Meer klachten over discriminatie van gehandicapten
Mensen met een handicap blijven het moeilijk hebben om vlot toegang te krijgen tot bepaalde plaatsen. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Uia opende dit jaar ruim
Het zijn maar enkele van de meer dan 500 dossiers die Unia dit jaar geopend heeft na klachten van mensen met een beperking. In 2015 waren het er 385. De top-3 van klachten betreft goederen en diensten, werk en onderwijs. Bij de tiende verjaardag van de VN-Conventie over Rechten van Personen met een Handicap vindt het interfederaal gelijkekansencentrum Unia dat een wrange vaststelling.
‘Redelijke aanpassingen, zoals een hulpmiddel, een begeleider of een aangepast uurrooster worden nog veel te vaak geweigerd. Het hangt er in dit land erg vanaf, voor mensen met een handicap, wie ze op hun pad tegengekomen. Ze zijn als het ware aan het toeval overgeleverd’, zegt Els Keytsman, directeur van Unia.
Unia gaat bij ontvangst van een klacht altijd in gesprek met de melder en ook met de tegenpartij. Zo geeft Keytsman het voorbeeld van een vrouw die gebruikmaakt van een elektrische rolstoel, in in de problemen kwam na het boeken van een vlucht. Ze gaf alle mogelijke info door over haar situatie. Vlak voor haar vertrek werd ze tegengehouden: ze mocht toch niet met haar rolstoel op het vliegtuig. ‘De luchtvaartmaatschappij heeft naar aanleiding hiervan zelfs haar hele beleid herzien en opleidingen gegeven aan haar personeel. Dat lijkt een grote investering en dat het is ook. Maar hiermee worden op termijn veel meer reizigers met een handicap geholpen.’
Volgens haar zijn Belgische diensten, goederen, scholen, bedrijven en openbare ruimte niet volledig toegankelijk voor iedereen. 'Dit toont het failliet van onze maatschappij aan, als je kijkt door de bril van wie een beperking heeft. We zijn nog mijlenver van een inclusieve samenleving.' Bij De Lijn zijn slecht 3,5 procent van de haltes van De Lijn is integraal toegankelijk, en rolstoelgebruikers moeten 48 uur op voorhand verwittigen als ze de bus nemen. Bij de treinen is de situatie volgens haar ook niet veel beter, door het verschil in perronhoogtes.
Bron: De Standaard, 2/12/2016 (
http://www.standaard.be/cnt/dmf20161201_02603512)
Mening
Toegankelijkheid, dat is de term waarmee ik in het zesde leerjaar geconfronteerd werd. Het thema van ons boekje heette zo. We gingen dus ook zelf met de rolstoel door het dorp, maar wat een karwei was dit. Ik heb er geen goede herinneringen aan over gehouden.
In de middelbare school zat een beperkte jongen bij ons op school. Het laatste jaar dat hij bij ons op school zat, begon men te investeren in een school toegankelijk voor rolstoelen. Zelfs met een been in het gips was het al een probleem. Dit heb ikzelf meegemaakt. Ik zat op het eerste verdiep en er was nergens een lift te bespeuren. Ik moest dit meerdere malen op een dag doen, wat echt niet handig was. Geen één leerkracht heeft toen aan me gevraagd om van lokaal te wisselen, al zou het wel een oplossing zijn geweest.
Ik denk dat het belangrijk is dat we als maatschappij meer oplossingen gaan aanbieden en niet alleen kijken naar het dikke ik. Ik vind dat iedereen een gelijke behandeling verdient waar het ook over gaat.