'Sommige ouders en opvoeders willen te veel in hun kinderen proppen. Alsof ze er niet op kunnen vertrouwen dat die kinderen anders ook wel hun weg zullen vinden', schrijft Kolet Janssen namens Logia.
Hoe je ruzie maakt. Hoe je gelijk krijgt. Hoe je soms geen gelijk krijgt, ook al heb je gelijk. Hoe je ruzie bijlegt. Hoe je kunt leren om minder bang te zijn. Hoe je kunt leren om jezelf moed in te spreken. Hoe het in de vriendschap en de liefde altijd om geven en nemen draait. Hoe een bewonderend woord je kan doen groeien. Hoe je er op sommige ogenblikken toch weer alleen voorstaat. Hoe je mensen kunt leren doorgronden. Hoe je je daarin soms stevig vergist. Dat alles en nog veel meer heb ik, tegelijk met de regel van drie, een mondje van enkele talen, de rivieren van België en de wegcode, geleerd tussen mijn derde en mijn achttiende.
Niet alleen op school leerde ik. Ook thuis kreeg ik naast mijn soep nog van alles binnengelepeld. Of als ik met de buurkinderen naar school fietste en we 'de gevaarlijke hond' van ons moesten afschudden. Als we doktertje speelden in de caravan in de tuin bij vriendjes. Als ik bij mijn grootouders op bezoek was en daar een heel raar dialect hoorde, dat later Duits bleek te zijn. Als ik vragen stelde aan iedereen en al snel leerde wat je wel en wat je niet mocht vragen.
Leren tussen de soep en de patatten
Het is fijn dat veel ouders het belang inzien van het leren van alle mogelijke vaardigheden door kinderen. Daarzonder kun je niet functioneren als volwassene. Maar tegelijk moeten ouders beseffen dat je die dingen niet in de eindtermen kunt opnemen. Die moet je voorbehouden voor stevige basiskennis op vele vlakken. Al de rest gebeurt tussendoor.
'Tussendoor' is de plek waar misschien wel de belangrijkste dingen zich afspelen in een mensenleven. Niet op de geplande momenten van lessen of overdracht, maar in de auto, in bad, op de speelplaats of in bed.'Terwijl de boer slaapt', heet dat in de Bijbel.
Want ook een boer die gezaaid heeft, kent het verschijnsel. Je kunt niet zien wanneer het zaad ontkiemt, maar het gebeurt onmiskenbaar. Op een dag steken de sprietjes de kop op. Onder de grond, met een beetje regen en een beetje zonneschijn, gebeuren er wonderen. Op een niet geplande manier, niet als onderdeel van een strak schema, maar daarom niet minder efficiënt en belangrijk. Tussen de soep en de patatten, zeggen we in Vlaanderen.
Kinderen zijn niet dommer of minder alert dan vroeger. Nog steeds pikken ze op wat er leeft in hun gezin, in de klas, op het nieuws. Ze denken erover na en zoeken antwoorden op hun vragen. Ze proberen dingen uit (meningen of houdingen) en merken of het werkt of niet. Als volwassene sta je erbij en kijk je ernaar. Het vertrouwen dat je hen geeft tijdens het zoeken, is misschien belangrijker dan wat je precies zegt. Al is een eerlijk antwoord ook nooit weg.
Sommige ouders en opvoeders willen te veel in hun kinderen proppen. Alsof ze er niet op kunnen vertrouwen dat die kinderen anders ook wel hun weg zullen vinden. Met vallen en opstaan, zoals alle mensen. Ouders zijn vaak veel te bang dat hun kinderen iets missen. Dat ze hen niet 'alle kansen' hebben geboden.
Pretentie om volledig te willen zijn
Daarom heeft de drang om continu alle kansen te willen bieden soms iets krampachtigs. Daar worden kinderen op zijn best tureluurs van. Ze moeten roeien met de riemen die ze hebben en krijgen. Ouders en opvoeder moeten aandacht hebben voor wat kan aangevuld worden, maar zonder de pretentie om volledig te willen zijn. Je kunt kinderen ook te veel willen meegeven. Dan worden het 'plofkinderen', zoals die kippen die op een paar weken tijd volgepropt worden met maïs om snel klaar te zijn voor de markt.
Geef mij maar een stel 'scharrelkinderen'. Kinderen die hier en daar tussen de bedrijven door iets oppikken. Die een stevig aanbod krijgen op school en daarbuiten, maar verder genoeg tijd overhouden om zich te mogen vervelen en onnozele spelletjes te doen. Want precies bij die onnozele spelletjes krijgen hun hersenen de rust om te sluimeren. En iedereen weet dat sluimerende hersenen de mooiste ideeën en verbanden voortbrengen.
Opgefokte kinderen verliezen hun smaak in het leven. Wie vrij is om naast het verplichte menu zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen, krijgt voorgoed de smaak te pakken.
Kolet Janssen is auteur, oud-lerares, (pleeg)moeder en oma.
Bron: Knack 16/10/2016
http://www.knack.be/nieuws/belgie/e...ion-764471.html
Mening:
Naar mijn mening worden kinderen in het onderwijs voornamelijk getest op cognitief vlak. Kijk naar de typische kennistoetsen die er van kracht zijn. Kinderen leren inderdaad veel door zelf dingen te ontdekken. Daarom lijkt het mij zinvol om ook in het onderwijs kinderen te laten leren vanuit zichzelf. Als leraar en opvoeder kan je dit uiteraard begeleiden en sturen. Ik vind het belangrijk om te werken aan het geheel van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes). Ik krijg vaak het gevoel dat het reguliere onderwijs nog te veel bezig is met het testen van cognitieve kennis.