming van de internationale oceanen uit.’
‘Niemand kan vandaag haar werk nog negeren. Iedereen is zich bewust van het belang van het milieu. Elisabeths motto was: de realisten van nu zijn morgen dood en de utopisten zijn de realisten van morgen. Dat heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden.’
Voelt u zich toch geen roepende in woestijn?
(zucht) ‘Ken je het gedicht van J.H. Leopold ‘Van wijn een druppel’? Daarin vertelt hij hoe een druppel wijn de oceaan tot in de verste uithoeken rood kleurt. Wat ik doe met mijn instituut, boeken en lezingen, is heel beperkt, maar ik voel mij verplicht om wat ik geleerd heb door te geven. Dat is ook wat de Britse historicus Simon Schama zegt: ik moet verhalen vertellen, vertellen wat ik weet. In plaats van de zoveelste wetenschappelijke studie te schrijven zoals zijn collega’s amechtig doen omdat de universitaire wereld dat eist. Natuurlijk kunnen die collega’s hem niet meer uitstaan.’
Uw instituut was verbonden aan de universiteit van Tilburg. Maar die heeft de geldkraan dichtgedraaid. Typerend voor de tijd?
‘Laat ik nog een verhaal vertellen. We zijn 1874. Friedrich *Nietsche, een jonge docent, wordt gevraagd een lezingenreeks te geven over de toekomst van het onderwijs. De essentie van zijn betoog: eigenlijk heb ik een beetje medelijden met jullie, want het onderwijs zal gereduceerd worden tot wat nuttig is voor de economie. Jullie worden opgevoed tot flexibele mensen, want die kan de economie het best gebruiken. Goed, we doen nog een beetje aan cultuur want het staat een beetje lullig als je niet weet wie Mozart is, maar niet te veel want de essentie is: je moet veel geld verdienen.’
‘Wat zijn op dit moment de toonaangevende universiteiten? Harvard en Yale. Waar hebben de honderd mensen gestudeerd die direct verantwoordelijk zijn voor de financiële crisis? Juist. Dankuwel, Harvard en Yale. En ook *Tilburg zit in die logica gevangen.’
Ziet u geen leiders die het verschil ten goede kunnen maken?
‘Wat ik me afvraag is? Hoe komt het dat we nauwelijks nog een staatsman of -vrouw zien aan wie we moreel gezag toekennen. Behalve paus Franciscus en Merkel zie ik in Europa niemand.’
Merkel werd twee jaar geleden nog uitgespuwd omdat ze Griekenland doodkneep.
‘Niemand is onfeilbaar. Maar mevrouw Merkel heeft wel een moreel kompas. Al die andere leiders – van Cameron tot Renzi – zijn totaal vervangbaar. Niemand merkt het verschil. Merkel is anders. Ze heeft een andere achtergrond, een ander temperament. En ze doet vooral verschrikkelijk haar best. Weet je, het blijft een beetje ironisch dat op dit moment Duitsland de Europese hoop in bange dagen is. Maar Duitsland is dan ook het enige land dat echt lessen heeft getrokken uit de geschiedenis. Het moest wel.’
DS, 24-12-2016 (Dominique Minten)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|