Steeds meer leerlingen en leraren uit het technisch en beroepsonderwijs doen internationale ervaring op via Erasmus+. In 2016 trokken zo’n 1.400 leerlingen onder begeleiding van 188 leraren via Erasmus+ naar een land van keuze. Sinds de start in 1995 is het aantal vertienvoudigd.
Dat blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).
Het programma Erasmus+ laat studenten, leerlingen en personeel uit onderwijs, opleiding, sport en jeugd een internationale ervaring opdoen. Hoewel het grotere broertje in het hoger onderwijs bekender is, gaan ook leerlingen en leraren uit een technische- of beroepsrichting in het secundair onderwijs op buitenlandse stage met het Erasmus+-programma.
Leerlingen en leraren krijgen een financiële ondersteuning in de vorm van een Erasmusbeurs. Hiervoor is 3,8 miljoen euro beschikbaar. Een stage kan al vanaf 2 weken en kan maximaal 6 maanden duren.
In 2016 trokken zo’n 1.400 leerlingen onder begeleiding van 180 leraren naar een land van keuze. Sinds de start van het programma in 1995, toen nog onder de naam Leonardo Da Vinci I, is het aantal zo vertienvoudigd.
De jongeren trekken vooral naar Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje.
Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20161209_02617447 9 december 2016
Eigen mening: Ik ben zelf een grote voorstander van Erasmus+. Het feit dat je een leerling bent uit het technisch- of beroepsonderwijs mag je zeker niet tegen houden om op een buitenlandse stage te gaan. Er is nood aan echte vakmensen. Het lijkt mij dus perfect dat deze studenten uit het technisch-en beroeps secundair onderwijs extra ervaring gaan opdoen in een ander land. In andere landen kunnen andere technieken gebruikt worden die misschien ook wel zeer nuttig kunnen zijn in België. Het beheersen van een vreemde taal is natuurlijk ook altijd een pluspunt. Landen worden steeds meer multicultureel. Het is het dus zeer handig dat je met meer mensen in een verstaanbare taal kan communiceren. Ik verwacht dat het aantal studenten op Erasmus+ alleen nog maar gaat toenemen.