Dominiek Van Laere is moeder van een 11-jarige volleybalspeelster. Ze schrijft deze bijdrage in eigen naam.
Het weekend is achter de rug. Er werd weer veel gesport. In heel Vlaanderen zijn er talloze wedstrijden gespeeld. Sommige ploegen hebben gewonnen, anderen hebben verloren. Er werden overwinningen gevierd en teleurstellingen geďncasseerd. Het is allemaal een deel van de sport, het hoort erbij. En we hebben weer genoten!
Of toch... sommigen hebben genoten. Elk weekend worden er ook veel kinderen aan de kant geschoven. Ze mogen niet meespelen, want ze zijn niet goed genoeg. Ze moeten op de bank zitten en mogen enkel toekijken hoe de anderen wel op het plein mogen staan. Ze worden van het plein gehaald als ze een fout maken.
Dit weekend werd mijn elfjarige dochter na vijf seconden van het volleybalveld gehaald, omdat ze haar eerste bal al onmiddellijk in het net sloeg
Dit weekend werd mijn elfjarige dochter na vijf seconden van het volleybalveld gehaald, omdat ze haar eerste bal al onmiddellijk in het net sloeg. Toen ze haar traantjes probeerde te verbijten, werd ze toegesnauwd dat ze niet moest huilen, maar supporteren voor de anderen. Die anderen die wel mochten spelen, die altijd mogen spelen.
Sportclubs en coaches willen winnen. Mooi doel! Maar moet dat echt ten koste van het welzijn van de kinderen? Is meedoen dan niet meer belangrijker dan winnen? Ik maak me zorgen om de mentaliteit in de sportclubs. Jonge coaches zijn gedreven, tactisch en gefocust op winnen. De sterkste kinderen worden ingezet om het nobele doel te bereiken. Terwijl deze kinderen spelen, leren ze veel. De wedstrijd is de beste leerschool.
Sportclubs en coaches willen winnen. Mooi doel! Maar moet dat echt ten koste van het welzijn van de kinderen?
De bankzittertjes krijgen deze leerkansen niet. Ze worden koudweg opzij gezet, ze tellen niet mee. Het gevoel waar zij mee naar huis gaan, daar ligt niemand wakker van. Dat zien we niet. Op de website van de sportclub staat alweer een winstcijfer, de ploeg schuift een plaatsje hoger in de ranking. Wie ligt er dan wakker van het leed en het verdriet van enkele kinderen?
Het is hoog tijd om hier iets aan te doen! Sport is fun! Iedereen moet kunnen spelen! Verliezen hoort erbij en moet gedragen worden door de hele ploeg! Ik roep graag alle sportclubs en coaches op om meer oog te hebben voor alle spelertjes. We moeten ze allemaal leren sporten, leren verliezen, leren aanvaarden. Elk kind is even belangrijk in de jeugdploeg. Pas als we dat beseffen, kunnen we echte winners worden.
Sporten is gezond voor iedereen. Laat alle kinderen spelen!
Bron: De Standaard 22.11.2016
http://www.demorgen.be/opinie/wie-l...rtjes-b548dd2b/
Eigen mening:
Ik heb in mijn jeugd in verscheidene sportclubs gezeten, maar geen een leek me te passen. De reden? Ik was vaak “niet goed genoeg”. Ik ben geen haantje-de-voorste, ik ben niet super atletisch maar eerder klein, tenger gebouwd en bezit zeer weinig dieptezicht.
Toen ik op mijn acht jaar voor het tweede jaar op rij mee deed met basketbal (en basketbalwetstrijden), stond ik tijdens een match bijna niet op het veld; ik raakte geen bal aan. Het feit dat ik dat gevoel na tien jaar nog terug kan oproepen, zegt genoeg over de indruk dat dit op me maakte.
Naar mijn mening moet men ook de “mindere” leden de kans moet geven om hun te bewijzen. Ik heb drie jaar in een volleybalclub gespeeld, maar mocht zelfs niet mee naar wedstrijden om daar op de bank te zitten. Op dat vlak begrijp ik de mama ook helemaal. Kinderen willen hun ook bewijzen ten opzichte van hun leeftijdsgenootjes; ze willen laten zien wat ze kunnen aan hun ouders, …
Laat deze kinderen toch meespelen, geef hen de kans zichzelf te bewijzen. Zo worden ze weer een ervaring rijker!